Direct naar artikelinhoud
AchtergrondItalië

Regering-Meloni schaft werkloosheidsuitkering voor veel Italianen af: ‘Onverschilligheid tegenover armen’

Premier Giorgia Meloni lachend in de auto.Beeld ANP / EPA

De Italiaanse regering scherpt de criteria voor de bijstandsuitkering die sinds 2019 bestaat flink aan. Wie inzetbaar is moet werken, luidt het credo, maar dat is op de geplaagde Italiaanse arbeidsmarkt eenvoudiger gezegd dan gedaan.

Nachtdiensten, vakkenvullen, magazijnwerk: Antonio Vittozzi vindt het allemaal best, maar toch lukt het hem zelfs in Milaan, het economische hart van Italië, niet om vast werk te vinden. Zijn verlegen lach onthult een zwart gat op de plaats van zijn bovenste voortanden. Loco (gek), staat schuin boven zijn rechterwenkbrauw getatoeëerd, maar zijn stem is zacht en klinkt kinderlijker dan je zou verwachten van de 39-jarige vader van twee jonge dochters.

Vittozzi’s gezin is een van ongeveer 1,4 miljoen huishoudens in Italië die vanwege werkloosheid de in 2019 ingevoerde reddito di cittadinanza (‘burgerinkomen’) ontvangen. Hij hoort ook bij de groep ‘inzetbaren’, naar schatting zo’n 40 procent, die de uitkering in de loop van volgend jaar kwijtraakt, door een hervorming van de rechtse regering van Giorgia Meloni.

Anders dan de naam doet vermoeden, is het bedrag van gemiddeld 582 euro per maand zeker geen algemeen basisinkomen. Er zijn strenge eisen aan verbonden, aan inkomen, verblijf in Italië (minstens tien jaar) en er zijn een sollicitatieplicht en een sociale dienstplicht. Erg revolutionair is de uitkering vergeleken met het sociale vangnet van veel andere EU-landen dus niet, maar toch is de maatregel in Italië uiterst controversieel.

Giuseppe Conte, die het beleid in 2019 invoerde, deed het dankzij de uitkering beter dan verwacht bij de verkiezingen eind september. In Zuid-Italië onthaalden sommige dorpen hem tijdens de campagne juichend, met de eretitel ‘papa reddito’. Het kwam hem op harde kritiek te staan van politieke tegenstanders, die stelden dat Conte zijn stemmen kocht.

Oranje werkhesje

Ook voorstanders zoals Vittozzi, een van de kiezers die vanwege de uitkering op Contes Vijfsterrenbeweging stemden, vinden dat er details voor verbetering vatbaar zijn. Zo zitten er onlogische financiële prikkels in het systeem. “Maar”, zegt de Milanees, “de reddito is het enige concrete dat ik in mijn hele leven van de politiek gezien heb.”

Hij is al vier jaar werkloos, vertelt hij tijdens zijn koffiepauze in een bar in de zuidelijke periferie, gehuld in fluorescerend oranje werkhesje. Hij mag dan geen baan hebben, maar Vittozzi neemt zijn acht uur per week straatvegen, de ‘sociale dienst’ die als eis bij zijn uitkering hoort, uiterst serieus. Sterker: hij is er blij mee, en heeft aan coördinator Luigi Saraceno (56) gevraagd of hij meer dan één dag per week mag komen.

Giuseppe Conte van de Vijfsterrenbeweging heeft de bijnaam 'papa reddito' gekregen.Beeld ANP / EPA

Nee, zeker niet iedereen is zo, zegt Saraceno buiten gehoorsafstand van het groepje straatvegers, allen ontvangers van de bijstandsuitkering. Toch is hij positief over het re-integratieproject dat sinds augustus loopt, maar waarvan de toekomst door de hervorming hoogst onzeker is. Hoe het in het nieuwe jaar verder gaat? Saraceno haalt zijn schouders op; hij heeft nog geen idee, al lijkt het erop dat de reddito nog tot de zomer gefinancierd wordt.

Eén ding is wel duidelijk: premier Giorgia Meloni vindt dat mensen die ‘inzetbaar’ (occupabile) zijn geen recht hebben op een uitkering en bezuinigt daarop ruim 700 miljoen euro. Maar wat betekent inzetbaar precies? Niet zo eenvoudig, vindt Saraceno, die al decennia werkt in de re-integratie van kwetsbare personen. “Het verschilt enorm per persoon.” Hij knikt naar de vier mannen en een vrouw die vuil opvegen van de straten. “Voor veel banen heb je een auto nodig, terwijl sommigen in een daklozenopvang wonen. Anderen hebben nauwelijks een opleiding, of zijn ziek.”

Onderbetaalde banen aangeboden

De 60-jarige Cesare Ferrari (‘alleen mijn naam is onoverwinnelijk’) kan erover meepraten. Vroeger werkte hij als zelfstandige in de bouw, maar zijn gezondheid speelt hem al jaren parten en sinds 2019 kan hij niet meer werken. Zijn getekende gezicht vertrekt als de afschaffing van de uitkering ter sprake komt. Hij denkt er liever niet over na hoe het dan verder moet. Niet alleen financieel, maar ook met zijn sociale leven: het project van Saraceno is voor hem een van de weinige redenen om buiten te komen.

