Dit verandert op 1 januari: lonen stijgen, rookverbod op perrons en minimumpensioen voor meewerkende echtgenoten

Het nieuwe jaar is ingezet en dat gaat traditioneel gepaard met heel wat veranderingen. Zo betaal je in 2023 meer voor een pakketje of brief, studenten mogen meer uren werken en de premie voor zonnepanelen wordt gehalveerd. Een overzicht:

emke
Bron: Belga

Lonen van meer dan miljoen werknemers stijgen 11%

De grootste groep van werknemers die hun lonen zien stijgen op 1 januari, met 11,08%, valt onder het paritair comité 200. Ze zijn met een half miljoen. Onder meer IT’ers, maar ook werknemers van callcenters of bedienden in uitzendkantoren of in de grafische nijverheid behoren tot dat paritair comité.

Er zijn nog wel meer werknemers die hun loon vanaf januari aangepast zien aan de index. Dat is bijvoorbeeld het geval voor werknemers uit de voedingsnijverheid (10,96%), de handel in voedingswaren (11,08%), het goederenvervoer voor derden (10,96%), de bedienden van de internationale handel (11,19%), de horeca (10,964%), de verzekeringen (11,1905%) of het beheer van gebouwen en vastgoedmakelaars (11,08%). Alles samen gaat het om meer dan een miljoen werknemers. Hun lonen worden aangepast aan de stijgende inflatie. In heel wat sectoren gebeurt dat een keer per jaar, vaak op 1 januari.

Tarief drinkwater wordt iets duurder

In 2023 zal een gemiddeld gezin met een gemiddeld verbruik op jaarbasis ongeveer 17 euro meer betalen voor de component drinkwater op de waterfactuur in vergelijking met 2022. Dat berekende de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De lichte stijging is het gevolg van de nieuwe tarieven voor drinkwater die de WaterRegulator, die deel uitmaakt van de VMM, eind december goedkeurde.

Elke zes jaar moeten de verschillende watermaatschappijen een tariefplan indienen bij de WaterRegulator. Dat was afgelopen zomer het geval voor Aquaduin, AGSO Knokke-Heist, De Watergroep en Farys voor de periode 2023-2028. De Antwerpse drinkwaterbedrijven Pidpa en Water-link kregen een jaar uitstel wegens hun fusie. Met uitzondering van Aquaduin, dat actief is in de Westhoek, vroegen alle watermaatschappijen toen een verhoging van het tarief voor drinkwater. Ze moesten daarbij hun prijswijziging staven met investeringsplannen, economische vooruitzichten of verwachtingen rond het verbruikspatroon.

Het tarief voor drinkwater het laagst ligt bij AGSO Knokke-Heist. Daar betalen verbruikers 2,1 euro per 1.000 liter water. Farys, dat vooral actief is in Oost-Vlaanderen, mag een maximumtarief van 2,53 euro per 1.000 liter aanrekenen. Drinkwaterbedrijf Aquaduin laat weten dat het, zoals verwacht, naast de indexering geen verdere prijsverhoging voorziet in 2023. Gebruikers betalen er 2,13 euro per 1.000 liter. De Watergroep tot slot, dat buiten Antwerpen in alle provincies actief is, mag op 2,26 euro per kubieke meter rekenen.

De prijswijziging van het drinkwater is slechts een component uit de waterfactuur. Naast kosten voor de productie en levering van drinkwater zijn er ook kosten voor waterzuivering en afvoer. Via de tariefregulering oordeelt de WaterRegulator enkel over de variabele prijzen die waterbedrijven de komende zes jaar mogen aanrekenen voor het verbruik per 1.000 liter. Die maximumtarieven worden elk jaar geïndexeerd.

In 2022 bedroeg de waterfactuur voor een gemiddeld gezin met een gemiddeld verbruik 400 euro. Het is nog onduidelijk hoeveel dat gemiddelde in 2023 zal bedragen, omdat de VMM pas in februari zicht heeft op de gemeentelijke saneringsvergoeding (kosten voor afvoer, red.). De WaterRegulator onderzoekt nu verder de “redelijkheid” van de vergoedingen die de waterbedrijven aanrekenen aan de gemeenten. Voor Farys, dat vooral actief is in Oost-Vlaanderen, keurde de WaterRegulator daarom een “voorwaardelijk” tarief goed.

©  shutterstock

Algemeen rookverbod op het perron

Vanaf 1 januari geldt er aan algemeen rookverbod in alle 550 treinstations in België. Dat verbod geldt ook in open lucht: roken en vapen mag dus ook niet meer op het perron.

Het volledige rookverbod is de laatste stap in het rookvrij maken van het spoorwegdomein. Sinds 2004 mag er niet meer gerookt worden in de trein, en later kwam er ook een rookverbod in de stations en op overdekte perrons. Concreet zullen alle asbakken van de perrons worden verwijderd en zullen er verbodsborden worden opgehangen. Wie het verbod overtreedt, riskeert een boete van minstens 50 euro.

Uit een proefproject in de stations van Mechelen en Charleroi bleek dat “het rookverbod goed werd onthaald en gerespecteerd”. Uit een enquête zou ook blijken dat zeven op de tien reizigers voorstanders zijn van rookvrije perrons.

Volgens de NMBS leidt het algemene rookverbod tot meer duidelijkheid (geen onderscheid meer tussen overdekte perrons en perrons in open lucht), meer netheid (geen peuken meer op de grond) en is het ook goed voor de gezondheid. “Een tabaksvrije omgeving beschermt reizigers en spoorwegpersoneel tegen de schadelijke gevolgen ervan. Dit gaat ook kopieergedrag tegen, met name bij jongeren en kinderen die gebruikmaken van de perrons”, zo zei de NMBS onlangs.

Het algemeen rookverbod in de stations is ook een politieke beslissing. “De maatregel zal zorgen voor gezondere lucht op de perrons en zal vooral ook de druk verminderen voor jongeren die gestopt zijn, of willen stoppen met roken”, aldus minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo).

©  Harold Versteeg | Hollandse Hoogte

Terugkeer naar normale procedure voor invoeren tijdelijke werkloosheid

Op 1 januari komt er een einde aan de vereenvoudigde regeling voor tijdelijke werkloosheid. Vanaf dan gelden opnieuw de normale procedures om tijdelijke werkloosheid in te voeren, wat betekent dat werkgevers en werknemers vanaf 1 januari opnieuw aan een aantal administratieve verplichtingen zullen moeten voldoen.

Zo zullen de werkgevers opnieuw genummerde controlekaarten C3.2A moeten afleveren aan elke werknemer die tijdelijk werkloos is, ongeacht de reden is van die tijdelijke werkloosheid. De werkgever moet daarnaast ook opnieuw een papieren of elektronisch validatieboek bijhouden, als het gaat om tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken en slecht weer.

Samen met het einde van de vereenvoudigde regeling komt er ook een einde aan de vereenvoudigde uitkeringsaanvraag. Naast de klassieke regeling voor arbeiders en bedienden kunnen energie-intensieve bedrijven nog tot eind maart het bijzondere stelsel tijdelijke werkloosheid voor de energiecrisis inroepen.

Capaciteitstarief doet intrede op stroomfactuur van Vlaamse gezinnen

Op 1 januari doet het capaciteitstarief zijn intrede op de stroomfactuur van de Vlaamse gezinnen. Een deel van de factuur wordt voortaan bepaald door ons piekverbruik. “Voor de meeste gezinnen zal dat niet zo heel veel veranderen”, verzekert de Vlaamse energieregulator Vreg. Mensen hoeven hun dagelijkse dus routine niet om te gooien en het nieuwe tarief zal niet leiden tot een torenhoge stroomfactuur. Wie zijn verbruik spreidt, zal minder betalen dan wie dat niet doet. Concreet zal 7% van de factuur worden bepaald door het piekverbruik of hoe zwaar het stroomnet wordt belast. Het overgrote deel van de factuur blijft dus afhankelijk van het verbruik.

De berekening gebeurt op basis van gemeten maandpieken. Dat kan enkel voor wie een digitale meter heeft. Wie nog een klassieke meter hangen heeft, betaalt een vast bedrag. Er is overigens ook een minimumbedrag voor het gebruik van het net. Het nettarief is ook op elk moment hetzelfde: het verschil tussen dag- en nachturen verdwijnt op die manier voor het netgebruik.

16% van de Vlaamse gezinnen heeft een sociaal tarief. Voor hen verandert er niets en is het capaciteitstarief niet van toepassing.

Bedoeling is om gezinnen en bedrijven ertoe aan te zetten om het verbruik van vooral zware toestellen, denk aan een warmtepomp of een elektrische wagen, te spreiden. Door de energietransitie zullen we immers steeds minder fossiele brandstoffen gebruiken, en meer elektriciteit. Dat zorgt voor een hogere belasting van het stroomnet. Door het net efficiënt te gebruiken en het verbruik te spreiden, kunnen miljarden zware investeringen in dat net worden vermeden. Op die manier blijven de nettarieven in de toekomst voor iedereen betaalbaar, argumenteert de regulator.

