Inflatie in eurozone zakt fors, maar donderwolken zijn niet verdreven

De inflatie in de eurozone zakt in december naar 9,2 procent, tegenover 10,1 procent een maand eerder. Dat blijkt uit een eerste raming van statistiekbureau Eurostat. De prijsstijgingen lijken daarmee af te vlakken, maar er is ook verontrustend nieuws.

In het nieuws: De gemiddelde inflatie in de eurozone zakt onder de grens van 10 procent. Dat is het gevolg van de daling van de energieprijzen.

Een grote “maar”: Toch zijn niet alle inflatiezorgen daarmee verdreven, want de indicatoren voor de kerninflatie, waarbij de energieprijzen uitgefilterd zijn, zitten wél nog steeds in de lift.

  • Zo stijgt de inflatie exclusief energie en voeding van 6,6 procent naar 6,9 procent.
  • De kerninflatie zonder energie, voeding, alcohol en tabak klimt van 5,0 naar 5,2 procent.

Tweederonde-effecten

De verklaring: De stijgende trend van de kerninflatie duidt erop dat de zogeheten “tweederonde-effecten”, die getriggerd zijn door de gestegen energieprijzen, nog volop aan de gang zijn in brede delen van de economie, bijvoorbeeld via loonindexeringen.

Het gevolg: Dat alles verhoogt de kans dat de Europese Centrale Bank (ECB) in de komende maanden voor een streng rentebeleid gaat kiezen om die tweederonde-effecten te neutraliseren.

Conclusie: De recente evolutie van de energieprijzen is alvast hoopgevend voor een verdere afvlakking van de algemene inflatie. De grote vraag is nu hoe hard de ECB gaat ingrijpen om ook de kerninflatie de kop in te drukken.

(as)

Meer