“Italië is een democratische republiek, gebaseerd op arbeid’” luidt het eerste artikel van de Italiaanse Grondwet. Maar zo centraal als de positie van werk in de Italiaanse samenleving daar klinkt, zo belabberd is de arbeidsmarkt er in werkelijkheid aan toe. Dat erkent ook premier Meloni, al zoekt zij de oplossing niet in een sociaal vangnet, maar in belastingvoordeel voor bedrijven die extra mensen in dienst nemen.

Premier Meloni overlegt met een van haar staatssecretarissen uit haar kabinet.Beeld ANP / EPA

Dat klinkt logisch, maar het is de vraag of het ook echt tot meer werkgelegenheid leidt, in een economie die voor een aanzienlijk deel drijft op illegaal werk, vooral in laaggeschoolde banen. Dagblad Corriere della Sera becijferde onlangs dat een derde van de arbeid in Italië zwart is en dat bedrijven in 2019 voor 12,7 miljard euro aan werkgeversbijdragen ontdoken. Bij 70 procent van de geïnspecteerde bedrijven bleek er sprake te zijn van onreglementair werk.

“En dáár hoor je politici zelden over”, zegt journalist Charlotte Matteini (36) verontwaardigd. “Iedereen weet dat het fenomeen bestaat, maar niet hoe wijdverspreid het is.” Matteini verzamelt en publiceert op TikTok voorbeelden van de vele schandalig onderbetaalde – en overuren vragende – vacatures die de Italiaanse werkloze overspoelen.

Barista gezocht voor 600 euro per maand, serveerster met ervaring (65 uur per week) voor 520 euro, winkelmedewerker (60 uur per week) voor 720 euro. En denk niet dat er alleen in het zuiden ondernemers bestaan met deze mentaliteit, waarschuwt Matteini, die zelf in Milaan woont. “Hier zijn ze alleen wat sluwer en zeggen ze het pas tijdens het gesprek.”

Haar teller staat na amper twee maanden op 104 voorbeelden. Soms doet ze zich zelf voor als geïnteresseerde, maar inmiddels stroomt haar inbox elke dag vanzelf vol met zo’n twintig nieuwe gevallen die haar – veelal jonge – volgers insturen.

Minder dan 1.000 euro

Volgens het Italiaanse Instituut voor de Statistiek (Istat) verdient een op de drie werknemers in de private sector (4 miljoen mensen) minder dan 1.000 euro bruto per maand – en dat is vermoedelijk nog een onderschatting, omdat huishoudelijk werk en landbouw in deze berekening niet zijn meegenomen.

Het afschaffen van de bijstandsuitkering, die weliswaar niet erg hoog is maar wel concurreert met hongersalarissen, is volgens Matteini “een geschenk uit de hemel” voor uitbuitende ondernemers. Het bestaansminimum stond werkzoekenden ten minste toe om de ergste ‘chantage’, zoals Matteini de onderbetaling noemt, te weigeren.

Maar ook voor ondernemers die zich wél aan de regels houden, kent Italië geen algemeen wettelijk minimumloon, alleen losse cao-afspraken per sector. Afgelopen zomer bereikte het Europees Parlement een akkoord met de lidstaten over een leefbaar wettelijk minimumloon, dat er volgens de richtlijn in elke lidstaat moet zijn, maar in Rome is daarvoor nog steeds weinig politiek animo.

Waarom is de positie van de werknemer eigenlijk zo slecht in Italië? Dat heeft veel redenen, zucht arbeidshistoricus Stefano Musso, hoogleraar aan de universiteit van Turijn. Late industrialisatie, een ongekend hoog aantal zelfstandigen, braindrain, ouderwets onderwijs, immer ruziënde vakbonden. Maar de belangrijkste verklaring is in drie woorden te vatten: achterblijvende economische groei.

Alleen tijdens het ‘economische wonder’ van de jaren vijftig en zestig, toen de wind de Italiaanse economie hard in de rug blies, hadden werknemers eventjes iets in te brengen. Inmiddels staat de productiviteit alweer dertig jaar net zo stil als de Italiaanse salarissen, die er door de inflatie de facto dus op achteruit zijn gegaan.

‘Luilakken’

Die structurele problemen lost de reddito niet op en ook de afschaffing van de uitkering zal er weinig aan veranderen. Wel komt Meloni’s hervorming tegemoet aan de in de media breed uitgemeten onvrede over ‘luilakken’ die niet willen werken. Bijna dagelijks schrijven journalisten over fraude door aanvragers, al betreft de schade volgens de directeur van het Instituut voor Sociale Zekerheid (INPS) minder dan 1 procent van het totale nadeel dat de staat jaarlijks lijdt door fraude.

Zelfs onder de ontvangers van de bijstandsuitkering is niet iedereen onverdeeld voorstander van het beleid. Vittozzi’s collega-straatveger Valentina (32, achternaam bij redactie bekend) haalt bozig haar schouders op over de afschaffing: “Het maakt mij niets uit, als iederéén hem dan maar verliest.”

Volgens coördinator Saraceno zal het zo’n vaart niet lopen. “Ook na de reddito moet de regering toch iets met deze personen”, sust hij. Vittozzi weet dat nog niet zo zeker: “In onze politiek heerst onverschilligheid tegenover armen.”