Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTelevisie

Zo keken historici naar ‘Het verhaal van Vlaanderen’: ‘Ik zou leerkrachten zeker aanraden om dit aan hun leerlingen te tonen’

Een beeld uit de eerste aflevering. ‘Meestal wordt een beeld getoond van prehistorische mensen die het heel zwaar en moeilijk hebben. Maar dat viel in het echt behoorlijk mee en dat hebben de makers hier goed aangepakt.’Beeld © VRT

Ruim 1,1 miljoen kijkers stemden zondag af op Het verhaal van Vlaanderen. Zo vol zitten de collegebanken doorgaans niet. Hoe deed Tom Waes het als nationale geschiedenisprofessor? Philippe Crombé (UGent) en Fernand Collin (Préhistomuseum) vellen hun oordeel.

“Ik zou leerkrachten zeker aanraden om deze uitzending aan hun leerlingen te tonen”, zegt Fernand Collin vol lof over wat hij zag in de eerste aflevering van Het verhaal van Vlaanderen. Die aflevering toonde hoe de moderne mens voor het eerst een voet in het huidige Vlaanderen zette. En dat gebeurde volgens Collin, die directeur is van het prehistorisch museum in Flémalle, nabij Luik, op een originele manier.

“Tom Waes gebruikt inventieve trucjes om de ingewikkelde inhoud begrijpelijk uit te leggen. Bijvoorbeeld door met vlaggen in het landschap een tijdlijn te maken – zo is meteen duidelijk hoe ongelooflijk lang de prehistorie duurt. Tot mijn vreugde komen er bovendien ook veel kundige Vlaamse wetenschappers aan het woord.”

Onder hen Philippe Crombé, professor archeologie aan de UGent. Hij heeft inmiddels de hele aflevering bekeken en is tevreden. “Het is een flinke opdracht om in vijftig minuten een periode van 36.000 jaar te vangen, maar er is goed werk geleverd. Ik heb geen fouten kunnen ontdekken. De makers hebben hun research grondig gedaan en de dingen die aan bod komen, zijn wetenschappelijk onderbouwd.”

Presentator Tom Waes.Beeld © VRT

Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor de sfeerbeelden die in de aflevering zijn verwerkt. Zo wordt er een ontmoeting tussen een moderne mens en een neanderthaler geënsceneerd. De beide mensensoorten staan enige tijd dreigend tegenover elkaar, maar zien uiteindelijk af van een gewelddadige confrontatie.

Crombé: “Uit genetisch onderzoek weten we dat er contact is geweest tussen de neanderthaler en de moderne mens. De twee soorten zijn namelijk met elkaar gekruist. Hoe het contact verder precies is verlopen, is moeilijk te reconstrueren. Deze scène uit de eerste aflevering is dus hypothetisch. De kans dat de groepen elkaar in het landschap tegenkwamen was heel klein, want de bevolkingsdichtheid was in die tijd bijzonder laag. Maar het is gebeurd, zij het niet erg frequent. En dat is het belangrijkste.”

Ook Collin vindt dit soort reconstructies aanvaardbaar. “Zeker in vergelijking met andere documentaires hebben ze dat bij Het verhaal van Vlaanderen goed aangepakt. Meestal zijn de sfeerbeelden erg clichématig. De mannen, vrouwen en kinderen uit de prehistorie worden dan enkel als overlevers geportretteerd: ze hebben het vooral heel zwaar en moeilijk. Maar dat viel in het echt behoorlijk mee. Die beelden zijn de vrucht van wat wij geloven. Om de vergelijking met Plato’s allegorie van de grot te maken: het zijn schaduwen die wij aanzien voor de realiteit.”

Clichés

Door de vele clichés stroken onze ideeën over de prehistorie niet altijd met de historische werkelijkheid. Ten onrechte denken wij bijvoorbeeld dat de prehistorische mens sterk van ons verschilt, zo zegt Collin. “De homo sapiens van vandaag heeft dezelfde capaciteiten als de homo sapiens van de prehistorie. Ze beschikken allebei over sociale en culturele capaciteiten. Wie daar met een 21ste-eeuwse blik naar kijkt, denkt misschien dat de prehistorische mensen minder potentie hadden dan wij, maar dat is niet waar. Deze documentaire vormt een mooi tegenwicht, want de sfeerbeelden zijn realistisch en er komen veel experts aan bod.”

Populairwetenschappelijke aandacht, bijvoorbeeld in de vorm van dit soort televisie, is belangrijk, vindt ook Philippe Crombé. “Ik ben de makers heel dankbaar dat ze hun serie in de prehistorie begonnen zijn. Vaak wordt die periode vergeten of wat stiefmoederlijk behandeld. Het is mooi dat er nu een hele aflevering wordt gespendeerd aan wat toch het begin van onze geschiedenis is.”

Crombé hoopt dat de kennis over het vroege Vlaanderen zo wat wordt vergroot. “Veel mensen beseffen niet wat er allemaal in de Vlaamse bodem aanwezig is. Als ik vertel dat ik archeoloog ben, is de eerste reactie vaak: in welke landen heb je allemaal gewerkt? Terwijl ik mijn onderzoek al dertig jaar in Vlaanderen doe. Iedereen kent de mooie reportages uit Egypte, maar je hoeft niet naar het buitenland om spectaculaire vondsten te doen. Misschien dat mensen dat nu gaan inzien.”

Presentator Tom Waes benadrukt een aantal keer dat de prehistorie een ingewikkelde periode is. We weten er, zo zegt hij, eigenlijk maar heel weinig van. Maar Crombé verwacht de komende jaren veel vooruitgang. “Door archeologische vondsten is onze kennis de afgelopen twintig jaar flink toegenomen. Er zijn ook in Vlaanderen nog altijd onontdekte vindplaatsen. Zo is er ten noorden van Gent een vallei van 20 meter diep en 50 kilometer breed. Op de bodem liggen nog resten van neanderthalers. Ze zijn goed bewaard, want ze liggen diep en zijn goed afgedekt. Er is, kortom, nog meer dan genoeg werk voor de toekomstige generatie archeologen.”

En daarmee ook voor de toekomstige generatie televisiemakers. Want het definitieve verhaal van Vlaanderen is dus nog niet verteld.

Het verhaal van Vlaanderen is iedere zondag om 20 uur te zien op Eén.