©  blg

Maximale aantal uren studentenarbeid stijgt naar 600

Het maximale aantal uren dat studenten kunnen werken aan een voordelig tarief zonder het kindergeld te verliezen stijgt op 1 januari van 475 naar 600 uur per jaar. Dat staat in de meerjarenbegroting voor 2023-2024 van de federale regering. De maatregel duurt zeker tot en met 2024. Daarnaast wordt het systeem van de flexi-jobs uitgebreid naar de landbouw, de evenementen- en cultuursector, de zorg en de sport.

Het voorstel voor de maatregel rond studentenarbeid kwam uit de koker van Open Vld-vicepremier Vincent Van Quickenborne. Ook Horeca Vlaanderen en Unizo zijn voorstander. “Het zijn zeer nuttige maatregelen waar we al lang voor pleiten. Deze uitbreiding van de uren verstoort de markt dus niet, maar is wel cruciaal voor die bedrijven die er een beroep op doen.”

Toch klinkt er ook kritiek. Volgens de christelijke vakbond ACV is de maatregel vooral goed nieuws voor de werkgevers. De studenten zullen langer werken aan een lager loon, luidt het. “Je betaalt na je 475 uren namelijk wel een hogere sociale zekerheidsbijdrage, maar krijgt er een werkbonus en vakantiegeld voor in de plaats.”

Nieuwe huiseigenaars krijgen vijf jaar tijd voor energiezuinige renovaties

Wie in 2023 een huis of appartement koopt, krijgt vijf jaar de tijd om de woning EPC-label D te doen behalen. De renovatieplicht is een eerste stap in het plan van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) om uiteindelijk alle residentiële gebouwen energiezuinig te maken. Voor niet-residentiële gebouwen bestond zo’n verplichting al, en die wordt nu uitgebreid.

Een energieprestatiecertificaat, of EPC, geeft weer hoe energiezuinig een gebouw is. Vanaf 2023 start het plan om gebouwen gefaseerd op te werken naar het beste label, A. En er is nog werk aan de winkel: de gemiddelde woning in België heeft momenteel een energielabel D. Daarom worden nieuwe eigenaars van woningen met label E of F verplicht om te renoveren. De termijn van vijf jaar gaat in met het verlijden van de akte. Haalt u het renovatiedoel van minimaal label D niet tijdig, dan riskeer je een boete van 500 tot 200.000 euro.

Ook het renteloze renovatiekrediet, dat tot voor kort tussenbeide kon komen, wordt hervormd. Het is niet langer renteloos. De volledige terugbetaling van de rente wordt vanaf 2023 vervangen door een rentesubsidie. Hoe energiezuiniger de verbouwingen, hoe hoger die steun: 2% voor renovaties tot label D, 2,5% voor label C, 3% voor label B en 3,5% voor label A.

De nieuwe doelstelling geldt bij een notariële overdracht in volle eigendom, zoals een aankoop of schenking, en bij het vestigen van een opstalrecht of erfpacht. Andere vormen, zoals de overdracht van aandelen, een erfenis of schenking met behoud van vruchtgebruik, vallen niet onder de maatregel. Ook tijdelijke constructies en beschermde monumenten zijn vrijgesteld.

Niet-residentiële gebouwen moesten in 2022 al aan bepaalde energiebesparende voorwaarden voldoen. Vanaf 1 januari wordt dat pakket uitgebreid. Binnen vijf jaar na de overdracht moet de eigenaar minimaal 5% hernieuwbare energie (of label E) gebruiken.

©  Hollandse Hoogte / Tom van Limpt

Koffiecapsules mogen voortaan in pmd-zak

Vanaf 1 januari mogen alle koffiecapsules in de blauwe pmd-zak. Fost Plus, het bedrijf achter de pmd-zakken, heeft daarvoor een akkoord gesloten met de producenten Nespresso, Nestlé (voor de Starbucks by Nespresso, Nescafé Farmers Origins en Nescafé Dolce Gusto) en JDE Peet’s (L’Or en Douwe Egberts).

Tot nog toe werden veel capsules gewoon weggegooid, terwijl ze nochtans nog veel waardevolle materialen bevatten.

