Direct naar artikelinhoud
InterviewPsychoanalyticus Paul Verhaeghe

Psychoanalyticus Paul Verhaeghe: ‘Ons huidige samenlevingsmodel maakt ons elk jaar zieker’

Paul Verhaeghe: 'Het is absurd dat Bart De Wever, een van onze toppolitici, lezingen geeft over woke, terwijl er echt wel dringender problemen zijn.'Beeld Wouter Van Vooren

Een jaar geleden nam Paul Verhaeghe (67) ­afscheid van de universiteit, maar de bekende psychoanalyticus gaat niet op zijn sofa liggen rusten. Dit voorjaar verschijnt zijn boek ­Onbehagen. ‘Als we ergens van wakker ­moeten liggen, dan wel van het klimaat.’

Buiten is het druilerig en donker, maar ten huize Verhaeghe gaat knus de koekjestrommel open. De kat vlijt zich tegen de schenen van de emeritus professor klinische psychologie en psychoanalyse, die het dier gul achter de oren krabt.

Rita, Paul Verhaeghes vrouw, zet thee terwijl hij me over tafel enkele printjes toeschuift.

Stijging van het aantal Vlaamse kleuters dat bijzonder onderwijs nodig heeft, staat bovenaan de bladzijde, van 1.986 in 2017 naar 2.644 in 2021. Angst- en persoonlijkheidsstoornissen: verdubbeling. Toename aantal psychiatrische problemen, evenals gebruik van psychofarmaca, en zo gaat het weinig opbeurend nog wel even verder.

“Ter voorbereiding”, verduidelijkt Verhaeghe. “Ik zou desnoods de hele dag over mijn nieuwe boek kunnen vertellen, maar samengevat op krantenpapier kan dat weleens overkomen als een verzameling losse beweringen. Daarom deze cijfers, die tonen dat mijn argumenten ook hardgemaakt kunnen worden.”

Onbehagen wordt na bestsellers als Identiteit (2012) en Intimiteit (2018) Verhaeghes zevende boek. Sinds hij in 1998 Liefde in tijden van eenzaamheid uitbracht, ging hij geleidelijk aan steeds meer uitzoomen, van het individu naar de samenleving. Vandaag geldt hij zowel in Vlaanderen als in Nederland als veelgevraagd cultuurcriticus.

“Be kind to yourself”, luidt de spiritueel inspirerende slogan die aan mijn theezakje bungelt.

Ik vraag me af wat de psychoanalyticus over deze onschuldige vorm van handig vermarkte zelfzorg denkt. Met regelmaat bekritiseert hij namelijk hoe de verantwoordelijkheid voor maatschappelijke problemen als stress of een stijgend aantal neurologische aandoeningen in de schoenen van het individu geschoven wordt. Maar nog voor ik een geschikte vraag kan formuleren, is de gestudeerde observator van ons aller onbehagen al vertrokken.

'Veel experts vallen in een zwart gat als ze niet meer opgebeld worden, bij mij zal dat wel meevallen. Ik heb een leven buiten mijn werk.'Beeld Wouter Van Vooren

Verhaeghe: “Alle crisissen van het voorbije jaar – oorlog, inflatie, energiecrisis, asielcrisis, abnormale hitte – zijn geen losstaande fenomenen, maar uitingen van eenzelfde systeemfout. Alleen een globale aanpak daarvan biedt soelaas. Zo gaan we verdere klimaatrampen niet tegenhouden door alleen de CO2 omlaag te ­halen, noch zullen we eenzaamheid oplossen door wijkcentra te installeren. Wij beleven de eindfase van een losgeslagen vrijemarktsamenleving. Vlaanderen heeft ondertussen 500.000 langdurig werklozen, maar waarover hebben politici het? Activering en veerkracht – wat eigenlijk een verkapte beschuldiging is.”

Noem Verhaeghe echter geen cultuurpessimist. “Ik kijk gewoon naar de cijfers, die jaar na jaar toenemen. Misschien is realisme de hedendaagse vorm van pessimisme. Maar toenemende sociaal-economische ongelijkheid, eigen aan het neoliberalisme, heeft een negatieve impact op praktisch alle psychosociale gezondheids­indicatoren; geweld, druggebruik, fysieke en mentale gezondheid, noem maar op. Wilkinson en Pickett (Britse sociaal epidemiologen, red.) hebben het statistisch aangetoond: ons huidige samenlevingsmodel maakt ons elk jaar zieker.”

Toch verandert er voorlopig weinig. Hebben we het neoliberalisme te zeer geïnternaliseerd? Wat zijn de alternatieven?

“Ik hou niet zo van die term, internalisering. Dat klinkt alsof het de schuld van het individu is.

“Er bestaat zeker een alternatief, dat was er al toen Thatcher in de jaren 1980 haar beruchte ‘There is no alternative’-uitspraak deed. In een kringloopeconomie worden geen eindige grondstofvoorraden uitgeput, zijn er geen wegwerpproducten en worden reststoffen opnieuw ingezet. Combineer dat met coöperatieven en je krijgt een economisch en sociaal gezonde samenleving met een eerlijke verdeling van lusten en lasten.

“Voorts is het idee van individuele verantwoordelijkheid bewust geïnstalleerd. Afgelopen jaar las ik Wat we toen al wisten – de vergeten groene geschiedenis van 1972. Daarin beschrijft Antwerps hoogleraar Geert Buelens heel helder hoe na het rapport van de Club van Rome in 1972 eigenlijk heel snel een collectieve bewustwording over de klimaatchaos ontstond, inclusief veel verregaandere maatregelen dan die van vandaag. Maar al snel werden denktanks opgericht die als doel het individualiseren van de problematiek hadden. De Republikeinen, die kort daarna aan de macht kwamen, hebben die notie nog verder doorgedrukt. Zo weten kinderen vandaag wel wat een ecologische voetafdruk is, maar niet wat een kringloopeconomie is. Veelzeggend, toch?”

Door de opeenstapeling van crisissen bekroop veel mensen het afgelopen jaar een gevoel van algehele verdoemenis. Vibe shift, werd dat in de populaire media genoemd. Doemdenken of terecht onbehagen?

“Op zich is onbehagen van alle tijden omdat de voortdurende spanning tussen mens en maatschappij onvermijdelijk is. Maar onze huidige, in elkaar stortende economie geeft inderdaad een apocalyptisch gevoel.

“In mijn komende boek, Onbehagen, bespreek ik de periode tussen 1980 en 2020. Opmerkelijk aan deze periode is dat economie en politiek, maar ook economie en maatschappij samenvallen. Het is zo vanzelfsprekend geworden om alles naar geld te vertalen dat wij daar niet meer bij stilstaan. Een voorbeeld uit een recente onderwijsnota van Ben Weyts (N-VA): ‘Als we erin slagen onze leerlingen te doen excelleren, zal ons kapitaal nog groeien.’

BIO

• geboren in Roeselare op 5 november 1955 • behaalde zijn doctoraat in de psychologie aan de universiteit van Gent en bekwaamde zich nadien in de psychoanalyse • legt in zijn werk de link tussen psychische stoornissen en maatschappelijke veranderingen • is auteur van boeken als Liefde in tijden van eenzaamheid, Identiteit, Intimiteit en nu Onbehagen

“Op basis van vergelijkbare evoluties uit de geschiedenis zou je kunnen voorspellen dat we, nu de neoliberale grenzen bereikt zijn, opnieuw naar een socialere samenleving evolueren. Maar voor het eerst hebben we nu te maken met een mondiale crisis, maatschappelijk en klimatologisch – dat maakt dergelijke voorspellingen heel wat minder zeker.”

Met de oorlog in Oekraïne keerde ook de angst voor de kernbom terug.

“Die angst versterkt vooral onze angsten die er al voor de oorlog waren. Angst zonder grond is ondraaglijk, daarom zijn we geneigd het aan een concreet onderwerp te koppelen. De laatste jaren waren er helaas genoeg onderwerpen waar onze onbestemde angst zich aan kon vasthaken: asielzoekers, covid, en nu dus de oorlog. En dan zie je hoe dat misbruikt wordt; denk aan rechts dat onze angst richting vreemdelingen en richting ‘linkse elite’ kanaliseert.

“Evolutionair gezien is angst een normaal, zelfs gezond gevoel. Het helpt ons functioneel te reageren op een bedreiging, door te vechten of te vluchten. Wanneer het zaken betreft waar we geen controle over hebben, zoals dood en ziekte, maar ook geboorte en seksualiteit, dan pakken we de angst collectief aan met kunst, religie en wetenschap. Wanneer een gemeenschap door individualisering uiteenvalt, wordt dat lastig en helaas vinden velen dan collectieve geruststelling bij complottheorieën. De zeer ­reële bedreiging is de klimaatverandering, maar tot voor kort maakten de meeste mensen zich daar amper zorgen over.”

Hebt u zelf last van klimaatangst?

“Ik maak me vooral zorgen voor mijn kinderen en kleinkinderen. Maar ik wil hen daar niet te veel mee belasten, ze zijn daar zelf al genoeg mee bezig.

“En vergeet niet dat we heldere antwoorden hebben. Op grond van natuurwetenschappelijk onderzoek weten we wat ons de komende jaren te wachten staat, net zoals we weten wat we moeten doen om het tij te keren.”

Hoe maakt u de balans van twee jaar ­pandemie op?

“Dat het mentale welzijn van jongeren een serieuze knauw heeft gekregen, merkte ik destijds al bij mijn studenten. Vooral voor de eerstejaars was het dramatisch: zij verloren formatieve jaren op het vlak van identiteitsvorming die ze nooit meer terugkrijgen.

“Maar het hoopvolle aan corona vind ik toch wel dat bijna alle overheden, behalve Amerika en Groot-Brittannië, onmiddellijk voor de volksgezondheid kozen, in plaats van economie. Dat had ik niet verwacht.

“In Nederland was er wel even sprake van groepsimmuniteit, maar Rutte is snel genoeg teruggefloten. Een samenlevingssysteem waarbij economie niet primeert, is dus wel degelijk mogelijk.”

2022 was ook het jaar waarin grote energiebedrijven honderden miljoenen winst boekten, terwijl veel mensen in de kou kwamen te staan. Ook komend jaar zullen velen nog zwarte sneeuw zien. Waarom komen we niet in opstand?

“Je mag niet vergeten dat de meerderheid ondanks die hoge energiefacturen nog altijd in het paradijs leeft. Besparen betekent voor veel Vlamingen vandaag dat ze een keertje minder op reis kunnen.

'De groeiende groep Vlamingen met lege boterhamdozen blijft voorlopig klein, en gelukkig maar. Ik zie hier niet snel een opstand ontstaan.'Beeld Wouter Van Vooren

“Er is natuurlijk een groeiende ondergroep met lege boterhammendozen, maar die blijft voorlopig klein – gelukkig maar. Een opstand zie ik hier niet snel gebeuren. In Groot-Brittannië daarentegen wel, want daar groeit het aantal lege boterhammendozen pijlsnel, ook bij mensen die voltijds aan het werk zijn.”

Vandaag bestaat er veel vrijheid om de eigen identiteit vorm te geven. In uw essay voor de maand van de filosofie in 2022, Intieme vreemden, schreef u: ‘De toename van non-binaire jongeren verwondert mij niet, het drukt hun verwarring uit ten aanzien van de vele mogelijke genderidentiteiten waar ze in naam van vrijheid en vooruitgang mee worden geconfronteerd.’ Kunt u dat nader duiden?

“Nog niet zo lang geleden golden gender en sekse als synoniemen. Dat het woord gender couranter werd, hebben we te danken aan de tweede feministische emancipatiegolf, waarbij vrouwen aantoonden dat hun zogezegde biologische identiteit vooral uit opgelegde rolpatronen bestond. Oorspronkelijk betekent gender dus een psychosociale invulling van een seksuele oriëntatie. Eerst was dat binair, vandaag zijn er meerdere genderrollen bovenop meerdere seksuele oriëntaties, en dat is zonder twijfel een goede zaak.

“Het genderverhaal gaat echter de verkeerde kant op wanneer de idee van seksuele oriëntatie verward wordt met identiteit. Zo spreken we vandaag over gay identities, met als gevolg dat jongeren het gevoel hebben een keuze te moeten maken voor een bepaald hokje – jij bent dit. Terwijl de wokebeweging net ontstond door afstand te nemen van een opgelegde identiteit.”

Wat vindt u van Bart De Wevers (N-VA) politieke strijd tegen woke?

“De Wever heeft in woke de perfecte bliksem­afleider gevonden. In de Angelsaksische academische wereld heeft het wokedebat knettergekke proporties aangenomen en die moeten we beslist niet overnemen. Het is absurd dat een van onze toppolitici lezingen geeft over woke, terwijl er echt wel dringender problemen zijn.”

Mist u de universiteit?

“Ik heb me nooit geïdentificeerd met het hoogleraar zijn; het is een rol die ik graag op mij genomen heb, maar het bleef een rol. Al lang voor mijn afscheid ben ik doelbewust verantwoordelijkheden beginnen door te geven. Te vaak had ik emeriti zich wanhopig zien vastklampen aan hun vroegere posities. Dat wilde ik vermijden.

“Aan het einde van de rit gaf ik eigenlijk bijna alleen nog les. En dat heb ik tot op de laatste dag heel graag gedaan. Het is het enige wat ik echt mis. Nog los van het feit dat je voortdurend met jonge mensen in contact bent, scherpt lesgeven je geest aan. Een lezing is een onenightstand – excuseer mijn terminologie. Met lesgeven bouw je je denken op in een langdurige relatie met een kritisch publiek dat meedenkt. Dat ben ik kwijt.”

U ontvangt wel nog steeds patiënten.

“Twee dagen per week, maar ik heb een patiëntenstop ingevoerd. Heel mijn universitaire car­rière heb ik ook een praktijk gehad, wel steeds beperkt in omvang, om te vermijden dat mijn kinderen later zelf naar de therapeut zouden moeten. Maar die praktijk was belangrijk voor mij, zo hield en houd ik een vinger aan de pols van de samenleving.”

Hoezo?

“Na mijn afstuderen heb ik eerst een tijd in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en vervolgens in de bijzondere jeugdzorg gewerkt. Daar heb ik van dichtbij gezien hoe bepalend sociale klasse en omgeving voor iemands ontwikkeling zijn. Beide waren een eyeopener. Ik ben namelijk nog klassiek opgeleid, binnen het psychoanalytische individumodel, gericht op de hogere middenklasse.

“In de geestelijke gezondheidszorg zag ik andere problemen, en vervolgens opende de bijzondere jeugdzorg mijn ogen voor de maatschappelijke context.

'Opgroeien in het midden van West-Vlaanderen in de jaren 1960... Gevoelens bestonden simpelweg niet.'Beeld Wouter Van Vooren

“Ook mijn latere praktijkervaring voedde mijn lesgeven. Want al snel stelde ik vast dat wat ik in de consultatiekamer hoorde vaak niet overeenstemde met wat in de wetenschappelijke psychologie naar voren geschoven werd. Het is dankzij mijn praktijk dat ik steeds meer de maatschappelijke kant ben opgegaan.”

Hoe belangrijk is het voor u om in het maatschappelijke debat aanwezig te blijven?

“Heel binnenkort ben ik aan de unief vergeten. Daarbuiten duurt dat misschien wat langer, afhankelijk van wat ik nog publiceer, maar de verdwijning komt er sowieso.

“Veel experts vallen in een zwart gat wanneer ze niet meer opgebeld worden, maar bij mij zal dat wel meevallen. Ik heb altijd een leven buiten mijn werk gehad, met kinderen en ondertussen kleinkinderen, met wie ik me actief bezighou. Ik heb een beperkte maar goede vriendenkring, en in de tuin werken is mijn vorm van meditatie.”

‘Schrijvers schrijven altijd over zichzelf. Ook wetenschappelijke schrijvers’, liet u in een eerder interview optekenen. In welk opzicht gaat Onbehagen over uzelf?

“De rode draad die door het boek loopt, is het spanningsveld tussen autonomie en verbondenheid, als universele worsteling. Zelf ben ik sterk op alleen zijn gericht. In groepen functioneer ik minder goed.

“Tegelijkertijd heb ik heel mijn leven in groepen gewoond en gewerkt. Dat was niet altijd even eenvoudig.”

Vanwaar komt uw hang naar autonomie, denkt u?

“Volgens mijn twee loopkameraden, de vrienden die mij al het langst kennen, heeft dat met mijn tijd in het internaat te maken. Van mijn elfde tot mijn zeventiende zat ik op het jongens­internaat van het voormalige Sint-Gabriël­instituut in Kortrijk. Alles gebeurde in groep, altijd en overal.

“Het is makkelijk om terugblikkend te interpreteren, maar ik herinner me wel dat ik, net zoals de andere kinderen, altijd op zoek was naar manieren om privéruimtes voor mezelf te creëren. Zes jaar zonder privacy doorbrengen is intens voor puberjongens van wie het ­lichaam volop in ontwikkeling is.

“Dus leer je allerlei trucjes om even te ontsnappen. Fantaseren was altijd de makkelijkste mentale ontsnapping. Lezen de belangrijkste, omdat je dan met rust gelaten werd. ’s Nachts waren alle toiletten altijd bezet door lezende jongens.”

Voor iemand die eerder op alleen zijn gericht is, hebt u wel een grote familie gesticht: vier kinderen, zeven kleinkinderen.

“Het is een spanningsveld, hè. Ik mag er niet aan denken dat ik altijd alleen zou zijn. Ik heb mentale ruimte nodig, en dat kan ook in groep, net zoals je in groep eenzaam kunt zijn.

“Vroeger dachten we bij eenzaamheid aan de oude weduwe die uitsluitend nog de postbode zag. Vandaag gaat het vooral over jonge mensen met veel Facebookvrienden, die vaak zelfs een relatie hebben, maar zich desondanks alleen voelen.”

Zou u uzelf gelukkig noemen?

“Ja, zeker.”

Is dat moeilijk voor u? U liet namelijk al ­optekenen last te hebben van een geremdheid die u soms verhindert gevoelens ten ­volle te beleven.

“Opgroeien in het midden van West-Vlaanderen in de jaren 1960... (blaast) Gevoelens bestonden simpelweg niet. Stilstaan bij je emoties en ze leren verwoorden in al hun schakeringen, daar snijdt een opvoeding toch diep en lang. Zeker als emoties ontkend worden. Eigenlijk ging het verder dan ontkennen, het was simpelweg niet kennen.

“Emoties zijn in eerste instantie lichamelijke processen, zoals een hogere hartslag of blozen – pas wanneer we ons daar bewust van worden, beleven we ten volle het gevoel. Bewustwording verloopt via woorden, maar die moet je wel aangeleerd krijgen.

“Gaandeweg heb ik al die schakeringen tussen plezier en pijn wel leren benoemen. Maar mijn kleinkinderen staan veel verder in het gezond uiten van hun emoties dan de meeste van mijn generatiegenoten.”

Hoe kijkt u met het ouder worden naar de dood?

“Collega Wim Distelmans, palliatief arts en pleitbezorger van euthanasie, vertelde me eens dat hij zelf niet zeker was of hij euthanasie zou plegen mocht hij ongeneeslijk ziek blijken. Hij zei dat mensen in volle gezondheid van alles beweren, maar zodra ze daadwerkelijk met hun einde geconfronteerd worden, vaak van mening veranderen. Ook ik zal pas weten hoe ik écht naar de dood kijk wanneer het zover is. Nu ben ik daar niet echt mee bezig; mijn vrouw en ik verkeren in perfecte gezondheid.

'Vroeger kwam een ander samenlevings­model er door opstanden of revoluties, nu zal het opgelegd worden door het klimaat.'Beeld Wouter Van Vooren

“Bij mijn ouders, mijn vader is 91 en mijn moeder 89, heb ik gezien hoe hun wereld met de jaren kleiner en hun dag korter wordt. Ze verplaatsen zich nog nauwelijks, ze slapen meer. Op een bepaalde manier zijn zij aan het verdwijnen, maar dat stoort hen niet. Ze zijn gelukkig. Ze hebben het gehad, zoals ze zelf zeggen. Ik kan alleen maar hopen dat ik er zelf ook zo kalm mee zal omgaan.”

Hoe is de band met uw ouders? Zijn ze trots op u?

“Ze zijn trots op hun vier kinderen, maar ze hebben dat niet nodig om zichzelf een plaats toe te kennen. Samen hebben ze een succesvolle zaak uitgebouwd, ze zijn graag gezien in hun gemeenschap. Ze zijn zowel verbonden als ­autonoom.

“Of ze mijn boeken lezen? Mijn ouders zijn niet geschoold, en ik verneem soms dat collega’s mijn boeken moeilijk vinden, dus ik ­betwijfel het.”

In uw essay Intieme vreemden schreef u: ‘Veertig jaar werken als psychotherapeut heeft mij geleerd dat echte verandering en echte keuzes bijna altijd gebeuren na een ­crisisperiode.’ Blikt u hoopvol vooruit naar 2023?

“Verandering veronderstelt crisis, maar ook bewustwording, want verandering volgt niet vanzelf. Denk aan de groeiende crisis in de gezondheidszorg die we dichtgooien met pillen, die zijn vooral effectief als kalmeermiddel voor de maatschappij.

“Voor mij is de crisis ondubbelzinnig de klimaatverandering. En ja, ik ben hoopvol omdat ik zie dat de bewustwording toeneemt. Het probleem ligt op het beleidsniveau, wat dus wil zeggen op economisch niveau, maar ook daar beginnen we de eerste belangrijke veranderingen te zien. Maar het gaat bij lange na niet snel genoeg.

“Vroeger kwam een ander samenlevings­model er door opstanden of revoluties, nu zal het opgelegd worden door het klimaat.”