Direct naar artikelinhoud
InterviewTom Waes

Tom Waes: ‘Ik heb geluk gehad, maar ik heb het zelf veroorzaakt. Of snel herkend’

Tom Waes: ‘Als ik zeg dat mijn jaarsalaris marktconform is, klinkt dat fout. Als ik zeg dat ik het waard ben: fout. het verandert niet wie ik ben, hè.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Voor zijn nieuwe tv-programma Het verhaal van Vlaanderen duikt globetrotter Tom Waes (54) in de woelige geschiedenis van ons grondgebied. Daarbij doorprikt hij enkele hardnekkige mythes. ‘Op maandagochtend zit ik aan mijn pc te wachten op de kijkcijfers.’

Moet het nog verbazen? Ook 2023 kondigt zich voor Tom Waes aan als een goedgevuld jaar. Er staan opnames gepland van de tweede reeks Kamp Waes, hij zet mee de lijnen uit van een nieuwe fictieserie waarin hij ook zal meespelen en hij gaat een programma maken waarover hij nog niets mag zeggen.

Maar eerst is er Het verhaal van Vlaanderen, dat vanaf 1 januari in tien afleveringen inzoomt op een periode uit de geschiedenis op de morzel grond die we vandaag Vlaanderen noemen. Via re-enactments − het klinkt erger dan het eruitziet − neemt Waes ons mee naar het slagveld van de Guldensporenslag, de tijd van de Romeinen en de badkamer van de Bourgondiërs.

Kunt u nog vol oprechte verwondering rondkijken in Vlaanderen als u de halve wereld al hebt afgereisd?

“Absoluut wel. Van een opgraving in Velzeke kan ik even enthousiast worden als van een exotisch gebruik in het Verre Oosten. Zet een gepassioneerde mens voor mijn neus die goed vertelt, en ik ben direct mee. In Velzeke zijn ze op een halve meter diepte op een Gallo-­Romeinse villa met een beerput gestoten. Daaruit kun je leren dat we vroeger geen mosselen aten. Hoe we dat weten? Als je een doorsnede neemt van de beerput, zie je dat er ten tijde van de Galliërs geen mosselen in de beerput zaten. Enkele lagen hoger zitten we bij de Romeinen en zit de beerput vol fossielen van mosselen- en visresten. Razend interessant, toch? Als ik dan ook nog eens kan langsgaan bij een voedselarcheoloog die me laat proeven hoe het eten van de Galliërs en de Romeinen smaakte, moet je mij na drie uren naar buiten trékken.”

BIO
• geboren in Merksem op 7 november 1968
• werkte voor zijn tv-carrière onder meer als buitenwipper en diepzeeduiker
• werd bekend bij het grote publiek als Tom De Pauw in Het geslacht De Pauw
• scoorde ooit een schlagerhit met ‘Dos cervezas’
• maakte avonturenprogramma’s als Tomtesterom en Reizen Waes
• speelde de hoofdrol in de misdaadreeks Undercover

Wat heeft u het meest verrast over onze geschiedenis?

“De aflevering over de Romeinen. Ik heb op school nooit geleerd dat Julius Caesar na een nederlaag het plan had opgevat om de Eburonen uit te moorden. Voor mij stopte het verhaal bij ‘de Belgen waren de dappersten onder de Galliërs’. Dat we Julius Caesar stilaan als een oorlogsmisdadiger mogen bestempelen, is nieuw voor mij.

“Ik wist ook niets over de middeleeuwen. In de Gentse Boekentoren wordt een boek bewaard dat 1.400 jaar oud is en waarin een monnik het heiligenleven beschrijft van ene Amandus, die het christendom naar hier heeft gebracht in de vroege middeleeuwen. Traditioneel wordt die periode als duister gezien, maar ze blijkt juist interessant te zijn.

“Maar wat ik het schrijnendste vind, is dat we blijkbaar niet in staat zijn om van de geschiedenis te leren. De volkeren die hier leefden, werden onderdrukt, waarna het ontplofte en opnieuw een periode van onderdrukking volgde.”

Het is een hardnekkige gedachte dat de ­geschiedenis een rechte lijn is naar meer en beter.

“Gek, toch? We leren bij over wetenschap en ziektebestrijding, we kunnen de ruimte in en leren alternatieve brandstoffen gebruiken. Maar elkaar gelijk behandelen en de wereld eerlijk verdelen, dat ligt precies moeilijker. De laatste 150 jaar is dat de schuld van het kapitalisme, maar hoe verklaar je alles van daarvoor? Volgens mij heeft het niet met geld te maken, maar met macht. In de 19de eeuw stond de arbeidersklasse tegenover de rijke, bezittende klasse. Daarvoor stonden de patriciërs tegenover de ambachtslui, en nog vroeger de Galliërs tegenover de Romeinen.”

Als u de optelsom maakt van alle afleveringen, hebt u dan het idee dat u bij een Vlaamse identiteit uitkomt, of bij wat een Vlaming is?

“Nee, helemaal niet. Daar bestaan we niet lang genoeg voor. In de intro zeggen we dat duidelijk: Het verhaal van Vlaanderen gaat over ons grondgebied en wat hier is gebeurd, lang voordat er sprake was van Vlamingen.

“Vlaanderen zoals we het nu kennen, is in de 19de eeuw ontstaan; wij beginnen 38.000 jaar geleden. Je kunt de Galliërs bezwaarlijk Vlamingen noemen − dat waren gewoon mensen die hier leefden in wat toen Gallië was. In De bello Gallico noemde Caesar de Eburonen de dappersten der Galliërs, maar die Eburonen, dat zijn wij niet.

“We denken de Belgen te kennen, onder meer uit Asterix en Obelix, en we onthouden graag dat ze dapper waren. Maar je kunt je afvragen waarom Caesar hen dapper noemde. Voor hem was het misschien een excuus om zijn verlies te verantwoorden.”

Tom Waes: ‘Het is de ziekte van deze tijd: zie mij eens doen. Misschien moet ik gewoon een boot pakken en zeggen: ik ben weg, zonder camera’s.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Het verhaal van Vlaanderen kreeg een serieuze financiële injectie van de Vlaamse regering, wat minister-president Jan Jambon (N-VA) al watertandend deed uitkijken naar de reeks. Voelt u zich op zo’n moment een verlengstuk van de politiek?

“Ik snap de bekommernis, maar er is nul komma nul druk geweest. Wij zijn onafhankelijke tv-makers die een format hebben gekocht uit Denemarken. Dat hebben we ingevuld met onze geschiedenis, die uit de doeken wordt gedaan door experts en professoren die wíj hebben gecontacteerd. Wij maken een zo goed mogelijk, historisch correct programma, maar het blijft entertainment. Wie dat wil recupereren, doet dat voor eigen rekening.

“Het is jammer dat je niets meer over geschiedenis mag vertellen zonder dat dat een bepaalde lading meekrijgt. De aflevering over de ­Guldensporenslag gaat over onderdrukte ambachtslui die tegen de patriciërs vochten, die in de koning van Frankrijk een bondgenoot zagen om hun geld en macht te consolideren. Dat is een verhaal van arm tegen rijk. Ongetwijfeld zullen er partijen zijn die zeggen: het waren Vlamingen tegen de Fransen. Maar wij blijven bij de feiten: het was een sociale strijd.”

Toch kun je niet rond het feit dat het identitaire denken het maatschappelijk debat beheerst, kijk maar naar de commotie over de Vlaamse canon. Hebt u door het maken van Het verhaal van Vlaanderen een duidelijker idee gekregen van wat die canon moet inhouden?

“Voor mij hoeft er geen canon te zijn. Ik heb geen ijkpunt nodig om mijn identiteit vorm te geven of om te weten wie ik ben. Door veel te reizen, heb ik gemerkt dat de goedheid van de mensen over de hele wereld, het meeste verbindt. En als ik naar huis kom, heb ik mijn familie, mijn vrienden en mijn ouders. Dat is mijn identiteit.”

U wordt in het buitenland vast weleens gevraagd wat het is om Belg of Vlaming te zijn. Wat vertelt u dan?

“Dat België een compromisland is. Wij zijn tenslotte een amalgaam van de Fransen, Oostenrijkers en Spanjaarden die hier hebben geleefd. In de aflevering over de prehistorie laat ik mijn DNA testen. Wat blijkt: ik heb zelfs nog 2,1 procent neanderthaler in mij, zoals veel Vlamingen trouwens. Neanderthalers zijn geweldig interessant. Er is ons lang verteld dat het om een primitieve soort ging, maar ze waren best ontwikkeld: ze maakten voorwerpen en begroeven hun doden. Het waren geen aapachtigen die de moderne mens voorafgingen; volgens recent onderzoek leefden ze samen.”