Na jaren van onderzoek met Nespresso heeft het bedrijf Fost Plus een recyclagesysteem uitgewerkt, waar ook concurrenten van de koffiemaker zich bij hebben aangesloten. De pmd-centra worden aangepast om de capsules uit te sorteren, waarna ze door een Duitse en Nederlandse partner worden gerecycleerd. In heel het land zullen hierdoor alle koffie- en andere drankencapsules, zowel van aluminium als van plastic, in de blauwe zak mogen.

Sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas gaan omhoog

De sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas gaan op 1 januari omhoog. Het elektriciteitstarief stijgt gemiddeld met 7,8% en dat van aardgas met 9,7%. Dat blijkt uit gegevens van de federale energieregulator CREG.

Het sociaal tarief enkelvoudig voor elektriciteit gaat naar 28,579 cent per kilowattuur inclusief btw. Het sociaal tarief voor aardgas zal 3,729 cent per kilowattuur bedragen, inclusief btw.

Het sociaal tarief is een verminderd tarief voor bepaalde categorieën personen of huishoudens, bijvoorbeeld mensen die recht hebben op een leefloon, bewoners van een sociale woning of ouderen met inkomensgarantie. Naar schatting 2 miljoen mensen hebben er recht op. Het tarief is bij alle energieleveranciers hetzelfde, en wordt elke drie maanden vastgelegd door de CREG.

©  ROBIN UTRECHT

Zowat 17.000 meewerkende echtgenoten krijgen toegang tot minimumpensioen

Partners - gehuwd of wettelijk samenwonend - van zelfstandigen die minstens 90 dagen per jaar meewerken in de zaak en geen andere inkomsten hebben, krijgen het statuut van meewerkende echtgenoten. Al meer dan 15 jaar kunnen zij ook pensioenrechten opbouwen, maar voor veel oudere meewerkende partners kwam dat te laat, omdat ze niet voldoende loopbaanjaren op de teller hebben staan om een minimumpensioen te kunnen krijgen.

Op initiatief van minister van Zelfstandigen David Clarinval (MR) is de referteperiode voor de berekening nu aangepast, waardoor de meewerkende echtgenoten geboren tussen 1956 en 1968 nu wel in aanmerking zullen komen voor het minimumpensioen. Het gaat om 17.326 mensen, van wie 88% vrouwen zijn, aldus de minister. De maatregel treedt in werking voor alle pensioenen die vanaf 1 januari 2023 ingaan.

Premie voor zonnepanelen halveert

De premie voor wie zonnepanelen op een dak installeert in Vlaanderen, wordt in 2023 gehalveerd tot maximaal 750 euro. De premie wordt berekend op basis van het vermogen van de zonnepanelen zelf (en dus niet het vermogen van de omvormer). Ze bedraagt 150 euro per kilowattpiek (kWp) voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 75 euro per kWp van 4 tot 6 kWp. Dat komt overeen met maximaal 750 euro. De premie is bovendien begrensd tot 40% van de investeringskosten inclusief btw, vermeld op de facturen.

In 2024 zal de premie normaal gezien nog eens halveren, vanaf 2025 zal ze verdwijnen. Het is de datum van de keuring van de installatie die telt voor de premie. Zij moet worden aangevraagd bij netbeheerder Fluvius. Onder meer Nelectra, de federatie voor de elektrosector, had erop aangedrongen om het premiebedrag van 2022 - maximaal 1.500 euro - te verlengen. Veel mensen die dit jaar zonnepanelen hebben besteld en dus rekenden op een hogere premie, wachten er al maanden tevergeefs op omdat de installateurs door leveringsproblemen grote achterstand hebben opgelopen.

Maar Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) ging niet op die vraag in. De halvering op 1 januari blijft behouden. “We bouwen af omdat we niet willen vervallen in oversubsidies”, zei Demir begin oktober in het Vlaams Parlement. “Experts zeggen dat de premies niet meer nodig zijn voor de rendabiliteit.”

©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Bijkomende RSZ-bijdrage moet overmatig gebruik van dagcontracten in interimsector beperken

Vanaf 1 januari 2023 moeten bedrijven een bijkomende RSZ-bijdrage per uitzendkracht per dag betalen vanaf ze per semester meer dan 40 opeenvolgende dagcontracten toekennen. Dat moet het overmatige gebruik van dagcontracten in de interimsector aan banden leggen. In juli werd daarover een akkoord bereikt in de Nationale Arbeidsraad, dat ook van toepassing is op jobstudenten.

Tussen 2015 en 2020 was de helft van alle interimcontracten dagcontracten. Die worden lang niet alleen gebruikt om onvoorspelbare piekmomenten op te vangen, laakten de vakbonden in juli. “Door te werken met opeenvolgende dagcontracten schuiven bedrijven de kost voor superflexibele arbeid af op de sociale zekerheid. Mensen die met dagcontracten werken, zijn vaker werkloos en kunnen bij ziekte niet terugvallen op gewaarborgd loon betaald door de werkgever”, klonk het bij de vakbonden. “Dagcontracten resulteren ook in zeer veel onzekerheid voor de betrokken interimmers, zowel financieel als in de planning van hun privéleven.”

“Tienduizenden uitzendkrachten worden, soms zelfs weken of maanden aan een stuk, tewerkgesteld met opeenvolgende dagcontracten. Ze bevinden zich daardoor in een precaire situatie, waarin het combineren van werk en privéleven allerminst evident is”, erkent ook federaal minister van Economie en Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS).

Volgens het akkoord stijgt de bijzondere RSZ-bijdrage die bedrijven moeten betalen naarmate het aantal opeenvolgende dagcontracten stijgt: bij 40 tot 59 opeenvolgende dagcontracten gaat het om 10 euro per uitzendkracht per dag, bij meer dan 100 opeenvolgende dagcontracten loopt het bedrag op tot 40 euro per uitzendkracht per dag. Naast het ontraden van dagcontracten door de bijkomende bijdrage blijft het principe overeind dat dagcontracten enkel gebruikt kunnen worden wanneer daarvoor een noodzaak is, zonder dat dat een businessmodel mag worden, werd bevestigd in de Nationale Arbeidsraad.

Leerkrachten kunnen eenvoudiger terug naar de klas na lange ziekte

Leerkrachten kunnen vanaf 1 januari na een langdurige ziekte eenvoudiger terugkeren naar de klas. Voorheen moesten ze minstens de helft van hun opdracht weer opnemen, maar nu wordt tewerkstelling vanaf 20% mogelijk.

“Op dit moment zien we dat veel langdurig zieken volledig in ziekteverlof blijven omdat halftijds starten te zwaar is. De regelgeving stond een stapsgewijze en menselijke terugkeer al lang in de weg”, legt Weyts uit. Zo kan je na een periode van ziekteverlof deeltijds gaan lesgeven via het stelsel van verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte. Dat moet dan wel meteen halftijds en bovendien kunnen jonge leerkrachten vaak geen beroep doen op dat stelsel.

Nu zullen leerkrachten na een langdurige ziekte aan 20% tewerkstelling kunnen herstarten. Tijdens het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte zou wie kan, dus al één dag per week kunnen terugkeren of enkele uren per dag opnemen. Het loon zou dan worden aangevuld met een ziekte-uitkering.

De nieuwe regelgeving zorgt er ook voor dat een gewoon doktersbriefje volstaat om ziekte te verantwoorden. Vroeger was een speciaal medisch attest verreist dat enkel voor leerkrachten bestond, maar minister Weyts schrapt dat attest nu volledig.

©  An Nelissen

Tolken bij theoretische rijexamens voortaan vervangen door hoofdtelefoon

In plaats van tolken, krijgen niet-Nederlandstaligen vanaf 1 januari 2023 bijstand van een audiovertaling bij het afleggen van hun theoretisch rijexamen. Die is beschikbaar in het Frans, Duits of Engels.

Bij het afleggen kan iemand kiezen om met een hoofdtelefoon de vragen op het blad ook voorgelezen te krijgen. Dat gebeurt dan eerst in het Nederlands en dan in de gekozen taal. Wettelijk is voorzien dat de kandidaat het examen kan afleggen in vier talen, voor andere talen zijn dus geen vertalingen beschikbaar.

De maatregel kadert in een breder traject om fraude bij rijexamens tegen te gaan. Ook is het bijbehorende prijskaartje een stuk kleiner. De retributie voor het inschakelen van een beëdigd tolk, die de kandidaat zelf bijlegt, bedraagt vandaag 55 euro, ten opzichte van 35 euro voor de audiovertaling. Dit tarief wordt wel nog geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van eind december 2022.

Diesel op basis van palm- en sojaolie wordt gebannen

De federale regering doet het gebruik van palm- en sojaolie voor transport in de ban. Voor palmolie is dat op 1 januari, voor sojaolie op 1 juli 2023. De zogenaamde biobrandstoffen hebben vanuit klimaatoogpunt geen voordeel ten opzichte van fossiele brandstoffen, zei minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen).

