Majesteitsschennis leidt niet langer tot celstraf, maar smaad tegen koning Filip kan nog altijd een misdrijf zijn 

Wie koning Filip of leden van het Belgische koningshuis beledigt, riskeert voortaan niet langer een gevangenisstraf. Tot nu kon je daarvoor zes maanden tot drie jaar cel krijgen en een geldboete. Die bestraffing dateert al van 1847 en moest de stabiliteit van de jonge monarchie beschermen. Maar het Grondwettelijk Hof oordeelde twee jaar geleden dat die wet strijdig is met het recht op vrije meningsuiting. 

In het nieuwe strafwetboek van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wordt majesteitsschennis niet langer in haar huidige vorm opgenomen. Dat is echter geen vrijgeleide om de koning zomaar gratuit te beledigen. De vorst krijgt dezelfde bescherming tegen smaad als eender welke andere persoon.

Wie de koning beledigt, riskeert vandaag zes maanden tot drie jaar cel en een geldboete. Bij het beledigen van andere leden van het koningshuis bedraagt die gevangenisstraf drie maanden tot twee jaar. De bestraffing van beledigingen aan het adres van de koning dateerde al van 1847 en moest de stabiliteit van onze toen nog jonge monarchie beschermen. Tot veroordelingen kwam het maar zelden.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde in oktober 2021 dat die wet strijdig is met het recht op vrije meningsuiting. Voorts argumenteerde het Hof dat de reputatie van de koning ruimer wordt beschermd dan die van andere personen en dit niet beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte. De maatschappelijke context is dan ook volledig verschillend van die uit 1847, aldus Van Quickenborne.

Van links naar rechts: prins Lorenz, prinses Astrid, koning Filip, koningin Mathilde en prins Laurent.

Koning krijgt niet langer meer bescherming dan een ander

In zijn wetsontwerp voor een nieuw Strafwetboek geeft de minister daarom een moderne invulling aan het begrip majesteitsschennis, die in lijn ligt van het arrest van het Grondwettelijk Hof. De definitie wordt gelijkgesteld met die van smaad tegen natuurlijke personen. De intentie om de koning smaad te berokkenen, moet dus aanwezig zijn om van een misdrijf te kunnen spreken. Voor de bijzondere constitutionele rol van de koning werd het begrip "majesteitsschennis" wel behouden.

Maar die majesteitsschennis zal geen celstraf meer kunnen opleveren. Deze tenlasteleggingen worden namelijk onder strafniveau 1 geplaatst, legt Van Quickenborne uit. Daarbij moet de rechter een geldboete, een probatiestraf of een werkstraf uitspreken. De reputatie van de koning zal dus niet langer meer bescherming krijgen dan die van andere burgers.

Meest gelezen