Van knieprothese tot appendix: meer dan 500 ingrepen mogen voortaan zonder overnachting in ziekenhuis

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft beslist dat er sinds 1 januari meer ingrepen in het dagziekenhuis mogen gebeuren. Een verblijf in het ziekenhuis is immers duur voor de samenleving. Bovendien lopen patiënten minder het risico om de ziekenhuisinfectie op te lopen als ze meteen thuis herstellen. Toch benadrukt Vandenbroucke dat het hier niet om een besparing gaat. De middelen moeten volgens hem elders geïnvesteerd worden in de ziekenhuizen.

Concreet gaat het over meer dan 500 ingrepen die in het dagziekenhuis mogen - niet moeten - uitgevoerd worden (van 246 naar 551). Natuurlijk blijft overleg tussen patiënten en dokters belangrijk. Niet alle patiënten herstellen vlotter thuis. Zo blijft een klassieke ziekenhuisopname voor kwetsbare en oudere patiënten mogelijk.

De lijst van ingrepen is tot stand gekomen op basis van adviezen van experten. Zo moeten patiënten na een operatie waarbij een appendix wordt verwijderd of een knieprothese wordt geplaatst niet langer een nacht in het ziekenhuis blijven. Enkele andere voorbeelden van ingrepen die in het dagziekenhuis uitgevoerd kunnen worden: hechten van een pees, kijkoperatie achter het borstbeen, verwijderen van nierstenen en verwijderen van goedaardige tumors.

Volgens ruwe schattingen kan deze beslissing het aantal ingrepen in het dagziekenhuis doen stijgen van 644.000 naar ongeveer 865.000 ingrepen. Het aantal chirurgische ingrepen in klassieke hospitalisatie daalt dan vermoedelijk van 700.000 naar 479.000. Het inzetten op meer dagopnames betekent dat ook het verpleegkundig personeel ‘s nachts en in de weekends meer ontlast wordt. Op die manier wil minister Vandenbroucke ook de personeelscrisis in de zorg aanpakken.