Palm- en sojaolie worden soms bijgemengd in diesel. Het gaat in principe om biobrandstoffen, maar ze veroorzaken wel ontbossing op grote schaal. “Ze kosten de consument geld aan de pomp en in plaats van minder veroorzaken ze méér uitstoot door de massale ontbossing om deze gewassen te telen. Gekker dan dit moet het niet worden”, aldus Van der Straeten.

Omdat palm- en sojaolie niet meer zullen meetellen voor de verplichtingen inzake hernieuwbare energie in transport waaraan brandstofleveranciers moeten voldoen, hoopt de regering de stimulus weg te nemen zodat het gebruik ervan wordt uitgefaseerd.

Volgens Van der Straeten werkt de regering nog aan een bredere afbouw of uitfasering van de eerste generatie biobrandstoffen, die gebaseerd zijn op voedsel en voedergewassen. “Op deze manier evolueren we naar biobrandstoffen van andere generaties. Dit is geen eindpunt.” Ook investeringen in elektrisch vervoer en het spoor moeten het gebruik van verouderde biobrandstoffen afremmen.

©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Motorfietsen ook verplicht naar de keuring

Motorfietsen moeten voortaan na een ongeval of bij een doorverkoop verplicht naar de keuring. Dat heeft het Departement Mobiliteit en Openbare Werken gemeld. Eigenaars kunnen terecht bij vijftien van de huidige Vlaamse keuringscentra.

Op basis van een Europese richtlijn voert de Vlaamse regering vanaf 1 januari 2023 voor motorfietsen, net als voor auto’s, een keuring in. Die zal niet periodiek gebeuren, maar wel bij een tweedehandsverkoop of als de motoren betrokken waren bij een ongeval. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) schat dat het in het eerste geval om jaarlijks 300.000 keuringen zal gaan en ongeveer 200 in het tweede. Voor een afspraak bij de technische keuring betalen eigenaars 48,10 euro. De nadruk zal liggen op de verkeersveiligheid en de milieu- en consumentenbescherming.

De keuring wordt verplicht voor motorfietsen, driewielers en vierwielers met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van meer dan 125 cc. Ook elektrische en hybride motorfietsen zijn onderhevig, als ze een maximumvermogen hebben van meer dan 11 kilowatt en een maximumsnelheid hoger dan 45 kilometer per uur.

©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Langdurig werklozen moeten gemeenschapsdienst doen

Wie langer dan twee jaar werkloos is, moet vanaf begin 2023 gemeenschapsdienst doen. Dat heeft de Vlaamse regering beslist. Weigeraars dreigen hun uitkering te verliezen. De beslissing voor de invoering van de verplichte gemeenschapsdienst, maakte deel uit van het Vlaamse regeerakkoord.

Een langdurig werkloze zal een taak krijgen bij een lokaal bestuur, zoals straatveger, begeleider op de schoolbus of bij de groendienst. Dat kan voor maximaal 64 uur per maand. De werk­loze behoudt zijn uitkering, die wordt aangevuld met een vergoeding van 1,30 euro per uur. Het is aan de arbeidsbemiddelaar VDAB om samen met de werkloze te bepalen of die verplicht aan de slag moet.

In Vlaanderen zijn 70.000 mensen langer dan twee jaar werkloos. Voormalig Vlaams minister van Werk Hilde Crevits, die de drijvende kracht is achter de invoering van de gemeenschapsdienst, redeneerde dat de gemeenschapsdienst de arbeidsattitude, zoals stiptheid of samenwerken met collega’s, kan aanscherpen. “Mensen die meer dan twee jaar op zoek zijn, staan erg ver van de arbeidsmarkt. Ik wil hen weer zin geven om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten”, zei ze daarover. Zieken zijn vrijgesteld van de plicht, net als werklozen van wie de VDAB meent dat het niet past in hun traject naar een baan.

Deze maatregel is bedoeld als een positief traject voor langdurig werkzoekenden, niet als straf. De werkzoekende krijgt de kans enkele competenties aan te scherpen, krijgt een laagdrempelige opstart en levert een maatschappelijke bijdrage.

Pony’s, paarden of paardachtigen mogen niet meer gebruikt worden in kermiscarrousels

Vanaf 1 januari 2023 mogen pony’s, paarden of paardachtigen niet langer gebruikt worden op kermissen, jaarmarkten en aanverwante evenementen. Dat besliste minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA).

Het zal vanaf nu dus afgelopen zijn met een ritje op een paard of pony die rondjes draait in een carrousel op een kermis of jaarmarkt. Om een einde te maken aan deze achterhaalde praktijk werkte Weyts in 2020 een uitdoofbeleid uit.

