Direct naar artikelinhoud
InterviewMerol

Merol: ‘Hoe graag ik ook een nummer 1-hit wil scoren, ik maak liever een liedje met impact en maatschappelijke relevantie’

Merol: ‘Hoe graag ik ook een nummer 1-hit wil scoren, ik maak liever een liedje met impact en maatschappelijke relevantie’
Beeld Bibian Bingen

Na een boerenjaar met een debuutalbum en uitverkochte zalen mikt Merol (31) op méér. Ze wil een Sportpaleis-show met dansers en decors, misschien ook een eigen muzieklabel. Het meisje dat in ‘Hou je bek en bef me’ op nogal directe wijze de kortste weg naar beneden wees, is groot geworden. En boos. ‘Ik heb het laatste jaar toch veel mannenhaat ontwikkeld.’

Ja, we hebben het voor u nagevraagd: ook deze keer vierde Merol kerst met de fam. Gezellig!

Voor wie nu al in de war is, we refereerden hier even aan een bekende hit van haar. Maar goed, nu deze prangende kwestie is opgehelderd, kunnen we het met Merol over de rest van 2022 hebben, het jaar waarin de route tussen Amsterdam en Brussel voor haar bijna even vertrouwd werd als die van haar flat naar de dichtstbijzijnde supermarkt. “Mensen kenden me vaag van dat liedje over beffen, maar sinds De slimste mens is dat imago helemaal gekanteld. Ik ben nu die sympathieke die ook goed kan quizzen.” Nettowinst: een succesvol debuutalbum met de mooie titel Troostprijs, een hete zomer met als apotheose twintigduizend joelende mensen op Pukkelpop en een clubtour die al maanden loopt, waarvoor je nog amper een ticket kan bemachtigen wegens hopeloos uitverkocht.

Bio

geboren als Merel Baldé op 10 februari 1991 in Dordrecht / studeerde aan de Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie / debuteerde in 2018 met singles als ‘Ik wil een kind van jou’ en ‘Lekker met de meiden’ / werd in 2019 bekend met de song ‘Hou je bek en bef me’ / nam in 2021 deel aan De slimste mens ter wereld en hield het negen afleveringen vol / bracht dit jaar haar debuutalbum Troostprijs uit / woont in Amsterdam

Hoe voelt het om elke ochtend wakker te worden als popster?

“Ik voel me helemaal geen popster, ik zie altijd wat er niet is of wat er beter kan. Ik speel voor een uitverkochte AB en vraag me af waarom ik nog niet in de Lotto Arena sta. Ik denk dat alle artiesten dat hebben. Er is altijd wel iets om naar te streven. Misschien is dat wel goed. Ik weet niet of het gezond is om jezelf als een popster te zien.”

Maar je liedjes worden op de radio gespeeld, je concerten verkopen vlot uit. Dan heb je toch een lang gekoesterde droom waargemaakt?

“Ik moet mezelf af en toe aansporen om te genieten van het succes: ‘Hé, het gaat supergoed, kijk eens wat je allemaal bereikt hebt.’ Maar het is moeilijk om dat echt te voelen, ik heb nooit het idee dat ik op een of ander eindstation ben aangekomen en ben bang dat dat ook nooit zal gebeuren. Ik zit eerder op een stoptrein die af en toe ergens halt houdt.

“Als artiest word je tegenwoordig ook constant met cijfers geconfronteerd. De laatste weken waren de tijd van de eindejaarslijstjes en de Spotify Wraps. Ik weet heel precies hoeveel mensen naar mijn nummers hebben geluisterd, maar ook welke artiesten een miljoen méér luisteraars hebben. En op Instagram zie ik wat die anderen aan het doen zijn. Het is zo makkelijk geworden om te vergelijken, dat haalt de magie er wat uit.”

Bio
Beeld Bibian Bingen

Ben je een controlefreak?

“Ja, ik heb wel graag de controle maar ik kom er ook steeds meer achter dat ik die niet heb. Het gaat in België nu veel beter dan in Nederland, maar leg er maar eens de vinger op hoe dat komt. Je moet talent hebben en hard werken, maar de wind moet ook precies goed staan. Daar mag je niet te veel mee bezig zijn.

“Nog altijd ben ik voor elke show bang dat er niemand zal opdagen, al heb ik dat nu alleen nog de dag voor een optreden, in plaats van de volle twee weken ervoor. Het enige wat helpt tegen die onzekerheid is focussen op het echte werk. Als ik nummers schrijf, zit ik in mijn eigen trip, in plaats van me met anderen bezig te houden.”

Wat vind je het leukste: nummers schrijven of optreden?

“Optreden, honderd procent. Ik schrijf liedjes zodat ik kan optreden. Ik zou doodongelukkig zijn mocht ik enkel liedjes mogen schrijven. Ik vind net het creëren heel leuk. Nadenken over shows, goede overgangen, licht.”

Je shows zijn vrolijk, kleurrijk en camp. Ooit kwam je op het podium uit een grote schelp gekropen.

“Voor mijn liveshow heb ik veel naar oude Hollywoodfilms gekeken, zoals The Wizard of Oz dat volledig in een studio­decor is opgenomen. Dan droom ik van wolken die ik uit het plafond kan laten neerdalen, of van een landschap op de achtergrond. Ik blader ook weleens door mijn kaartenbak met postkaarten van leuke schilderijen, die ik in musea koop. Ik merk dat ik modeshows ook heel interessant vind. Laatst las ik een artikel over de outfits van Kim Kardashian op het Met Gala. Haar outfit in 2021, toen ze van top tot teen in een zwart pak van Balenciaga gehuld was, vond ik heel inspirerend omdat ze toonde dat iedereen haar kent, zelfs als ze vermomd is.

“Ik voel een steeds grotere behoefte aan iemand met wie ik creatief kan sparren. Ik droom van een grote show waarmee ik bijvoorbeeld in het Sportpaleis kan staan, met dansers en decors en de hele mikmak. Dan heb je wel iemand nodig die dat van op een afstand kan bekijken. En ooit wil ik een show van iemand anders regisseren. Je hebt licht en geluid, en daarmee moet je het doen. Maar combineer die twee op de juiste manier en iedereen heeft kippenvel.”

Spreekt hier een voormalige theaterstudente?

“Zeker. Ik denk dat grote artiesten als Beyoncé hun concerten ook benaderen als een theaterstuk, met een begin, vijf actes, een ontwikkeling en een slot.

“Ik vraag me wel af hoe je tijdens zo’n grote show contact met het publiek kan blijven maken. Het leukste vind ik de kleine shows waarin ik een praatje kan maken en gezichten kan herkennen, in plaats van voor een zee van mensen te moeten zingen. Een show is pas echt goed als je het evenwicht vindt tussen de onbereikbare superster spelen en toch tonen hoe dankbaar je bent en wat het applaus met je doet. Maar je mag ook niet te zelfbewust zijn, het mag geen pose zijn. Harry Styles weet soms net iets te goed welke beweging het publiek geil vindt. Ik vind het leuk om af en toe iets te proberen dat dan niet werkt, dat maakt me toegankelijk.”

‘Merol is de Superwoman-­versie van mezelf.’Beeld Bibian Bingen

Op het podium speel jij toch ook een rolletje?

“In het theater zeggen ze altijd: je kan niet de koning spelen, de anderen maken van jou de koning. Ik kan dus wel opkomen als een popster, maar als niemand reageert, stelt het niets voor. Het publiek moet spelen dat ik een popster ben, juichen en mijn naam roepen, en dan kom ik op en speel ik die rol. Het is een vorm van acteren, al ligt die rol ook dicht bij mezelf. Merol is de Superwoman-­versie van mezelf. En omdat de regels duidelijk zijn, voel ik me op het podium vrijer en zelfverzekerder dan in het echte leven. Dat vind ik veel spannender omdat je niet weet wat er kan gebeuren.”

Als kind wilde je al beroemd worden. Voldoet het aan de verwachtingen?

(lacht) “Ik voel me helemaal niet zo beroemd. Oké, ik ben in dit café net twee keer herkend, maar ik kan nog wel de straat op en mijn eigen leven leiden. Ik ga vaak naar het filmhuis om mijn hoek, maak graag wandelingen en hou van dansen en uitgaan maar spreek ook vaak af met vrienden, het liefst voor spelletjesavonden. Op sociale media deel ik mijn privéleven niet.”

Dat is toch wat je net wel moet doen om opgemerkt te worden?

“Ik zou wellicht meer volgers hebben als ik af en toe een bikinifoto zou posten of mijn relatie zou delen, maar dat interesseert mij niet. Ik ben niemand iets verschuldigd. Daardoor ben ik minder interessant voor de roddelpers, maar dat vind ik wel relaxed. Ik beschouw Instagram als mijn etalage. En in een etalage toon je toch vooral je pronkstukken? Dat wil niet zeggen dat het altijd goed met me gaat, ik hoop natuurlijk dat mensen dat begrijpen. Ik vind het tof als mensen die kant eerlijk laten zien, maar voor mezelf vind ik het te privé. Als ik niet lekker in mijn vel zit, wil ik dat met mijn vrienden delen, niet met mijn 68.000 volgers.”

Vind je het ook belangrijk om het mysterie in stand te houden?

“Ja, maar het gaat ook om zelfbescherming. Vroeger kende je artiesten van de posters aan je muur en de cd’s die je opzette, nu kan ik in een Instagram Story van pakweg Alicia Keys zien hoe haar badkamer eruitziet. Maar ik wil Merol niet groter maken dan ze is. Het gaat uiteindelijk om de muziek, niet om een of ander realitypersonage.”

Hoe schipper je tussen Merel en Merol? Komt die Superwoman tevoorschijn als je voor een optreden de kleedkamer induikt?

“Nee, zo werkt het niet. Ik ben gewoon mezelf. Natuurlijk probeer ik op het podium een betere versie van mezelf te zijn, daarvoor doe je ook een pakje aan en make-up op. Je doet je best om er iets meer van te maken, zeg maar.” (lacht)

Ik vraag het omdat je geen foto’s laat nemen zonder stiliste en make-up. Het lijkt alsof je toch een soort masker nodig hebt.

“Nou, dat vind ik dus niet. Maar ik wil wel proberen te controleren wat er van mij online komt. Niet dat ik per se natuurlijke foto’s schuw, maar ik wil wel dat iemand me knapper maakt, al is het maar met een lijntje eyeliner. (denkt na) Misschien heb je wel gelijk en wil ik toch als Merol met een ‘o’ op de foto: een natuurlijke look in jeans is niet de uitstraling die ik wil, want dat zie je overal.

“En ja, het heeft vast ook met onzekerheid te maken, en ijdel­heid en ego. Maar ik vind het ook fijn om alles in een vorm te gieten, om naar iets te kijken dat gestileerd is. Dat maakt het ook kunst, denk ik, als er een strikje omheen zit. Merol is het concept waaraan alles wat ik doe getoetst moet worden. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk om zelf de liedjes te schrijven. Ik ben echt een maker.”

‘Je eerste nummer zal altijd aan je reet blijven kleven. Jammer, maar het is niet mijn schuld dat anderen niet verder willen kijken.’Beeld Bibian Bingen

Veel liedjes op Troostprijs gaan over stukgelopen relaties, maar veel mensen zullen je altijd zien als dat meisje dat veel over seks zingt.

“Dat is iets waar ik veel over nadenk. Ik heb het soms over de oude Merol en ik heb me daar ook een tijdje tegen afgezet, maar eigenlijk ben ik juist heel trots op die eerste liedjes die ik helemaal zelf, zonder team en vanuit een soort naïviteit, heb uitgebracht. Nu schrijf ik nummers met andere songwriters en we letten erop dat de tekst precies op de muziek past en er geen foutjes meer zijn.

“Ik mis vaak de onbevangenheid van die begindagen. Het is heel fijn dat ik een publiek heb verzameld en dat ik geen bijbaantje meer nodig heb om rond te komen, maar de verwondering van toen is weg. Omdat ik de muziekwereld beter ken, zie ik nu ook de minder leuke dingen: ik loop vaak tegen genderongelijkheid aan, of seksisme en andere oneerlijke systemen.

“Maar ik heb dus ook geleerd dat het eerste nummer dat je uitbrengt, altijd aan je reet zal blijven kleven. Dat is niet per se erg, maar als je naar buiten komt met een gemiddeld, nietszeggend liedje, heb je daarna veel meer ruimte om jezelf te ontwikkelen. Ik ben voor velen nog altijd het meisje van ‘Hou je bek en bef me’. Dat is jammer, maar het is niet mijn schuld dat anderen niet verder willen kijken.”

Met dat nummer heb je toch een gevoelige snaar geraakt. Ben jij de stem van een generatie?

“Ik moet nu denken aan Lena Dunham die in Girls zei: ‘I’m not the voice of the generation, but a voice of a generation.’ (lacht) Na een optreden komen er wel veel meiden en zelfs moeders op me af die zeggen dat ze veel gehad hebben aan ‘Hou je bek’, dat ze dat heel empowerend vinden. Dat vind ik heel vet. Nog beter vind ik het als mannen dat lied meezingen, omdat dat het woord ‘beffen’ normaliseert. Hoe graag ik ook een ­nummer 1-hit wil scoren, ik maak nog liever een liedje met impact, dat maatschappelijk relevant is.”

Met roem komt een verantwoordelijkheid?

“Ja! Als er naar je geluisterd wordt, moet je toch iets vertellen? Ik ben meer activistisch dan commercieel. Ik merk dat ik nu heel veel liedjes schrijf vanuit woede. Er is elke dag wel iets dat me boos maakt. Hoe ouder ik word, hoe bozer, dat is letterlijk een zin uit een van mijn laatste liedjes.

“Waar ik zo boos van word? In januari komt het liedje ‘Applaus’ uit, een afscheidsbrief aan het patriarchaat en middelmatige mannen die te veel ruimte innemen. Al die oude witte mannen op televisie, ik ben er zo klaar mee. (lacht) Ze hebben ook zoveel shit aangericht, met dat grensoverschrijdend gedrag. Daar heb ik ook een liedje over gemaakt, over de manier waarop hufterigheid wordt goedgepraat als iemand talent heeft. Ja, ik merk dat ik het afgelopen jaar toch veel mannenhaat heb ontwikkeld. (buigt zich naar het opnameapparaat) Niet ten opzichte van alle mannen, natuurlijk, maar tegenover het concept ‘man’.”

Wat stoort je dan?

“Als vrouw word je nog altijd minder serieus genomen. Een man die niet zuiver zingt heeft een karakteristieke stem, terwijl ik dan gewoon vals zing. Ik kom daar niet mee weg, hoor. Ik word ook heel vaak zangeres in plaats van artiest genoemd, ook al doe ik alles zelf. Dat is heel beperkend.”

Er is toch meer aandacht dan ooit voor vrouwen? Om in jouw sector te blijven: de Volkskrant schreef over 2022 als het jaar van de vrouw in de popmuziek. Ook jouw naam viel in dat artikel.

“Daar kan ik me dan ook boos in maken. De media doen het lijken alsof het heel erg goed gaat met vrouwen in de popmuziek, maar uit cijfers blijkt dat amper 34 procent van alle acts op festivals minstens één vrouw als bandlid heeft. In Nederland staat Flemming (Nederlandse singer-songwriter, red.) veel vaker in de hitlijsten, het was Antoon (Nederlandse zanger, red.) die in december twee keer in de Ziggo Dome (concertzaal in Amsterdam, red.) stond. Goldband stond op elk zomerfestival op de mainstage.

“Mannen doen het beter op alle fronten én ze worden als onafhankelijke artiesten beschouwd, terwijl S10, MEAU, Eefje de Visser en ik voortdurend op één hoop worden gegooid. We zijn een klein clubje vrouwen met wie het goed gaat – allemaal wit, trouwens – en die toevallig allemaal in het Nederlands zingen, maar we doen wel allemaal iets anders. Dus we hoeven echt niet achterover te leunen omdat het nu zo goed gaat met vrouwen. Het gaat beter, ja, maar het gaat ook heel traag.

“En dan kan je wel zeggen dat echt talent vanzelf komt bovendrijven, maar dat is niet zo. Bijna alle topposities bij radiozenders of muzieklabels worden ingenomen door mannen, dat blijft zo. En je boekt toch vooral wat je kent, niet? Dat is op zich niet erg, maar daarom is een meer diverse top wel belangrijk. In mijn team en in mijn band probeer ik voor een gezonde balans te zorgen. En als ik een voorprogramma wil, kies ik een vrouw. Ik hoop dat ik ooit directeur van een label word en het dan beter zal doen. Inmiddels draai ik al lang genoeg mee om te merken dat al die mensen ook maar wat doen en dat het eigenlijk niet zo moeilijk is. En hoe vet zou het zijn als we festivals quota zouden opleggen of bands met vrouwelijke muzikanten meer betalen?”

‘Er is elke dag wel iets dat me boos maakt. Muziek is een manier om met die woede om te gaan, en ik heb me bij Extinction Rebellion aangesloten. Dat geeft me hoop’Beeld Bibian Bingen

Maak je je in de sector populair met zulke uitspraken?

“Vast niet, maar ik vind het te belangrijk. Ik zeg het toch ook op een heel lieve manier? Vorig jaar, toen ik nog bij een label zat en we een perstekst aan het schrijven waren, heeft iemand me wel aangeraden om niet te zeggen dat ik een feminist ben. Daar schrok ik wel van, omdat mij dat juist definieert als artiest. Ik merk wel dat feminisme het laatste jaar populairder is geworden in de muzieksector en vind het net heel vet als muzikanten naar wie ik luister zich uitspreken.”

Ik zag laatst Miss Americana, de documentaire over Taylor Swift, die zich op een gegeven moment publiekelijk tegen Donald Trump wou uitspreken. Ik schrok van de stress die haar beslissing veroorzaakte. Er volgden vergaderingen met haar tienkoppige managementteam, tranen en paniek over haar carrière.

“Zij komt uit die conservatieve countryscene, hè. In de Verenigde Staten zijn de grote namen als Lizzo en Lil Nas X veel progressiever dan de alternatieve scene, terwijl onze mainstreamartiesten zo keurig zijn. Ik ken in onze regio geen enkele popster die zo uitgesproken is, behalve Stromae. Jullie Belgen hebben trouwens veel internationale popsterren: Angèle, Stromae, Oscar and the Wolf, dEUS... Ik ken bij ons niemand met zo’n bereik.”

Maakt dat van jou de meest internationale Nederlandse artiest, met een bereik tot in Brussel?

“Nou, eigenlijk wel. (lacht) Technisch gezien ben ik een van de grootste internationale sterren uit Nederland.”

Hoe voorkom je dat je verstrikt raakt in al die boosheid?

“Dat is best lastig, want ik wil niet cynisch worden. Ik merk dat ik bij vrienden enorm loop te razen over alles wat kut is aan deze wereld. Als ik dan naar huis wandel, vraag ik me af of ik nog wel een leuk mens ben. Misschien is muziek wel een manier om met die woede om te gaan, en ik heb me aangesloten bij Extinction Rebellion. Dat geeft me hoop en biedt een soort vorm aan mijn woede en machteloosheid. Als we allemaal de snelweg blokkeren, zal de overheid wel iets doen.”

Extinction Rebellion is een nogal controversiële organisatie.

“We zijn geweldloos, maar doen wel aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat vinden we geoorloofd in deze noodsituatie. Ik heb onlangs vijf uur op de grond gezeten in het hoofdkantoor van Rabobank, dat investeert in fossiele brandstoffen. Dat is het meest rebelse wat ik het afgelopen jaar heb gedaan. (lacht)

“Er zijn al zoveel petities gestart, demonstraties georganiseerd en klimaatmarsen gelopen. Dat is allemaal nodig, maar ik denk dat het tijd is voor extremere acties. Alhoewel, ik vind het woord ‘extreem’ niet gepast. Na die bezetting van Rabobank kreeg ik berichten van mensen die me wilden ontvolgen op Instagram omdat ze me te extreem vonden. Dan denk ik: als dit extreem is, wat dan met de overheden die de crisis waar we nu in zitten negeren? Hoe noem je dat dan? Want hoe meer ik lees, hoe verontrustender het wordt.”

Wat vind je van klimaatactivisten die soep op schilderijen gooien?

“Mensen vinden dat ze iets kapotmaken, wat helemaal niet waar is, want voor die schilderijen hangen glasplaten en dat weten die activisten van Just Stop Oil ook. Ik las ergens dat we ons meer zorgen maken om een plantje dat op een doek geschilderd is dan om echte planten, en dat vond ik heel treffend.

“Velen zijn boos over de manier waarop er actie wordt gevoerd, maar iedereen is het er toch over eens dat het echt misgaat met ons klimaat? Ik vind het heftig dat dit soort acties nodig zijn om aandacht te genereren. Als activisten moeten we het over de inhoud hebben, in plaats van die acties te verdedigen. Laten we het bijvoorbeeld hebben over de Nederlandse overheid die jaarlijks 17,5 miljard euro aan fossiele subsidie besteedt. Dat is drie keer zoveel als aan het klimaatbeleid. Of over het feit dat het huidige beleid bij lange na niet genoeg is om onder de 1,5 graad opwarming te blijven.”

Maar dat is het net: het gaat niet over klimaatverande­ring, maar over vandalisme. Zijn die acties dan niet contraproductief?

“Wat ik contraproductief vind, zijn de gesprekken aan talkshowtafels waarbij het de hele tijd over die acties en niet over de klimaatcrisis gaat. Waarom wordt dat gesprek niet gevoerd? En ik vind ook niet elke actie even treffend, maar alle alternatieven zijn al eens geprobeerd en die haalden niets uit. Blijkbaar is een duur schilderij met soep bekladden de enige manier om media-aandacht te krijgen. Een paar maanden geleden heeft Extinction Rebellion op de luchthavens privéjets geblokkeerd. Dat was ook een succes, maar er is meer nodig.

“Maar ik heb ook een nummer over mijn eigen hypocrisie geschreven. Want ik vlieg niet meer binnen Europa en ik vind het heel makkelijk om geen vlees te eten, maar vegan worden... tja. Dan moet ik de kaasplank die ik net bestelde opofferen en dat blijkt dan toch wel lastig. Dat hebben toch veel mensen? Ze willen wel iets doen voor het klimaat, maar het mag niet te veel moeite kosten. Ik probeer mensen een spiegel voor te houden, maar ik wil ook wel tonen hoe ik zelf faal. Tekstueel is dat mijn grootste uitdaging: hoe kan ik mijn boodschap overbrengen, niet op een vervelende en moralistische toon maar luchtig en toegankelijk?”

‘Ik zag Alt-J optreden, jongens, wat saai! Maar mannen komen daarmee weg. Daarom zijn vrouwelijke popsterren zo fucking goed: ze weten dat ze harder moeten werken.’Beeld Bibian Bingen

Worden je teksten onderschat?

“Ik krijg veel complimenten over mijn teksten, bijvoorbeeld omdat ze zo herkenbaar zijn. Maar soms wordt onderschat hoe moeilijk het is om eenvoudige teksten te schrijven. In mijn taal is humor en een luchtige letterlijkheid belangrijk, en ik wil dat mensen me begrijpen. Ik heb het geprobeerd hoor, om meer wollige, poëtische teksten te schrijven, alleen raak ik dan zelf ook kwijt waarover het precies gaat. Maar vaak wordt ernstige, mysterieuze muziek hoger gewaardeerd. Dat heb je bij alle kunst: als we iets meteen begrijpen, is het te makkelijk. Terwijl ik bij abstracte kunst vaak denk: ik begrijp dit niet, dit zegt me niets. En als iedereen lyrisch is over poëzie die ik niet kan lezen zonder woordenboek, vind ik dat elitair en prestigieus.”

Ik denk dat frivoliteit ook extreem goed moet zijn, vooraleer we het ernstig nemen en kunnen waarderen.

“Dat is zo. Afgelopen zomer zag ik Alt-J als afsluiter op Best Kept Secret. Ik dacht: jongens, dan staan jullie op die main­stage en dan maken jullie het niet waar. Wat een saai popconcert. Maar dat zijn mannen, die komen daarmee weg. Net daarom zijn al die vrouwelijke popsterren – Lizzo, Róisín Murphy, Grace Jones, Beyoncé, Rosalía – zo fucking goed: ze weten dat ze harder moeten werken en zich onderscheiden met hun boodschap, hun verhaal, hun glitter en zogezegd plat entertainment. Maar man, een show met alles erop en eraan, waarin je kan schreeuwen maar ook huilen, dat is toch het hoogst haalbare? Er is helemaal niets mis met vermaak, dat is net hartstikke vet.”

De Belgische shows van Merols Troostprijs-tour zijn uitverkocht, behalve die in het OLT Rivierenhof in Deurne op 21 juni, tickets en info via oltrivierenhof.be