Direct naar artikelinhoud
InterviewGlacioloog Frank Pattyn

‘Mensen beseffen te weinig: gletsjers die kleiner worden en verdwijnen, komen niet meer terug’

Frank Pattyn. Toeristen bij de Grey Glacier in Chili, het op twee na grootste zoetwaterreservoir ter wereld.Beeld Frederic Sierakowski - ANP / EPA

Als de aarde 1,5 graad opwarmt, is in het jaar 2100 bijna de helft van alle gletsjers verdwenen. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in Science. Bij 4 graden meer verdwijnen ze bijna allemaal. Alles hangt af van wat er op politiek niveau gaat gebeuren, zegt glacioloog Frank Pattyn (ULB).

De resultaten van deze studie komen vast niet als een verrassing voor u?

“Neen. Het was al in het laatste rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, het VN-klimaatpanel, AB) duidelijk dat voornamelijk kleine gletsjers zouden verdwijnen. Deze studie kijkt naar ruim 200.000 gletsjers, ze is zeer compleet. Zo zijn de gletsjers in de Himalaya voor het eerst in beter in beeld gebracht. De uitkomsten zijn somber. Zelfs als we ons aan het akkoord van Parijs weten te houden (maximaal 1,5 graad opwarming tegen het einde van deze eeuw ten opzichte van de pre-industriële periode, AB), dan nog zal de helft van de kleine gletsjers verdwijnen. Als we kijken naar serieuze opwarming – plus 4 graden – verdwijnen ze bijna allemaal. Ook de grotere gletsjers op Antarctica en de Noordpool zullen dan grote massa’s aan ijs verliezen.”

Wat is de impact van verdwijnende gletsjers?

“Smeltende gletsjers hebben een grote impact op ecosystemen en op de bevolking in berggebieden. Zij zijn ervan afhankelijk voor de bevoorrading van (drink)water en natuurlijk ook voor toerisme, bijvoorbeeld in de Alpen. Verlies van ijs in de poolgebieden heeft ook verstrekkende gevolgen. We kunnen niet denken: wat gebeurt in Antarctica, blijft op Antarctica. Het verlies van ijs daar heeft een directe impact op ons zeespiegelniveau.”

Er heerste in 2015 een jubelstemming over het Klimaatakkoord van Parijs, waarbij landen afspraken de temperatuur te beperken tot ruim onder 2 graden Celsius en zo mogelijk 1,5 graden. Was dat enthousiasme terecht?

“Plus 4 graden is de temperatuur waar we naartoe gingen voor Parijs. Dankzij het Klimaatakkoord gaan we nu naar een stijging van 2,5 tot 3,5 graden. Het doel is nog altijd de temperatuurstijging te limiteren tot maximaal 2 graden en zelfs minder. Boven de 2 graden ontstaan meer risico’s. Vergelijk het met verkeersslachtoffers: daarvoor mikken we ook op nul. We weten heel goed dat dit niet gaat gebeuren, maar we moeten dat objectief altijd voor ogen houden. Dit geldt ook voor de maximaal 1,5 graad opwarming.”

Maakt het u niet pessimistisch om dagelijks met smeltend ijs bezig te zijn?

“Het ligt niet in mijn aard om te zeggen: het is allemaal om zeep, er is niets meer aan te doen. Dat zou ook een fout signaal zijn, het leidt tot non-reactie. Het goede nieuws is dat we 4 graden opwarming wellicht niet meer bereiken. Het is dus mogelijk om doelstellingen te behalen. Ook 3 graden opwarming is slecht, maar 4 is verschrikkelijk. Ik hoop dat we kunnen voortzetten naar maximaal 2 graden.

“We gaan niet meer terug naar vroeger. Dat is iets wat mensen te weinig beseffen: gletsjers die kleiner worden en verdwijnen, komen niet meer terug. In ieder geval de eerste eeuwen niet. Alles zal afhangen van wat er op politiek niveau gaat gebeuren. Hoe meer we geconfronteerd worden met dramatische gebeurtenissen, hoe makkelijker politieke besluiten over het klimaat worden genomen.”

In zijn nieuwjaarstoespraak noemde de Franse president Macron de gevolgen van de klimaatverandering ‘onverwacht’.

“Macron zei: ‘Wie had dit kunnen voorspellen?’(lacht) Klimaatwetenschappers staan al meer dan dertig jaar op de bres. We moeten eerst geconfronteerd worden met dramatische effecten voordat er daadwerkelijk iets gebeurt. Maar ik heb altijd hoop. Er zijn de laatste jaren initiatieven genomen om verandering te bewerkstelligen. Ik ben geen doemdenker, zelfs niet terwijl mijn onderzoek alleen maar draait om hoe de situatie is verergerd: het verlies van ijs, de zeespiegelstijging, droogtes en warmtegolven die toenemen.”