Eigenaar van zonnepanelen? Ga je dan best voor een analoge of een digitale meter?

Veel eigenaars van zonnepanelen maken gebruik van de mogelijkheid om de plaatsing van de digitale meter uit te stellen tot 2025. Ze menen op die manier nog enkele jaren een lagere verbruiksfactuur te betalen. Simulaties uit het verleden wezen uit dat eigenaars van een terugdraaiende teller aan het einde van de rit ook effectief de laagste energiefactuur betalen.

Maar ondertussen tekenden zich verschillende veranderingen aan binnen het energielandschap, die het kostenplaatje beïnvloeden. We overlopen ze.

Meer weten over de recente veranderingen op het vlak van energie? Hier vind je een handig overzicht.

Bij het capaciteitstarief betaalt elke consument een minimumbijdrage, ongeacht zijn verbruik of de meter waarover hij beschikt. Wie zijn teller bij een analoge meter volledig naar nul laat terugdraaien, ontsnapt dus niet aan het capaciteitstarief. Daar tegenover staat dat dezelfde doelgroep een lager prosumententarief betaalt ten opzichte van 2022.

Wil je alle info over het capaciteitstarief? Of wil je simuleren welke invloed het heeft op jouw energiefactuur? Daarvoor kan je hier terecht.

Om het effect hiervan in kaart te brengen, baseren we ons op de gemiddelde verbruiksgegevens. Onze simulatie baseert zich op een zonnepaneleninstallatie met een piekvermogen van 3,7 kilowattpiek en een stroomproductie van 3.500 kWh. De terugdraaiende teller kan op die manier volledig naar nul terugdraaien. Voor de digitale meter bedraagt het zelfverbruik 36 procent.

We gaan voor het capaciteitstarief uit van een gemiddelde maandpiek van 4,37 kW. De simulatie baseert zich op de laagste tarieven via Mijnenergie.be. We hielden geen rekening met welkomstkortingen.

Wie nog over het systeem van de terugdraaiende teller beschikt, boekt bij de huidige energieprijzen op jaarbasis een voordeel van 388,49 euro ten opzichte van prosumenten met een digitale meter. Eind augustus bedroeg dat voordeel nog slechts 55,37 euro.

Dat het verschil opnieuw hoger oploopt valt toe te schrijven aan een combinatie van twee factoren: een gestegen verbruikstarief enerzijds en een lagere injectievergoeding voor de stroom die je aan jouw energieleverancier verkoopt anderzijds.

In de eindbalans hoor je wel nog de retroactieve investeringspremie van de Vlaamse overheid mee te nemen. Wie in 2020 zonnepanelen met een piekvermogen van 3,7 kilowattpiek installeerde en nu een digitale meter plaatst, ontvangt een eenmalige premie van 995,30 euro. Kies je ervoor je digitale meter tot 31 december 2023 zelf te laten installeren, dan mag je een bonus van 100 euro verwachten. Op die gunstmaatregelen maak je na de verplichte plaatsing van de digitale meter na 2025 geen aanspraak meer.

Wie de plaatsing van de digitale meter uitstelt, boekt dus nog voor minstens twee jaar een mooi voordeel op zijn energiefactuur, maar loopt tegelijk de retroactieve premie mis, die dat nadeel voor eigenaars van een digitale meter grotendeels uitvlakt.

De energieprijzen zijn zeer volatiel. Deze simulatie baseert zich op variabele prijzen, waardoor het beeld op enkele maanden tijd sterk kan wijzigen. We baseerden ons voor deze simulatie louter op het financiële aspect.

Onder meer de optie om je verbruik gedetailleerd op te volgen, leidt mogelijk tot een lager verbruik en bijgevolg ook een hogere besparing. Wie erin slaagt zijn zelfverbruik op te krikken, zal bij een digitale meter eveneens minder betalen.

Waarom je jouw energiecontract best niet automatisch verlengt

Tijd om over te stappen? Vaste energietarieven Luminus tot 50 procent lager dan in september vorig jaar

Wie drie van deze apparaten gedurende een kwartier tegelijk inschakelt, ziet zijn capaciteitstarief oplopen