Kermisponyhouders kregen een overgangsperiode tot en met 31 december 2022 en er werd een compensatieregeling voorzien waarbij het welzijn van de dieren gegarandeerd zal worden.

©  BELGA

Kerkelijke huwelijken en uitvaarten kosten voortaan 300 euro

In alle Vlaamse bisdommen ligt het tarief voor kerkelijke huwelijken en uitvaarten vanaf 1 januari op 300 euro. Dat is 25 euro meer dan het huidige bedrag van 275 euro.

De prijsstijging geldt zowel in het aartsbisdom Mechelen-Brussel als in de bisdommen Antwerpen, Brugge, Gent en Hasselt. De Bisschoppenconferentie wijst op “de inflatie, oplopende energierekeningen en andere kosten eigen aan het kerkgebouw” als reden voor de tariefverhoging. De laatste keer dat de prijs werd verhoogd, was in 2019. Toen was er ook een prijstoename van 25 euro.

Uit het jaarrapport van de Katholieke Kerk bleek dat er opnieuw een daling was van het aantal mensen dat trouwde voor de Kerk. In 2021 werden zowat 4.035 kerkelijke huwelijken voltrokken, tegenover 5.971 in 2019. Daarnaast vonden 41.760 kerkelijke uitvaarten plaats in 2021, ofwel 37,2% van alle overlijdens. In 2019 waren dat 44.920 kerkelijke uitvaarten, of 41,3% van alle overlijdens.

Responsabilisering langdurig zieken gaat van start

Bedrijven met relatief veel langdurige werknemers kunnen vanaf 1 januari een financiële sanctie krijgen. De langdurig zieken zelf verliezen 2,5% van hun uitkering als ze na lang aandringen blijven weigeren om mee te werken aan het re-integratieproces. De nieuwe maatregelen maken deel uit van het ‘Terug naar Werk’-plan van federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).

De regering kondigde in oktober vorig jaar al aan dat er werk gemaakt werd van de responsabilisering van langdurig zieken, maar ook van bedrijven, mutualiteiten en artsen. De plannen maken deel uit van het voornemen van de regering om de werkzaamheidsgraad op te krikken tot 80%.

De wet roept een mechanisme in het leven om zowel langdurig zieke werknemers als hun werkgevers financieel te sanctioneren, zij het na een hele cascade aan verwittigingen. Langdurig zieken kunnen zo 2,5% van hun uitkering verliezen als ze na lang aandringen blijven weigeren om mee te werken aan hun re-integratie op de werkvloer. Bedrijven waar in de laatste vier kwartalen zeker drie werknemers zijn uitgevallen voor minstens twaalf maanden én waarbij het aantal langdurig zieken drie keer hoger ligt dan het gemiddelde in de privé en twee keer hoger dan het gemiddelde in de eigen sector, betalen per kwartaal een bijdrage van 0,635% op de lonen, wat neerkomt op 2,5% op jaarbasis.

Vanuit het middenveld komt kritiek op het ontwerp. Volgens de christelijke vakbond ACV en het christelijke ziekenfonds CM gaat het om maatregelen die niet effectief zijn, duwen ze zieken verder in de miserie en leiden ze de aandacht af van de hoofdoorzaak van een half miljoen langdurig zieken: het niet aanpakken van ziekmakend werk.

Fiscaal voordeel voor installeren van laadpalen wordt verlaagd

Het fiscaal voordeel voor het installeren van laadpalen vermindert, zowel voor particulieren als bedrijven. De regeling werd in september 2021 door de federale regering ingevoerd om een versnelde aangroei van de laadinfrastructuur voor elektrische wagens mogelijk maken in ons land.

Het fiscaal voordeel voor particulieren, zowel eigenaars als huurders, zakt op 1 januari 2023 van 45 naar 30%, op 1 januari 2024 naar 15%. Het voordeel wordt volgens federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) stelselmatig afgebouwd om mensen aan te zetten tot een snelle investering. Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend is wel beperkt tot 1.500 euro per laadpaal en per belastingplichtige. Het laadstation moet bovendien “intelligent” zijn en mag enkel gebruikmaken van groene stroom.

Ook bedrijven worden via een verhoogde investeringsaftrek gestimuleerd om laadpalen te plaatsen. Voor hen wordt het voordeel op 1 januari 2023 afgebouwd van 200 naar 150%. Hun laadinfrastructuur moet tijdens een deel van de dag ook toegankelijk zijn voor andere gebruikers.

©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Brieven en pakjes verzenden wordt duurder

Postbedrijf Bpost verhoogt vanaf 1 januari een aantal posttarieven fors. Het bedrijf verwijst naar stijgende kosten door de inflatie, loonindexeringen en dalende postvolumes.

Voor een non-priorzegel betaal je vandaag 1,19 euro per stuk en vanaf 1 januari betaal je 1,39 euro. Wie een vel van tien stuks koopt, betaalt 1,36 euro per non-priorzegel. Tegenover 2019, toen deze postzegel werd ingevoerd, steeg de prijs al met bijna de helft.

Het priortarief stijgt begin volgend jaar met tot 2,17 euro per stuk. Nu kost een priorzegel 1,89 euro. Wie een vel met tien priorzegels koopt, betaalt 2,14 euro per stuk. Tegenover 2017 verdrievoudigde de prijs.

Ook de prijs om een pakje te verzenden, stijgt begin volgend jaar. Zo zal de Mini Colis Small-eenheidsprijs (max. 1 kilo) van 4,60 euro naar 5,60 euro gaan. Internationale zendingen worden tot 21% duurder. “Met deze prijsaanpassing kunnen we elke burger een hoogwaardige universele postdienst blijven garanderen zonder subsidie van de Belgische staat”, zegt Bpost.

©  Christophe Vandercam

Dienstencheques worden een euro duurder in Brussel

Een dienstencheque kost vanaf 1 januari 10 in plaats van 9 euro in Brussel. Voor frequente gebruikers zal de prijs zelfs oplopen tot 12 euro.

De belastingaftrek blijft echter op 15% op de eerste 163 gekochte dienstencheques per persoon per belastingjaar. De belastingvermindering zal dus 1,50 euro per dienstencheque bedragen, aldus het kabinet van Brussels minister van Werkgelegenheid, Bernard Clerfayt.

Brusselaars kunnen maximaal 500 dienstencheques per kalenderjaar bestellen. De eerste 300 kosten 10 euro per stuk, de volgende 200 gaan voor 12 euro per stuk over de toonbank. Vroeger was dat respectievelijk 9 en 10 euro per dienstencheque.

©  FRED DEBROCK

Woning kopen in Brussel wordt iets goedkoper

Met een verlaging van de Brusselse registratierechten moet de aankoop van een enige woning in het Hoofdstedelijk Gewest goedkoper worden. Concreet wijzigt het ‘abattement’, of de korting op de Brusselse registratierechten. Die korting zal gelden op een eerste schijf van 200.000 euro, in plaats van 175.000 euro.

Er komt ook een bijkomende korting voor wie de woning grondig renoveert op energievlak: per sprong van energieklasse wordt 25.000 euro extra vrijgesteld van registratierechten. Tot slot trekt het Brusselse Gewest het plafond om in aanmerking te komen voor het abattement op, van 500.000 tot 600.000 euro.

Volgens Brussels minister van Financiën Sven Gatz (Open Vld) kost de hervorming alles samen 30 à 40 miljoen euro, maar is de maatregel budgetneutraal door de stijgende inkomsten van de registratierechten. Het bedrag wordt daarom niet in de begroting ingeschreven.

Brusselaars die van het abattement willen genieten, moeten zich binnen de drie jaar vestigen in het pand in kwestie. Voor de aanvragers van het abattement voor energierenovaties is dat binnen de vijf jaar.

Brussels gewest verlaagt steun voor eigenaars van zonnepanelen

Als enige gewest kent Brussel nog groenestroomcertificaten toe voor wie zonnepanelen installeert, maar vanaf 1 januari 2023 wordt die steun verlaagd. De Brusselse regulator voor de elektriciteitsmarkt, Brugel, wijst erop dat het rendement van zonnepanelen verhoogd is door de gestegen elektriciteitsprijs, en heeft daarom voorgesteld de steun met 19 tot 30% te verlagen. De Brusselse regering is dat voorstel gevolgd.

Het aangepaste bedrag voor de groenestroomcertificaten zou het mogelijk moeten maken om nieuwe pv-installaties binnen de zeven jaar te kunnen terugverdienen.

Voor eigenaars met een kleine installatie, met een vermogen van minder of gelijk aan 5 kilowattpiek, gaat het om een verlaging met 30%, tot nog 1,9 groenestroomcertificaten per MWh zonnestroom. Voor de grootste installaties, op de daken van grote bedrijven, gaat het om een verlaging met ongeveer 20%.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen