Direct naar artikelinhoud
InterviewWim Moesen

Econoom Wim Moesen over de begroting: ‘Het is extreem uit de hand gelopen’

Wim Moesen. ‘Heel veel politici stappen in het grabbeltonverhaal: je moet je achterban overal cadeautjes geven. Ze maken daarmee een grote fout.'Beeld Illias Teirlinck

Begrotingsexpert Wim Moesen (78) mag dan al 16 jaar op emeritaat zijn, hij blijft de miljardentekorten met veel aandacht volgen vanuit zijn ‘kantoortje in Leuven’. Moesen is de aangewezen man om terug te kijken op een tumultueuze begrotingsperiode. ‘Het is allemaal extreem uit de hand gelopen.’

Afgelopen week gingen er alweer alarmsignalen af over de begroting. Het tekort zal nog maar eens met tientallen miljoen euro’s toenemen door de gestegen rente. Het IMF had al eerder de alarmklok geluid. Je hoort nu ook vaak over de rentesneeuwbal. Moeten we ons zorgen maken dat de overheidsschuld explodeert?

“Voorlopig nog niet, tenzij de reële groei heel slecht zou zijn. Dat hangt af van de rentevoet en de uitstaande overheidsschuld. Stel dat we de volgende jaren een nulgroei hebben of – zoals het IMF en het Planbureau voorspellen – een groei van 0,3 procent, dan kan de situatie verslechteren. Maar dat zal dit jaar nog niet het geval zijn.”

Het opstellen van de begroting liep vorig jaar niet van een leien dakje. Meer nog, de staatssecretaris moest opstappen. Waar is het in oktober fout gelopen?

“Ons begrotingsconclaaf is manifest inefficiënt omdat we veel te laat beginnen. Dat was niet alleen vorig jaar zo, maar het is de terugkerende teleurstelling van een slechte gewoonte. Deze keer is het gewoon in een extreme vorm uit de hand gelopen. Op de tweede dinsdag van oktober is er de State of the Union. Als je niet klaar bent met de begroting, dan heb je op die zitting niks te zeggen. Wat hebben ze dus gedaan? Het weekend voor die tweede dinsdag is het begrotingsconclaaf begonnen. Dat is in één weekend geduwd. Als er iets misloopt, dan zit je vast. En dit jaar zaten we vast. De Romeinen hadden een mooie uitspraak om zoiets te duiden: lucernam olet, het ruikt naar de kandelaar. Het trekt op niks, want het is nachtwerk.”

Is dat iets typisch Belgisch?

“De meeste Europese landen doen het anders, veel rustiger aan. De begroting is een onderdeel van een normale beleidscyclus die uit vier stappen bestaat: de beleidsvoorbereiding, de beleidsbeslissing, de beleidsuitvoering en -handhaving, en de beleidsevaluatie. De eerste en laatste stap zijn in België bijzonder zwak. Wij hebben een beleid op basis van incidenten, zonder dat het beredeneerd gebeurt. Onze politici hebben bovendien een afkeer van studiewerk. En de beleidsevaluatie gebeurt veel te weinig. Zo kan je niet leren uit je fouten.”

Is dat altijd het geval geweest?

“Nee, we hebben jarenlang een begrotingsconclaaf gehad in juli. Dan zonderde men zich een week, soms veertien dagen, af in een kasteel. En dan werd daar open gepraat. Ten laatste tot 21 juli, dan ging iedereen op vakantie. In België kan je tussen 21 juli en 15 augustus een staatsgreep plegen met een waterpistool en een houten sabel: alles ligt stil. Zo kreeg dat allemaal niet te veel ruchtbaarheid, ook de journalisten waren op vakantie. In september kwam men dan opnieuw samen om te bekijken of er iets veranderd moest worden. Maar dat ging dan nog enkel om details.”

Wanneer en waarom is dat veranderd?

“Geleidelijk aan is dat ontaard in de periode-Verhofstadt. Naar het einde toe gebeurde het conclaaf niet meer voor de vakantie, maar pas nadien. De regering-De Croo heeft daarin overdreven. Met als gevolg dat vorig jaar het parlementaire jaar begon met als begrotingsdocument – hou je vast – anderhalf A4’tje met enkel een reeks opgesomde maatregelen. ’s Anderendaags is de regering met een persconferentie gekomen, toen had men een rommelige powerpoint van zeven bladzijden met verschillende taalfouten. Dat is niet normaal. Vergelijk dat met Nederland. Daar is de miljoenennota – onze algemene toelichting – helemaal klaar op Prinsjesdag, in kleur en met grafieken: honderd bladzijden. En er is een bijlage van tweehonderd bladzijden. Hier is dat document pas op 10 november – zeven weken later – verschenen. En toen is de herrie begonnen: is het tekort nu 5,8 of 6,1 procent? Dan is dat allemaal een beetje uit de hengsels gerukt.”

Het is dus allemaal het gevolg van het feit dat er te laat begonnen is. Hoe kan dat voorkomen worden?

“Door de timing aan te passen. In maart hebben we nu een begrotingscontrole. Doe zoals in Nederland, waar men dan al gedwongen wordt om na te denken over de ontvangsten en uitgaven van volgend jaar en niet alleen maar te kijken naar wat er bijgestuurd moet worden. Zo kan je nadenken over de toekomst.”

Toch vreemd dat het verschil met België zo groot is.

“Inderdaad, bij ons is de begroting voor een beleidsmaker een vervelende klus. Die duw je voor je uit en dan moet dat ineens geforceerd worden. Dat kan eigenlijk niet, probeer toch niet altijd uitzonderlijk te doen. Wij hebben in Europa de reputatie van een expert de la navigation à vue. We krijgen het verwijt dat we meer professionele en geloofwaardige begrotingscijfers moeten voorleggen en zijn een beetje een budgettaire belhamel - met die Belgen moet je altijd uitkijken. In diplomatieke termen hebben we al heel wat oorvegen gekregen.”

En hoe reageert België daar dan op?

“Negeren. Ik vind dat niet verantwoord, maar daarop wordt te weinig ingegaan.”

Uiteindelijk was er federaal wel een akkoord. We klopten af op een begrotingstekort van 5,8 procent: enorm.

“België heeft nogal enthousiast gebruikgemaakt van de algemene ontsnappingsclausule tijdens de coronacrisis. Bepaalde maatregelen waren verantwoord: vooral steun geven omwille van de koopkracht van de gezinnen en de concurrentiekracht van de ondernemingen. Dat heeft goed gewerkt in 2020 en 2021, maar vanaf dan zijn we een beetje achterop gaan lopen. We hebben maatregelen genomen die dreigen te blijven voortduren en niet doelgericht zijn. Neem nu de btw-verlaging van 21 naar 6 procent op gas en elektriciteit. Is dat verantwoord? Voor bepaalde groepen wel, dat kan ertoe bijdragen dat ze net uit de kou blijven. Maar voor andere groepen, de hoge inkomens, is dat extra pralinegeld.

“En dan is er de automatische indexering van de lonen. Dat systeem heeft lange tijd niet slecht gewerkt om de koopkracht te behouden. Alleen is dit geen normale tijd met een verslechtering van de internationale ruilvoet. Als wij een bepaalde hoeveelheid gas of aardolie willen invoeren, dan moeten we meer van onze goederen geven om die te betalen. En dat hebben we niet meer voor consumptie. Die verarming moet je verdelen onder de bevolking. In 1982 hebben we gezegd: de indexatie van de lonen doen we enkel nog in centen in plaats van procenten. Dat had men nu ook moeten doen.”

Wim Moesen. ‘De btw-verlaging op gas en elektriciteit is voor bepaalde groepen verantwoord, maar voor de hoge inkomens is dat extra pralinegeld.'Beeld Illias Teirlinck

Louter economisch klinkt dat allemaal aannemelijk. Maar ideologisch ligt dat anders. Als je eraan gaat raken, bestaat dan niet het gevaar dat het helemaal op de schop gaat?

“Daarom bouw ik ook de caveat in dat ik het principe niet in vraag stel. Maar er zijn uitzonderlijke omstandigheden. Als je dat dan integraal op de overheid wil afwentelen, is dat niet verstandig. Dat is ook in termen van fairness niet adequaat. Objectief gezien zijn dat geen goede beslissingen.”

Hoe komt het toch dat ons land het zo moeilijk heeft om een gedisciplineerde begroting op te stellen?

“Daar heeft het lage civiel kapitaal van België veel mee te maken: de sociale gedragingen, de sociale cultuur als lid van een bredere gemeenschap. Een budget is een soort grabbelton in de ogen van velen, waarbij je aan de uitgavenkant zoveel mogelijk naar je toe moet halen via allerlei drukkingsgroepen: subisidiestokerij. Aan de ontvangstenkant zijn er de fiscale koterijen met allerhande vrijstellingen en aftrekken, waardoor je belastbare grondslag minder zal opbrengen. Denk dan aan de netto-huurinkomsten voor particulieren of de meerwaarden op aandelen. Wil je toch voldoende middelen hebben voor de overheid, dan moet je hoge tarieven hanteren. Daarom is onze belasting op arbeid nu bij de hoogste van Europa.”

Waarom scoren we op dat civiel kapitaal in België zo laag? We zitten in het groepje van de zuiderse landen.

“Een van de redenen die vaak aangehaald worden, is dat wij historisch gezien pasmunt zijn geworden in Europa, een wingewest. Veel vreemde overheersing en dus heb je argwaan ten opzichte van de overheid. Dat zal zeker meespelen, maar je moet je daar niet bij neerleggen.”

In België is het vaak zo dat als er te veel belastingen moeten worden betaald, dat men dan maar een nieuwe koterij maakt in plaats van strenger te controleren en de fraude te bestrijden.

“Heel veel politici stappen echt in dat grabbeltonverhaal: je moet je achterban overal cadeautjes geven. Ze maken daarmee een grote fout. Er is een spreekwoord dat zegt: waar de naald gaat, volgt de draad. Onze elite heeft een voorbeeldfunctie, niet alleen de politieke elite, maar ook in de cultuur, het verenigingsleven... De elite moet het voortouw nemen en het algemeen belang vooropstellen. Bovendien hebben we te weinig handhaving, opvolging en controles, zowel bij ontvangsten als uitgaven. Het ligt dus aan de hele keten: de burgers, het ambtelijk apparaat en de elite.”

Er zijn nu wel plannen voor een grote fiscale hervorming, waarin wordt bekeken welke voordelen op de schop kunnen om dan het algemeen tarief te verlagen. Dat is waar we naartoe moeten, maar is dat realistisch?

“Ik probeer in mijn bescheiden kantoortje gewoon bepaalde dingen te objectiveren en aan te kaarten. Om het met een quote te zeggen: onze gebrekkige bekommernis over de staat heeft ons geleid tot de staat waarin we ons thans bevinden. Met een hoge schuldgraad. Het is niet Verhofstadt of onze vorige regering, maar het is gecumuleerd over de jaren heen.”

Sommigen zeggen niettemin: het is de regering-Verhofstadt...

“... ja, die heeft veel te veel verprutst.”

Daar hadden ze dus voorzichtiger met de middelen moeten omgaan.

“Daar is het zeker niet goed gelopen. Maar het gaat over het geheel. Het interessante aan de overheidsschuld is dat het een accumulatie is van het verleden. Onze beleidsmakers, de elite aan de top, heeft een verkeerde opvatting. Die denkt: we moeten onze achterban bedienen, maar dat is niet juist. Voor een burger is behoorlijk beleid en bekwaam bestuur belangrijk.

“Een voorbeeld. De vorige regering-Michel is begonnen met een taxshift, die ontvangstenneutraal moest zijn. Die wordt dan uitgebroed, ongeveer 5 à 6 miljard zouden de ontvangsten stijgen met een belastingverlaging van 10 à 11 miljard. Mevrouw Wilmès wordt minister van Begroting. Bij haar eerste persconferentie zegt ze doodleuk: die taxshift is maar voor de helft gefinancierd. De top van de regering was woest. Onmiddellijk moest Wilmès terug in het mandje. Eens die regering gevallen was, zei een bepaalde partij: wij hebben dat nooit bedoeld als een taxshift, dat was een taxcut. Om zo stemmen te winnen. Maar dat is faliekant afgelopen. Alle regeringspartijen hebben verloren.

“En waarom? Mijn interpretatie: ze zijn afgestraft omdat iedereen duidelijk zag dat dit geen behoorlijk beleid en bekwaam bestuur was. Het is dus niet zo – een van die waanideeën van politici – dat het stemmen oplevert als je aan de belastingen prutst. Als dat een goede taxshift is, dan word je beloond. Ik ben daarin misschien naïef. Je kan zeggen zeggen: ja, maar die kiezer weet dat niet. De kiezer voelt intuïtief toch wel aan als iets niet goed zit.”

Het beleid kan dus veranderen, maar ziet u dat zelf gebeuren?

“Ik verwacht veel heil van Europa, dat de begrotingsregels binnenkort grondig gaat hervormen met ook strengere sancties. Ik ben een voorstander van de dubbele begroting, zoals vroeger. Met enerzijds een recurrent luik, dat in evenwicht moet zijn. De oude boutade: de huisvader gaat niet lenen om op restaurant of om op reis te gaan, maar wel voor een huis. Waarom? Als we kijken naar de kapitaalstock – de waarde van onze publieke wegen, polyvalente sporthallen, Wetstraatgebouwen –, dan is dat ongeveer 35 procent van ons bbp. In Nederland ligt dat veel hoger.

“Wat hebben we opgemerkt in 2008-2009 na de bankencrisis? Toen hebben Europese landen de banken moeten overeind houden en dat heeft geld gekost. Dan heeft Europa beslist dat die begrotingstekorten naar beneden moesten. Het gemakkelijkst was besparen op investeringen. Maar op een bepaald moment waren er dan de slechte tunnels in Brussel, bruggen die te laag waren, zinkgaten... Dat had vermeden kunnen worden met de gouden financieringsregel: openbare investeringen moet je in een aparte boekhouding houden en niet op een hoop gooien met dagelijkse items.”

Soms wordt weleens gezegd: we hebben een arme overheid, maar rijke burgers. Is dat dan zo’n probleem?

“Het is beter voor het functioneren van de maatschappij dat die balans beter in evenwicht is met een lagere openbare schuld. Waarom? Omdat wij dan een beter functionerende overheid hebben. En dat bepaalt grotendeels het geluk van de mensen. Of men een zeker vertrouwen heeft in de politie, de posterijen, het onderwijssysteem, de gezondheidszorg, correleert daar heel erg mee.”

Tot slot, moeten we ons gigantische zorgen maken over die grote staatsschuld op heel korte termijn?

“Het laten gebeuren kunnen we niet meer doen. We moeten ons bewust worden dat we een omkering moeten krijgen. En die gaat zich opdringen. Niet alleen door de klimaatverandering, maar ook door de regels van Europa. We moeten onze gedragingen, onze procedures en onze instellingen altijd aanpassen in de richting van behoorlijk beleid en bekwaam bestuur.”