©  BELGA

Eli Iserbyt kruipt met eerste zege in twee maanden uit diep dal: “Heb dikwijls gedacht om het seizoen te stoppen”

Er was een beetje meeval mee gemoeid. Eli Iserbyt gaf het grif toe. Zonder die val van Pidcock in de slotronde had hij nooit gewonnen in Baal. Maar dat deed de zege niet minder zoet smaken. Na twee zware maanden van fysieke ellende kon Iserbyt eindelijk weer winnen. “Ik heb de laatste twee maanden meer mét dan zonder pijn geleefd”, sprak hij vol opluchting. “Fysiek en mentaal heb ik het heel moeilijk gehad.”

Michael Van Damme

Het moment waarop Iserbyt besefte dat hij voor het eerst sinds 29 oktober weer een cross kon winnen? “Net voor we die afdaling met al die bergjes in de laatste ronde ingingen”, glimlachte hij. “Pidcock reed al een hele cross voor ons uit. Bovenaan keek ik naar links om te zien op welk bergje hij al was. Plots zag ik hem niet meer. Even dacht ik nog dat hij zoveel voorsprong had genomen dat hij uit beeld was. Tot iemand riep: ‘Opgepast, hij ligt daar ergens’. Dan wist ik dat de zege weer mogelijk was.”

©  BELGA

Iserbyt kreeg gelijk. Pidcock sprong nog wel op zijn fiets, gaf even de indruk zich te kunnen herstellen, maar, aldus Iserbyt: “Met de ervaring van het begin van het seizoen kon ik de cross nog naar mijn hand zetten.” Iserbyt één, Vanthourenhout twee, Pidcock drie. Met grote dank aan de gevallen Brit. Maar dat kon Iserbyt even gestolen worden. Geen veldrijder die aan zo’n turbulent seizoen bezig is als hij. Onstuitbaar in september en oktober, goed voor vijf zeges, waarvan drie van van Wereldbekerniveau, tot hij plots met een onduidelijke pijn in de onderrug en aan het linkerbeen begon te kampen. ‘Zenuwwortelpijn’. Of zoals Iserbyt het zelf zegt: ‘Iets speciaals en verschrikkelijk vervelends’. Hij mocht er van de dokters probleemloos mee verder fietsen, maar meedoen voor de zege lukte sindsdien niet meer. En dat hakte er flink op in, fysiek én mentaal. “Hoe lastig dit was?”, glimlachte hij in Baal flauw. “Dat vraag je best aan mijn vriendin. Het is voor hen niet evident geweest. Ik leefde iedere dag met pijn, ook buiten de koers. Dat is zwaar. Ik ben ook niet iemand die op zo’n moment buitenshuis een koffietje gaat drinken. Als het slecht met mij gaat, hang ik de hele dag in de zetel en ben ik ambetant.”

“Zeker als op hetzelfde moment ook nog eens Wout, Mathieu en Pidcock hun opwachting maken in de cross en de resultaten van de andere crossers plots negatiever worden bekeken. Maar vooral de pijn speelde mij parten. Ik heb dikwijls gedacht om ermee te stoppen voor dit seizoen en te rusten. Het was ook moeilijk uit te leggen. Het ging altijd net goed genoeg om te fietsen. Maar ik wilde meer. Ik wilde ook presteren. Het was een constante strijd met mezelf. Balanceren op een dunne koord. Heel moeilijk.”

Tot het vorige week plots beter ging. Wat de klik heeft gegeven, weet Iserbyt nog altijd niet. “Na mij val in Val di Sole heb ik verplicht iets langer moeten rusten. Heeft dat ook mijn been goed gedaan?” Of zit de oorzaak bij zijn drie trainingsweken in december in Spanje? “Ik heb er alleszins mijn gedachten een beetje kunnen verzetten”, haalde hij de schouders op. Maar in eerst in Zolder en nadien in Diegem, waar hij mooi vierde werd na ‘de grote drie’, voelde hij dat de pijn plots veel minder was. Baal bracht de bevestiging. “Fysiek en mentaal ben ik weer voor 99,9 procent in orde”, stelde hij vast. En dat opent meteen weer perspectieven. Iserbyt leidt sinds zondag riant in de X20-trofee – hij kan onverhoopt nog altijd een klassement winnen. Maar vooral: over minder dan twee weken wacht een BK zonder Wout van Aert. Na de twee zwaarste maanden uit zijn loopbaan is een Belgische titel plots weer een mogelijkheid. “Het zou mooi zijn”, besloot Iserbyt. “Ik zal het niet de enige kans in mijn carrière noemen, maar zonder Van Aert is het wel een speciale kans, zeker op een parcours dat mij op het lijf geschreven is.”

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer