Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBeter leven

In nood kent men zijn vage kennissen: waarom mannen het vaak lastig hebben om vriendschappen te behouden

‘Er is nood aan een doe-het-zelf-aanpak als je innige vriendschappen wil sluiten. Als mannen dat niet omarmen, dreigen ze eenzamer en eenzamer te worden’, zegt Amerikaans auteur Richard Reeves.Beeld Timon Vader

Hoe drukker ons leven, hoe kleiner onze vriendencirkel. Toch lijkt die ‘vriendschapsrecessie’ vooral mannen te treffen. Hoe komt dat? ‘Behalve het feit dat we graag feesten, hebben we weinig raakpunten.’

Twee mannen - overduidelijk heteroseksueel - slaan de deur van een brunchbar achter zich dicht. Mijn vriendin, die ik net de premisse van dit artikel heb verteld, zegt: “Kijk, mannen doen dat toch ook, zo met zijn tweetjes gezellig bijpraten?” Ik schud stellig het hoofd, en voorspel dat hun vriendinnen nog naar buiten zullen wandelen. Tien seconden later ligt er een brede grijns op mijn gezicht. Mannen brunchen niet.

Het zou zomaar een uitspraak kunnen zijn van Andrew Tate, verguisd influencer en keizer van de toxische mannelijkheid: ‘Bros don’t brunch.’ Met je ‘broers’ drink je bier en spoel je dat door met zwans en zever. Je feest hard, maakt een avontuurlijke roadtrip, sport de tering uit je lijf. Diepgang zoek je wel bij je vriendin - nudge nudge wink wink say no more.

Ik trek het op flessen, maar er is (helaas) iets van aan. Het is een beschreven fenomeen dat mannen hun vriendschappen meer ‘schouder aan schouder’ beleven, vertelt de Amerikaanse auteur Richard Reeves. “Er is redelijk wat bewijs dat mannen liever iets doen terwijl ze praten, eerder dan enkel te praten bij een koffietje.”

In zijn boek Of Boys and Men gaat Reeves dieper in op de worstelingen van de moderne man, die op bijzonder veel levensdomeinen achter de moderne vrouw aanholt. Mannen doen het minder goed op school, leven ongezonder, denken vaker aan zelfdoding - en doen dat helaas ook vaker. Minder bekend: mannen zijn doorgaans minder tevreden over hun vriendschappen.

Een Amerikaans onderzoek uit 2021 toont hoe volwassen mannen - vaker dan vrouwen - in een soort ‘vriendschapsrecessie’ belanden. Iets minder dan de helft bleek tevreden over de omvang van zijn vriendengroep. Ongeveer een op de zes mannen zou over geen enkele dichte vriend beschikken.

Corneel*, een 37-jarige man, noemt vriendschap “een van zijn grootste struggles van de laatste jaren”. Tegelijk ervaart hij dat er een groot taboe op rust. “Ik heb best veel kennissen, maar slechts één vriend met wie ik een oprechte connectie voel. Iemand die ik kan bellen als ik een slechte dag had, of als ik iets te vieren heb. Die persoon zie ik niet eens maandelijks.”

“Ik ben nochtans een babbelaar, heb brede interesses, maar vaak heb ik in gesprekken het gevoel dat ik ‘niet mee’ ben.” Dan staat hij op een oudejaarsfeestje als enige single buitenspel terwijl de rest over “de toeren van hun kinderen op school” praat, of hoort hij achteraf dat enkele collega’s samen naar een concert zijn geweest. “Terwijl ze weten dat ik ook een muziekfan ben.”

Het bruggetje naar een confronterende vraag is in zo'n situatie snel gemaakt: “Waarom hebben ze niet aan mij gedacht? Ik ben vrij zeker dat ze het niet met opzet doen, maar het blijft confronterend: ik lag niet in de bovenste schuif toen ze die plannen maakten.”

Vriendschapskrediet

Je kan eenzaam zijn in een zee van mensen, dat merk ik soms zelf ook. Dan zit ik op een pokeravond met oude studievrienden, en pel ik mezelf als een ajuin tot ik weer die versie uit 2012 ben. Erg leuke avond, daar niet van. Maar behalve vijf kaarten, werd er niets open en bloot op tafel gelegd.

De vrienden waarbij ik echt mezelf kan zijn, kan ik op één hand tellen. Ze zijn met drie - voor de gelegenheid noem ik hen Jan, Piet en Joris - en ze hebben twee gemene delers: 31 jaar oud, opgegroeid in Meulebeke. Jeugdvrienden dus. Doorheen de jaren zijn we elkaar weleens kwijtgeraakt, maar onze vriendschap houdt voorlopig stand als accordeon.

Wanneer ik Jan vraag of we de laatste tijd niet wat te veel van elkaar afdrijven, zegt hij simpelweg: “Onze vriendschap is een gegeven.” Dat vind ik mooi, maar tegelijk ook fragiel. Want vriendschap - zo leerde ik de laatste jaren meer dan eens - is niet in steen gebeiteld.

Een Amerikaanse prof dokterde ooit uit dat je 200 uur samen moet spenderen om het tot iemands dichte vriend te schoppen. “Tijdens je schooltijd tellen die uren op terwijl je erbij staat”, zegt journalist Selma Franssen, die het boek Vriendschap in tijden van eenzaamheid schreef. “Later, zeker als je dertiger bent, zijn er plots verschillende levensdomeinen die om aandacht vragen: werk, een relatie, kinderen, een verbouwing.”

Die vaste structuren nemen een hap uit je vriendschapskrediet, daar ontkomt geen m/v/x aan. Maar hoe goed een vriendschap de tand des tijds overleeft, is niet enkel door contactfrequentie bepaald. Ook de factor intimiteit speelt een rol, toont onderzoek. Net die laatste bouwsteen staat vaak minder centraal in mannelijke vriendschappen.

Piet heeft het over zijn ‘goedweervrienden’ - naar het Engelse fair weather friends. “Behalve het feit dat we graag feesten, hebben we eigenlijk weinig raakpunten”, zegt hij. Zijn vriendin verbaast zich er weleens over, na een avond uit: “Dan vraagt ze waarover we allemaal gepraat hebben, en moet ik concluderen: ‘Niks eigenlijk’.”

Dat hoeft ook niet, benadrukt hij. Meer zelfs: soms is het net fijn aan een bromance dat niet elk gesprek hoeft te starten met een persoonlijke update. Maar sinds hij een kind heeft, en dus geen tijd meer heeft om te feesten, zijn net die vriendschappen wel vervaagd. De relaties waar ook ruimte is voor emotionele diepgang overleven.

Een Nederlands onderzoek naar eenzaamheid uit 2016 toont op dat vlak een opvallende trend. Mannen zijn op elke leeftijd eenzamer dan vrouwen, maar de kloof wordt groter naarmate de arbeidsleeftijd vordert (en piekt dus binnen de leeftijdsgroep 55-64).

Die nood aan verbinding, is iets wat seksuoloog Wim Slabbinck ook wel eens opmerkt in zijn praktijk. Hij verwijst naar het verhaal van een vijftiger, die jarenlang carrière maakte maar plots zijn ontslag kreeg. “Veel van de vermoede vriendschappen op het werk bleken helemaal niet zo sterk, en oude relaties had hij laten verwateren. In de context van zijn depressie, speelde dat heel duidelijk een rol.”

Het is een beschreven fenomeen dat mannen hun vriendschappen meer ‘schouder aan schouder’ beleven. Met je ‘broers’ drink je bier en spoel je dat door met zwans en zever. Je feest hard, maakt een avontuurlijke roadtrip, sport de tering uit je lijf.Beeld thinkstock

No homo-tintje

Selma Franssen vindt het tekenend: “Mijn boek heeft best wat aandacht gekregen, omdat het thema zo prangend was tijdens de lockdowns. Maar jij bent de eerste mannelijke journalist die me erover belt.”

Genderstereotypen spelen daar overduidelijk een rol in. “Jongens leren nog steeds dat ze zich niet kwetsbaar mogen tonen”, zegt Franssen. Dat kan resulteren in een soort ‘lad culture’, waarin mannen zichzelf niet blootgeven aan andere mannen. Dat woord alleen al. Bloot. Als je na het sporten in de douche al een onderbroek draagt, hoe zou je dan in godsnaam vrijgeven wat er onder dat dun laagje huid verborgen zit?

Marisa Franco, auteur van de bestseller Platonic: How the Science of Attachment Can Help You Make – and Keep – Friends schrijft het ten dele toe aan Sigmund Freud en consoorten, die identiteit aan geaardheid koppelden. En zo “genegenheid aan vrienden van hetzelfde geslacht” ongemakkelijk hebben gemaakt, zeker bij mannen. Zo ervaart ook Corneel het: er hangt een bizar ‘no homo’-tintje aan mannelijke vriendschap.

Volgens Richard Reeves zijn we nog iets anders uit het oog verloren: dat niet alleen vrouwen lange tijd economisch afhankelijk waren van de man - een tij dat de vrouwenbeweging heeft gekeerd - maar dat mannen op hun beurt emotioneel afhankelijk waren van de vrouw binnen een (heteroseksuele) relatie.

“Het maken en onderhouden van een sociaal netwerk werd gezien als een vrouwentaak. Mannen kregen vriendschap op een plateautje aangeboden”, zegt Reeves. Met als gevolg dat bij een scheiding de vrouw vaker de vriendengroep toebedeeld krijgt. “En de man de depressie.”

Het onderhouden en maken van vriendschappen vergt vaardigheden - denk bijvoorbeeld aan “regelmatig een attent berichtje sturen naar een vriend”, zegt Franssen - maar op dat vlak is er nooit een ‘mannenbeweging’ gekomen. Iets wat Franssen zelf merkte tijdens de lockdowns. “De meeste van mijn mannelijke vrienden zochten amper contact, terwijl ik mijn vriendinnen wél geregeld hoorde.”

Die luie houding strookt niet met de tijdgeest. Reeves verwijst naar een sketch van Saturday Night Live, genaamd ‘man park’, waarin werkende vrouwen na de uren ook nog eens opgewacht worden door een hijgerig hondje - hun man - die met zijn emotionele noden enkel bij haar terecht kan. “Grappig omdat het zo pijnlijk is”, zegt Reeves. “Zo’n dynamiek legt een enorme druk op een relatie.”

Bovendien zijn steeds meer mensen single, en brokkelen sociale ruimtes af - zo is ‘de werkvloer’ minder tastbaar door thuiswerk. Dat vraagt volgens Reeves om een “doe-het-zelf-aanpak” als je innige vriendschappen wil sluiten. “Als mannen dat niet omarmen, dreigen ze eenzamer en eenzamer te worden.”

Die vicieuze cirkel gaat verder dan eenzaamheid. Vriendschap is gelinkt aan talloze gezondheidsvoordelen, zoals minder stress of een beter slaappatroon. Reeves verwijst ook naar een studie, die onderzocht welke woorden mannen gebruiken vooraleer ze zelfmoord plegen. Twee woorden staken er bovenuit: nutteloos en waardeloos.

“Vriendschap geeft ons net waarde en nut, omdat het een wederkerige relatie is”, zegt Reeves. Ergens op die malle aardkloot is er iemand die uit eigen wil beslist om zijn tijd met jou te spenderen. En hoe schaarser tijd is, hoe meer waarde dat uitdrukt. Het maakt van vriendschap bijna een kwantificeerbaar iets.

Vuistje

Hoe maak je in godsnaam zo’n nieuwe vriend, iemand waarmee je tot op het bot kan - maar niet hoeft te - gaan? Die aanvoelt wat je nodig hebt, en vice versa? Joris, de derde jeugdvriend, heb ik de voorbije jaren vaak bewonderd omdat hij zich als single een pakket nieuwe vrienden bijeen geharkt heeft. Alsof het vanzelf ging, bijna. Vriendschap op het eerste gezicht.

Niets van, vertelt hij. Hij is er net erg actief mee bezig geweest. “Als je een relatie hebt, ben je thuis nooit alleen. Maar als ik als single niets plan, dan zie ik een heel weekend lang weinig mensen. Dan moet je af en toe zelf eens de eerste stap durven zetten, bij iemand waar je een klik mee voelt: ‘Goesting om eens af te komen voor een pintje bij mij thuis?’”

Zoiets kan aanvoelen als een date of een sollicitatie: er is altijd het risico op afwijzing. Corneel zegt dat hij het al eens als tip heeft gekregen: op reis gaan met tien onbekenden naar een avontuurlijke bestemming. “Ik probeer me bewust open te stellen voor nieuwe vriendschappen. Maar bij dat idee alleen al krimp ik ineen.”

Het zou nogal dwaas zijn om te beweren dat enkel mannen daar tegenaan botsen. Dat de een springt waar de ander blijft drentelen, is bijvoorbeeld ook te verklaren door de hechtingstheorie - die de relatie met onze ouders of andere zorgfiguren als blauwdruk ziet voor hoe we later sociale relaties gaan benaderen - of de opdeling extravert/introvert.

“Omdat ik eerder introvert ben en als freelancer thuiswerk, heb ik op een bepaald moment ook heel wat vriendschappen zien verwateren”, vertelt Koen Vander Elst (55). Hij beklaagt het zich niet, dat hij de gedeelde grappen en grollen op Twitter aangreep om met een klein hartje naar de boekvoorstelling van dichter Stijn De Paepe te trekken, die vorig jaar overleed. Samen met Saïd Bataray (40) - als extravert een beetje de katalysator - smeedde hij in een paar jaar tijd een onafscheidelijk triumviraat.

“Elke avond lagen we als malloten in onze zetel, met een brede grijns berichtjes te sturen naar elkaar”, zegt Saïd. “We konden alles met elkaar delen, ook erg persoonlijke dingen.” Koen noemt het zelfs een beetje puberaal, zoals hij Stijn - toen diens toestand erg verslechterde - gewoon nog een vuistje stuurde. “Maar dan stuurde hij een vuistje terug, en dat was genoeg voor mij: weten dat hij me gezien had.”

Het verdriet om hun beste vriend voelt nog steeds rauw. Alsof er, in deze wereld van massaproductie, iets onvervangbaars is afgenomen. Vriendschap als een soort oerkracht, van onschatbare waarde op moeilijke momenten. Zo stelt reclamemaker Guillaume Van der Stighelen in De Morgen-podcast ‘Het Inzicht’ over de dood van zijn zoon: “Wij werden gedragen op de vleugels van de vriendschap over het zwarte gat.”

Dat is geen gratis rit. Vriendschap vergt arbeid, en soms de durf om stereotypen te doorbreken, zegt Franssen. “Dat kan je ook als vader doen, door bijvoorbeeld zelf het heft in handen te nemen als de uitnodigingen voor het verjaardagsfeestje gemaakt moeten worden. Toon je kinderen dat het onderhouden van sociale relaties geen vrouwentaak is.”

Verder zijn het simpele geboden. Stel u kwetsbaar op. Ga ervan uit dat mensen u leuk vinden. Wees verwonderd over de waterval die een oprechte vraag teweegbrengt. En pak uw vriend af en toe eens goed vast.

Dat laatste ben ik de laatste jaren erg bewust beginnen doen bij Joris, bijna als een soort oefening. Wat eerst ongemakkelijk was, is nu onmisbaar. Al gaat onze knuffelhistorie blijkbaar een eind terug, stelt hij plots, en vertelt me een schijnbaar banaal verhaal. Iets over een gestolen boekentas met kostbare spullen in het middelbaar.

“Ik was daar echt niet goed van. Jullie (Jan en ik, MIM) zijn toen meegekomen tot bij mij thuis, om uit te leggen wat er gebeurd was. En toen hebben jullie mij allebei vastgepakt. Gewoon, omdat jullie op dat moment moment aanvoelden dat ik dat nodig had.” Ik hoor het Andrew Tate straks graag verkondigen: ‘Bros hug.’

* Corneel is een schuilnaam