Vier doden door Israëlische luchtaanval op vliegveld van Damascus

De bombardementen vonden plaats rond 2 uur plaatselijke tijd. “De Israëlische vijand heeft een luchtaanval uitgevoerd met een spervuur van raketten, gericht op Damascus International Airport en de omgeving van de luchthaven. Daarbij zijn twee soldaten omgekomen en twee anderen gewond geraakt”, citeerde het officiële nieuwsagentschap Sana een Syrische militaire bron. De luchthaven is “buiten dienst”, klonk het tot slot.

Volgens het hoofd van het in Groot-Brittannië gevestigde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, was de Israëlische aanval gericht op “stellingen van Hezbollah en pro-Iraanse groepen in en rond de luchthaven, waaronder een wapenopslagplaats”. Ook kwamen “vier strijders, onder wie twee Syrische soldaten,” om het leven. De nationaliteit van de twee andere doden is nog niet duidelijk.

Sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011 voerde Israël al honderden luchtaanvallen op zijn buurland uit. Daarmee worden voornamelijk posities van het Syrische leger, pro-Iraanse troepen en de Libanese Hezbollah geviseerd. Met de aanvallen wil Israël naar eigen zeggen voorkomen dat Iran zijn invloed in Syrië uitbreidt.

Afgelopen juni lag het vliegveld van Damascus nog twee weken plat na een luchtaanval, nadat eerder de luchthaven van Aleppo twee keer het doelwit was van Israëlische bombardementen. In september kwamen volgens het Syrische regime bij een aanval op het hoofdstedelijke vliegveld nog vijf soldaten om. Met die laatste aanval zou Israël de aanvoerroutes van militaire steun uit Iran hebben willen uitschakelen.