Het verhaal van Vlaanderen gaat ook gebruikt worden in scholen. Instrumenteler kan een tv-programma niet zijn.

“Dat is ons op voorhand niet gezegd, maar ik vind dat niet slecht. Een aflevering duurt vijftig minuten, exact de lengte van een lesuur in het middelbaar. Tom Waes als geschiedenisleraar, dat is toch mooi? Al was het maar om de leerlingen bij de les te houden. Misschien levert het wel een archeoloog op.”

Was Het verhaal van Vlaanderen een welkome afwisseling na al uw reizen? Na een draaidag kon u voor de verandering naar huis en in uw eigen bed slapen.

“Ja, en het bijkomende voordeel was dat we draaiden zoals op een filmset. Filmploegen werken niet tijdens het weekend, dus ik was ook nog eens op zaterdag en zondag thuis. Een ongekende luxe!

“Het voorbije jaar heb ik ongeveer een derde van de tijd in het buitenland doorgebracht. De opnames voor Het verhaal van Vlaanderen zijn in de zomer gestopt. Na de laatste draaidag ben ik naar huis gereden, heb ik mijn koffer opgepikt die klaarstond en ben ik naar Zaventem gereden. We moesten nog een Reizen Waes draaien in São Paulo. Het was geen gewone Reizen Waes, want dan slapen we elke dag op een andere plek. Voor de wereldsteden bleven we een week in hetzelfde hotel. Opnieuw: ongekende luxe!”

Tom Waes: 'In Brazilië zat ik aan de receptie van een hotel en kwam er iemand op me af: ben jij geen acteur?'Beeld Thomas Sweertvaegher

U werd in India ooit herkend als acteur uit Undercover. Hoe raar is dat?

“Het gebeurt steeds vaker, ik heb het ook al meegemaakt in Spanje en in Groot-Brittannië. In Brazilië zat ik aan de receptie van een hotel en kwam er iemand op me af: ben jij geen acteur? Ik word niet overrompeld, maar af en toe valt het iemand op. Dat krijg je met Netflix. In São Paulo verzuchtte mijn geluidsman Pascal (Braeckman, red.) dat hij dáár ook al niet meer op zijn gemak was.” (lacht)

Als acteur blijft u voor elke rol dicht bij uzelf. Hebt u soms het gevoel dat u uzelf aan het spelen bent?

“Hm, bij Undercover had ik toch het gevoel dat het personage ver van mij stond: Bob Lemmens lacht nooit, ik lach veel. Ik vind dat je als acteur altijd dicht bij jezelf speelt − of je moet in de kolder gaan. Je hebt nu eenmaal je mimiek. Ik had mijn tegenspeler Frank Lammers eerder zien spelen in Michiel de Ruyter (Nederlandse film, red.), en daar vond ik dat hij niet ver zat van Ferry Bouman (Lammers’ rol in Undercover, red.).”

U bent geen methodactor die zich drie maanden opsluit om zich op een rol voor te bereiden.

“Nee, maar ik denk wel altijd na over hoe mijn personage in elkaar zit. Het mooiste compliment voor Undercover heb ik gekregen van een echte undercoveragent die ik tijdens de voorbereiding een paar keer heb gesproken. Achteraf liet hij me weten dat het realistisch was. Daar was ik blij mee, want als iemand het kan weten, is hij het wel. Aanvankelijk had Nico (Molenaar, schrijver van de reeks, red.) veel meer een onoverwinnelijk personage in gedachten voor Bob, maar ik vond dat hij meer mens mocht zijn.”

U bent vaak neergezet als een macho. Hebt u daar lang tegen moeten opboksen?

“Best wel. In Het geslacht De Pauw speelde ik zo’n overdreven versie van mezelf, dat niemand zich daarvan kon distantiëren. Op café waren de mensen echt bang van mij. Daarna kwam Tomtesterom, waarin ik zware uitdagingen aanging en stoer moest zijn. Pas met Reizen Waes kon ik een andere kant van mezelf laten zien.”

In Het verhaal van Vlaanderen zien we de meest gescripte Tom tot nu toe.

“Dat was ook nodig. Ik moest dicht bij het script blijven om geen inhoudelijke fouten te maken. Als het een troost mag zijn: er was geen autocue. (lacht) Dus zelfs een lange uitleg heb ik in één take gedaan.”

Alle programma’s die u maakt, worden geheid een succes. Ook Het verhaal van Vlaanderen staat op zondagavond geprogrammeerd. Voelt u de hete adem van de kijkcijfers al in uw nek?

“Ja, en ik vind dat gezond. Ik heb dat bij elk nieuw programma: op maandagochtend zit ik aan mijn computer te wachten op de cijfers. Niet omdat ik wil winnen, maar ik wil weten of ik nog de vinger aan de pols heb. Als er maar 400.000 mensen zouden kijken, zou ik me afvragen wat ik verkeerd heb gedaan.”

Hebt u nooit zin om eens een ­nicheprogramma te maken, wars van kijkcijferoverwegingen?

“Ik zou graag de wereld rondzeilen: Zeilen Waes! Maar misschien gaat daar geen kat naar kijken.”

Tom Waes op een boot, vechtend tegen de natuurelementen: dat levert gegarandeerd kijkers op. Kijk maar naar het succes van Over de oceaan.

“Ja, maar de Atlantische Oceaan oversteken met de wind in je rug, dat is nog iets anders dan een wereldreis. Kijk, als je op zondagavond zit, weet je dat er veel volk gaat kijken. Maar tijdens het draaien ben ik daar niet mee bezig. Ik wil gewoon een goed programma maken. Bij Het verhaal van Vlaanderen heb ik meegedacht over hoe we onze geschiedenis zo goed mogelijk konden vertellen. Het was belangrijk dat de intro’s juist zaten.”

U hebt graag een hand in de programma’s waaraan u meewerkt.

“Ik ben nooit de presentator geweest die komt aangereden, uit zijn auto stapt en zegt: bon, we beginnen er eens aan. Ik ben betrokken, maar niet als maker: als presentator beschouw ik mezelf als een onderdeel van het geheel. Jesse Fabré, de redacteur die het programma geschreven heeft, heeft het grootste deel van het werk gedaan.”

Als een van de grootste schermgezichten van de zender bent u belangrijk voor de VRT. En toch is dat niet met pluimen in uw gat of het BV-schap par excellence. Hoe verklaart u uw succes?

“Ik blijf altijd dicht bij mezelf, al helpt het ook om tegen de juiste dingen nee te zeggen. Bij Het verhaal van Vlaanderen voelde ik meteen: dit wil ik doen − net zoals toen ik de outline van Undercover te lezen kreeg. Dat was op mijn lijf geschreven, helemaal anders dan toen ik na Het geslacht De Pauw een fictiereeks aangeboden kreeg. Ik las het en dacht: pfoe, nee. Het ging om de eerste aanzet van wat nadien Professor T. is geworden, waar Koen De Bouw voor is gecast.”

U bent ook het figuurlijke goudhaantje van de openbare omroep. Toen afgelopen zomer de bedragen lekten van de grootverdieners bij de VRT, stond u bovenaan met een jaar­salaris van 700.000 euro.

“Je weet dat ik daar liever niet op wil ingaan.”

Het is bijna drie keer meer dan wat de CEO van de VRT verdient.

“Maar het bedrag klopt niet, da’s al een eerste nuancering.”

Het is nóg meer?

“Haha! (ernstig) Ik kan daar niets zinnigs over zeggen, want alles wat ik zeg, is fout. Zeg ik dat het marktconform is, klinkt dat fout. Als ik zeg dat ik het waard ben: fout. Het verandert niet wie ik ben, hè.”

Wat ik me afvraag: wordt zo’n bedrag heronderhandeld na de commotie erover?

“Het gaat om een contract, dus het bedrag ligt vast.”

Een contract moet regelmatig hernieuwd worden.

(lacht) “Volgende keer zal het wel anders zijn, ja.”

In De allerslimste mens ter wereld maakte u er zelf een gevatte opmerking over: ‘Elke euro die naar mij gaat, gaat niet naar Niels Destadsbader.’ Heeft Niels u al gebeld?

“Nee, maar ik heb gehoord dat hij ermee kon lachen. We hadden het daarnet over de identiteit van de Vlaming. Als er iets is waar Vlamingen niet graag over praten, dan is het wel hoeveel ze verdienen. Voor mij geldt dat taboe ook. Als je in andere landen met een Porsche komt aangereden, zegt iedereen: goed gedaan. Rijd je hier in een dure auto rond, dan ben je een aansteller. Alsof je je moet schamen voor je succes.”

Tom Waes: 'Mensen voelen zich snel op hun gemak bij mij en omgekeerd maak ik gemakkelijk een klik met hen. Dat heb ik van mijn vader.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Volgens Nico Surings, uw vaste cameraman, is mensenkennis een van uw grootste troeven. Heeft hij gelijk?

“Dat zou kunnen. Ik denk dat ik een goede journalist zou zijn.”

Nico zei ooit dat u er op kousenvoeten in slaagt de moeilijkste vragen te stellen. Moet je in een entertainmentprogramma moeilijke vragen stellen?

“Toch wel. Als ik in China voor een dam sta waar 500.000 mensen voor zijn moeten verhuizen, denk ik: wacht eens even. Maar wat ik bedoel met een goede journalist is dit: ik kan me goed inleven in anderen. Mensen voelen zich snel op hun gemak bij mij en omgekeerd maak ik gemakkelijk een klik met hen. Dat heb ik van mijn vader. Als hij hier binnenkwam, zou hij in een half uur met iedereen aan de praat zijn.”

U bent op uw achttiende thuis vertrokken omdat u ruzie had met uw vader. Waarom was dat?

“Wij zijn allebei koppigaards; het was een kwestie van dezelfde persoonlijkheden die clashten. Ik heb het vroeger hard uitgehangen: ik deed het slecht op school, ben aan studies begonnen die ik nooit heb afgemaakt. Mijn vader was een strikte man en dus spatte dat uit elkaar.”

Hoe is het goed gekomen tussen jullie?

“Na een jaar was er weer contact. Toen ik mijn plan begon te trekken en bleek dat het goed ging, kwam er toenadering. Het verschil met hoe ik nu met mijn ouders omga, is enorm. Mijn vader is 84 jaar en wil volgend jaar te voet naar Compostella stappen. Hij heeft dat al eens gedaan met een vriend en ik ben toen een paar dagen mee op pad geweest. Ik heb tegen mijn broer gezegd: volgend jaar moeten we samen gaan.”

U werkte als beroepsduiker, maar besliste toch om voor tv te gaan werken. Vanwaar die switch?

“Die is er gekomen toen ik kinderen kreeg. Als beroepsduiker was ik altijd weg van huis: ik zat de hele tijd op booreilanden en in het buitenland. Ik kon goed onderwaterlassen en beton storten, maar op den duur was ik dat beu en wilde ik iets anders doen. Alleen: ik had geen diploma. Ik trok mijn stoute schoenen aan en belde naar Tom Lenaerts, een van mijn jeugdvrienden, die toen nog aandeelhouder was van Woestijnvis, en vroeg of hij een job voor me had. Drie maanden later belde Tom terug: Bart De Pauw was bezig met een nieuw programma, waarvoor hij op zoek naar redacteurs die nog nooit voor tv hadden gewerkt. Dat programma werd De quizmaster.”

Later bent u in Het geslacht De Pauw terechtgekomen. Hoe wist u dat u kon acteren?

“Door in De quizmaster in een aantal filmpjes mee te spelen. Erik Van Looy, die de filmpjes monteerde, vond dat blijkbaar goed en gaf me een bijrol in zijn film De zaak Alzheimer. Zo kwam Tim Van Aelst bij mij terecht om Trigger Happy te maken, waarna Bart De Pauw vroeg of ik zijn broer wilde spelen.”

Dat klinkt alsof u met uw gat in de boter bent gevallen.

“Ik noem dat geforceerd geluk. Ik heb geluk gehad, maar ik heb het zelf veroorzaakt − of snel herkend. Aan het einde van mijn duikcarrière zat ik in zak en as: ik ging al twee jaar met tegenzin werken. Ik was 33 jaar en had twee jonge kinderen, maar wist niet waarnaartoe. Toen ik bij Woestijnvis begon als redacteur, zat ik de hele dag in het archief, op zoek naar goede quizvragen. Daarna ben ik eindredacteur geworden bij Rob Vanoudenhoven en zo ben ik bij Mark Uytterhoeven terechtgekomen. Als ik Tom niet had gebeld, was daar nooit iets van gekomen.

“Wat ik wil zeggen: hard werken wordt beloond. Als mensen mij vragen wat ze moeten doen om succes te hebben, antwoord ik dat ze zonder hard te werken nooit iets zullen bereiken. Reizen Waes lijkt voor iedereen vakantie, maar als we een jonge redacteur meenemen, ligt die na drie dagen halfdood achterin het busje. Ik ben 54 jaar, Pascal, de geluidsman, is 60 en cameraman Jef is 57. Wij zijn oude zakken, maar het is de jonge garde die niet kan volgen. Reizen Waes is fakken, ja. Het is een mooie job, maar het is vooral doen alsóf je op vakantie bent.”

Tom Waes: ‘We leren bij over wetenschap en we kunnen de ruimte in. Maar elkaar gelijk behandelen en de wereld eerlijk verdelen, dat ligt precies moeilijker.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Staat u soms stil bij de ecologische impact van uw reizen?

“Ja. En het is een lullige oplossing, maar wij compenseren onze CO2-uitstoot via Greentrippers, een organisatie die klimaatprojecten steunt in ontwikkelingslanden en in Europa.”

U koopt met andere woorden een aflaat.

“Het is absurd, ik weet het. Maar de hypocrisie van mensen die met een elektrische auto rijden, is net hetzelfde. Voor de batterij hebben ze in een Congolese mijn een halve ton grond moeten omdraaien. Moet ik dan thuisblijven? Als je een smeltende gletsjer in Groenland wilt laten zien, moet je ernaartoe. We leven in zo’n politiek correcte wereld, dat je daar op sociale media direct voor wordt afgemaakt.”

En toch blijft dat niet aan u plakken. Wonderlijk bijna: ook na al die jaren bent u met geen enkele kleur of strekking te associëren. We weten dat u Sea Shepherd en UNICEF steunt, maar verder blijft u een onbeschreven blad. Is dat een reden waarom u door zoveel mensen graag gezien wordt?

“Maar wat wil je dan? Dat ik politieke uitspraken doe? Ik ben helemaal niet bezig met mijn imago. Wat ik een pest vind aan bekend zijn, is dat je over van alles een mening moet hebben. Mannekes, ik presenteer een reisprogramma. Als ik zeg dat Dubai een soort Disney World is voor kapitalisten, bellen de boekjes naar Tanja Dexters of Lesley-Ann Poppe, die daar op vakantie gaan. ‘BV’s verontwaardigd over uitspraken Tom Waes’, klinkt het dan, waarna ze bij mij terugkomen voor een reactie. (zucht) Hoe langer ik in die wereld vertoef, hoe meer ik daarvan weg wil.”

Is er een land waar u nooit meer naartoe wilt?

“Ik ben altijd blij als we weg zijn uit dictaturen; die landen wegen steeds meer op mijn gemoed. Ik ben blij dat ik Noord-Korea heb gezien, maar ik snap niet dat wij nog altijd toelaten dat dat land bestaat. Miljoenen mensen worden er geïndoctrineerd en er heerst een constante hongersnood. Naar Iran wil ik liever ook niet meer terug. Een fantastisch land, maar als je voelt dat de mensen niet vrij kunnen spreken, is de lol er snel af.”

Stel dat geld en middelen geen bezwaar waren: welk programma zou u dan nog willen maken?

“Iets over natuurfotografie. Als ik daar mijn boterham mee kon verdienen, was ik morgen weg. Sorry, dit wordt een nerdverhaal, maar een vriend heeft me eens meegenomen naar een fotografiehut in Barcelona. Ik voelde me de gelukkigste mens ter wereld. Wanneer je in zo’n hut zit te wachten op een vogel, dan is dat gewoon … heel fijn. We hebben het al aan de VRT voorgesteld, maar ze zien er niets in.”

Toch maar de zeilboot, dan?

“Ik weet het niet. Je kunt tegenwoordig geen expeditie meer ondernemen of alles wordt gefilmd met GoPro’s. Het is de ziekte van deze tijd: zie mij eens doen. Misschien moet ik gewoon een boot pakken en zeggen: ik ben weg, zonder camera’s. Maar nu niet, want ik ben nog volop aan het werk.”