Direct naar artikelinhoud
InterviewBart Cannaerts

Bart Cannaerts: ‘Ik heb weleens gedacht: misschien moet ik óók naar de therapeut gaan, zoals iedereen’

Bart Cannaerts: ‘Ik ben een pleaser. Vertel me een mop en ik zal uit pure beleefdheid lachen.’Beeld Koen Keppens

Is het een burlende eland? Een tegensputterende grasmaaier? Een hinnikend ezelsveulen? Nee hoor, het is gewoon Bart Cannaerts (42) die, boven zijn warme choco gebogen, een lichte gniffel laat aanzwellen tot zijn gepatenteerde bulderlach, daarmee de wereld – of toch minstens de koffiebar – weer wat vrolijker stemmend. De quizmaster van De dag van vandaag – het tweede seizoen begint maandag op Eén – kan terugblikken op een 2022 dat hem zó gunstig gezind was dat hij pardoes vierde werd in Humo’s Pop Poll-categorie ‘Man van het Jaar’. Per ongeluk, maar toch.

Heb je het goede nieuws al gehoord? Je staat bóven illuster volk als Stromae, Wout van Aert en Bart De Wever.

Bart Cannaerts: “Ik heb het nieuws mogen vernemen via de grote Tom Lenaerts, mijn baas bij productiehuis Panenka, die zo goed was om het in onze bedrijfs-WhatsApp te posten (lacht). Zeer smakelijk mee moeten lachen, vooral omdat het werkelijk nergens op slaat. Alleen Volodymyr Zelensky, Remco Evenepoel en Conner Rousseau stonden boven mij! Beste, lieve Humo-lezer: hóé dan?”

Niet dat je ooit bent weggeweest, maar 2022 voelt wel aan als het jaar dat iedereen je nog eens extra innig in de armen sloot.

Cannaerts: “Dat is wel zo. The Masked Singer, waar ik het pak van Cycloop aantrok, heeft daar natuurlijk iets mee te maken. En in De slimste mens maak ik ondertussen al een slordig decennium deel uit van het huisdecor, maar dit seizoen stond ik toevallig opeens op de voorgrond. (Verward) Elke lezer mag toch maar één keer stemmen op Man van het Jaar, hè? Wie zegt op dat moment: ‘Awel ja, dan Bart Cannaerts!’ Die andere mensen hebben de wereld veranderd, ik heb gewoon een lieke gezongen. Ik denk dat Zelensky gewoon honderdduizend stemmen heeft gehaald en al de rest twee of drie.

“Nu goed, ik ga me op de komende familiefeesten toch anders gedragen, denk ik. Ik ga niet meer mee afwassen, dat begrijp je ook.”

Dit is de periode van de eindejaarsconference. Hebben ze jou nog nooit zo’n klus aangeboden?

Cannaerts: “Eigenlijk niet, ik weet niet of ik dat als een belediging moet beschouwen. Ik zou het weleens één jaar willen doen, maar ik ken Michael Van Peel goed genoeg om te weten wat voor een hel het is om zoiets jaar na jaar tot een goed einde te brengen. Tot september kun je eigenlijk niks doen, omdat iedereen het nieuws van de eerste maanden toch vergeet. Dan moet je in drie maanden een voorstelling in elkaar boksen, wat op zich al geschift is. En dán kun je die voorstelling ocharme twee maanden spelen, tot je dat materiaal voor altijd kwijt bent. Ik heb met mijn laatste show, We moeten nog eens afspreken, verdorie vier jaar getourd!”

Omdat corona een hiaat van twee jaar veroorzaakte.

Cannaerts: “Oké, toegegeven (lacht). Het viel wel op: mijn dochter is nu 6 jaar, maar in de show is ze 2 jaar gebleven. Anders klopten er een paar moppen niet of zouden de mensen denken dat ik een wel héél domme dochter heb. En Liz is zo slim.”

Je kende de voorstelling na twee jaar niet meer uit het hoofd en dus heb je ze herbekeken. Om vervolgens smakelijk met je eigen moppen te lachen.

Cannaerts (lacht): “Niet héél hard. Maar ja, ik schrijf mijn voorstellingen niet neer, hè. Het probleem is: als ik moppen opschrijf, komen ze er in te stroeve schrijftaal uit. En dan begin ik harkerig te debiteren. Ik geniet liever een beetje meer vrijheid en klamp me voor de structuur vast aan enkele kernwoorden. Zo sta ik graag op het podium: ik wil mensen het gevoel geven dat ik gewoon maar wat met hen kom babbelen.

“Niks opschrijven is ook voor een stuk luiheid, natuurlijk. Ik gebruik liever een ekselleke: Microsoft Excel is de mooiste uitvinding uit de menselijke geschiedenis. Voor De dag van vandaag hebben we een Excel-bestand gemaakt met alle 93 BV’s die dit seizoen langskomen. Die hebben allemaal ingewikkelde schema’s, dus lijsten we naast elke BV alle opnamedata op, en als ze vrij zijn, krijgen ze een vinkje, dat automatisch groen wordt. Automatisch! (Dromerig uit het raam starend) Zo’n groen vinkje is toch van een intense heerlijkheid?”

Wat is het gekste waarvoor je ooit een Excel-bestand hebt gemaakt?

Cannaerts: “Voor de borstvoeding destijds, om precies te weten wanneer onze dochter aan welke borst had gehangen. Als we dan verdwaasd in het midden van de nacht wakker werden om haar te voeden, hoefde ik maar de laptop te raadplegen: ‘Tijd voor de linkertiet!’ (lacht)”

Stel dat ze je toch vragen voor een eindejaarsconference: zou je het kunnen? Zit er voldoende cynisme of toch minstens kwaadheid in je?

Cannaerts: “Ik heb wel wat cynisme in mij, hoor. Maar ik vind dat niet de interessantste vorm van humor. Het is niet zo moeilijk, hè, kwaad zijn? ‘Allee jong, wat doet die Poetin nu allemaal!?’ Amai, goed gevonden. Nee, ik slaag er niet in om me kwaad te maken over die kwiet. Dan fulmineer ik in mijn shows liever over pietluttigheden. Over mensen die scampi zeggen in plaats van scampo, bijvoorbeeld. Nog erger, mensen die zelfs scampi’s zeggen! Een dubbel meervoud, dan verlies ik het helemaal!

“Weet je waar ik het tegenwoordig moeilijk mee heb? Met de politieke journalistiek. Volgens mij zijn er heel veel problemen in dit land de schuld van de politiek journalisten! (lacht) Dan denk ik: laat die politici nu eens gerust, zeg! Dat is toch het concept van de representatieve democratie? Ik zeg in de stembus: ‘We hebben met z’n allen geen tijd om alles in dit land te regelen, dus doe jij het in mijn plaats. En over vier jaar oordeel ik met mijn volgende stem of je het goed hebt gedaan. Allee, tot dan, hè!’ Maar intussen zitten die politiek journalisten elk vlammetje aan te wakkeren tot een laaiend inferno. Laat die mensen toch rustig hun werk doen! Ik word daar heel ongemakkelijk van. In tijden waarin iedereen op de politicus inhakt, vind ik het interessanter om dat dan net niet te doen.”

Daar spreekt de dwarsligger in jou. Als iemand een muziekgroep goed vindt, zul jij hem puur voor de discussie wel even slecht vinden.

Cannaerts: “Dat is waar (lacht). Exact hetzelfde vinden als je gesprekspartner is gewoon zo oninteressant.”

Ik vind Gerolf Annemans een buitengewoon onaantrekkelijke man.

Cannaerts (lacht): “Ik kan het nu ook niet met álles oneens zijn, maar ik doe toch mijn best. Zo herinner ik me een pittige discussie met Michael Van Peel. Een van zijn stokpaardjes is privacy, waarop ik, ongehinderd door enige kennis van zaken, het nut begon op te lijsten van al die camera’s op straat en zo’n vingerscan op je identiteitskaart. Michael werd er razend van, maar ik heb door zijn argumenten wel veel opgestoken. Toen de volgende dag iemand tegen mij over het onderwerp begon, kroop ik in Michaels rol en had ik een weerwoord voor elk argument. Zo leer ik bij.

“Soms ben ik een vervelende mens, hoor. Mijn lief geeft ook al eens graag haar mening, en soms is het wellicht prettiger dat ik gewoon zeg: ‘Het is waar, schat, je hebt gelijk.’ In plaats van altijd: ‘Ah ja, ís dat wel zo?’ Dan ben je een betweter, hè? Zelfs als kind kreeg ik dat al te horen.”

Alles zit mee in jouw leven: je werk loopt als een trein, je dochter groeit als een spruit, je relatie houdt volgens de gespecialiseerde berichten moeiteloos stand. Mag ik blij zijn dat er ook iets op je aan te merken is?

Cannaerts (lacht): “Maar waarom die drang van journalisten om demonen te zoeken? Ik heb wel diepe zielenroerselen, vermoed ik, maar ik sta er, als het zondagskind dat ik ben, niet al te vaak bij stil. Bij mij hoef je echt niet de vraag te stellen: wat schuilt er achter het clownsgezicht? Gewoon, déze onnozele kop (lacht).”

Het is vooralsnog perfect legaal om gelukkig te zijn.

Cannaerts: “Ik heb al weleens gedacht: misschien moet ik óók naar de therapeut gaan, zoals iedereen. Omdat ik op het extreme af conflictvermijdend ben, bijvoorbeeld. Maar dan denk ik: de wachtrijen bij de psycholoog zijn al lang genoeg zonder dat ik ze nog langer moet maken. (Twijfelt) Als ik vind dat niet iedereen sowieso in therapie móét als het niet per se nodig is, toon ik mij dan een al te oude zak? (lacht)”

Je bent een van de minst onhebbelijke mensen die geregeld op tv komen: zijn er ook mensen die niet van je houden?

Cannaerts: “Toen ik vroeger nog zo dom was om de sociale media te checken, waren er veel mensen die zeiden: ‘Lach nu eens wat minder hard!’ Maar ik kan er niet aan doen: ik lach zo! (voegt de daad bij het woord) Als ik achteraf een opname terugzie, denk ik ook weleens: zo’n topmop was het niet. Maar dat ben ik dan ook weer: naast een dwarsligger ben ik een gigantische pleaser. Vertel me een mop en ik zal uit pure beleefdheid lachen. Onoprecht is dat niet, ik stel me gewoon graag open en welwillend op: ik wil het voor iedereen vooral aangenamer maken. En dan is een iets te gulle lach toch te verkiezen boven een pijnlijke stilte?”

‘Ik heb diepe zielenroerselen, maar ik sta er niet al te vaak bij stil. Bij mij hoef je echt niet de vraag te stellen: wat schuilt er achter het clownsgezicht? Gewoon, déze onnozele kop.’Beeld Koen Keppens

Een gigantische pleaser die bij elk onderwerp in discussie gaat, dat is toch als iemand met hoogtevrees die voor de lol gaat bungeejumpen?

Cannaerts (lacht): “Een gespreksconflict over de vraag of Conner Rousseau wel in een konijnenpak moet kruipen, dat vind ik tof, want daar staat niks op het spel. Maar bij een persoonlijk conflict ren ik liever de dichtstbijzijnde boom in, als de angsthaas die ik ben.”

WOKE KERSTSTAL

De dag van vandaag dan! Heeft iemand je al met die titel gefeliciteerd?

Cannaerts: “Het gedachteproces erachter ging als volgt: eerst wilden we het programma Vandaag noemen, tot we ons realiseerden dat Danira (Boukhriss, red.) daar al mee weg was. Dan viel onze blik op De dag, maar die hadden Jonas Geirnaert en Julie Mahieu al gepikt. We vonden er niks beters op dan het ding dan maar gewoon De dag van vandaag te noemen (lacht).

“Voor het nieuwe seizoen hebben we veel tijd genomen om allerlei nieuwe dingen te proberen, om uiteindelijk te besluiten dat de quiz zoals hij in elkaar zat al keigoed marcheerde. Als we kunnen voortdoen op het niveau van onze laatste week, zal ik een heel tevreden quizmaster zijn. En laten we eerlijk zijn: alleen al door de aanwezigheid van de onstuitbare Fien Germijns, die ondanks haar propvolle agenda met de ochtendradio geen secónde twijfelde toen ik belde met de vraag om terug te keren, is het programma niet te missen. Je kunt niet níét blij zijn als ze voor je deur staat. Zelfs met een hond met een hoed op kan ze nog een vrolijk gesprek voeren.

“Het is voor BV’s natuurlijk een ideaal programma om aan deel te nemen, omdat ze met z’n drieën samen spelen. Zo kun je niet afgaan: ofwel weet één van de drie het, en dan kun je je moeiteloos achter het juiste antwoord scharen, ofwel weet niemand het en dan hebben wij een slechte vraag gesteld. Zo verkoop ik het en (samenzweerderig) voorlopig tuint iedereen erin!”

Ik heb de Humo-recensie van De dag van vandaag er eens bij gehaald en die was op z’n zachtst gezegd nogal lauwtjes.

Cannaerts: “Het is een boutade van Jelle De Beule: entertainmentprogramma’s krijgen sowieso maximaal drie sterren op vijf – voor die vierde en vijfde ster moet je ofwel prestigieuze fictie, ofwel diepgravende human interest maken. Dus eigenlijk hadden we 2,5 op 3: een keigoeie score! (lacht)

“Er zit natuurlijk geen diepgang in een quizke, hè. Het is puur entertainment. Maar eerlijk: puur entertainment, ik heb dat zó hoog zitten! Zeker in deze – en nu ga ik er even veel te veel gewicht aan hangen – donkere, triestige en onzekere tijden. Neem nu The Masked Singer. Slaat werkelijk nergens op, maar twee miljoen mensen kijken ernaar en babbelen er maandenlang over. Dat zijn allemaal momenten dat ze níét moeten babbelen over Marioepol of over de gasrekening. Entertainment... Hoe moet ik dat nu zeggen? Houdt de mensen op de been. Als de mensen blij worden van wat ik maak, vind ik het al lang toppie-de-woppie.”

Wat is voor jou het summum van puur entertainment?

Cannaerts: “Dan kun je niet om De mol heen. Het is bij uitstek het programma dat je gezien moet hebben en waarover je praat: dat is de maatstaf.”

Wat is uit eigen catalogus de gouden standaard? Ik weet dat er as we speak enkele Emmy’s en Rozen van Montreux in je broekzak zitten.

Cannaerts (lacht): “Ik ben wel heel blij met Taboe. Omdat dat de best of boowt weurlds is – waarom probéér ik nog Engels te spreken? Namelijk: tegelijkertijd goeie human interest én beenharde comedy.

Taboe doet de mensen praten over soms moeilijke of ongemakkelijke onderwerpen. En tegelijk ben ik me ervan bewust dat je met een tv-programma de wereld niet zult veranderen. Ik denk niet dat mensen met racistische neigingen na de aflevering over mensen van kleur opeens het licht zullen zien.”

Wat vond je van de open brief van William Boeva aan het adres van programma’s als Down the Road en Out of Office? Hij hekelde het feit dat mensen met een beperking op tv alleen worden opgevoerd wegens hun beperking, en dat er daarom geen sprake kan zijn van echte inclusie.

Cannaerts: “Zonder over die programma’s iets te willen zeggen, heeft hij natuurlijk een punt. Zelfs Taboe maakt zich daar schuldig aan. Ik snap dat hij na dertig jaar zegt: laat ons nu eens gewoon méédoen!

“Mijn eerste reactie in dit soort gevallen is altijd lichte verongelijktheid: ‘Zeg, we doen wel ons best, hè!’ We zijn al jaren op zoek naar een manier om een deelnemer met een fysieke beperking te laten meedoen aan de Eén-quiz Switch, die ik mee heb bedacht. Maar uiteindelijk trekken we toch altijd onze kak in: de deelnemers moeten altijd van plaats wisselen, met een rolstoel is dat toch niet te doen? Terwijl we natuurlijk gewoon moeten zeggen: kust de kloten, we doen het wél!

“Eigenlijk vind ik quota – níét quota’s: dubbel meervoud! – nog niet zo’n slecht idee. Een jaar of tien geleden, toen Adil & Bilall hun film Black maakten, moesten ze hun acteurs van de straat plukken, want professionele acteurs van kleur waren er gewoon niet. Intussen heeft hun succes ertoe geleid dat die acteurs er wél zijn. Bij De dag van vandaag sta ik er bijvoorbeeld op dat we evenveel vrouwen als mannen aan bod laten komen. Ook al is de lijst met bekende mannen jammer genoeg nog altijd dubbel zo lang als die van bekende vrouwen.”

Vraagje voor de sfeer: ben je woke? Wel een waarschuwing: woke stond op 1 in de Pop Poll-categorie ‘Trend die zo snel mogelijk mag verdwijnen’.

Cannaerts: “Die term is ondertussen natuurlijk bevuild en besmet, maar als ik naar de fundamenten van woke kijk, probeer ik dat wel te zijn, ja. En dan wil ik die lelijke term gerust dragen als geuzennaam. Ik wil héél graag bezig zijn met sociale gelijkheid. Wie niet?”

Ik ken wel wat comedians die mopperen dat ze dezer dagen ‘nergens meer mee mogen lachen’.

Cannaerts: “Dan ben je een slechte comedian, vind ik. En voor de duidelijkheid: alles mág, hè, zeker in dit land. Je zult niet in de bak vliegen. Maar dat er mensen tegen je komen zeggen dat ze iets niet leuk vinden, ja, daar moet je tegen kunnen.”

Overkomt het jou weleens?

Cannaerts: “Ik heb tijdens corona een tijdlang meegewerkt aan De ideale wereld, waar ik op een bepaald moment een sketch bedacht over een woke kerststal. ‘Een os is een stier die zijn ballen heeft laten verwijderen, dus vanaf nu zeggen we transkoe’, dat soort dingen. Hilarisch was het, zelfs in Humo’s Eindejaarsvragen waren er mensen die het aanhaalden als hét tv-fragment van 2020. Ik lachte met woke, maar eigenlijk – eerlijk is eerlijk – ook met minderheden, onder het mom van ironie. Ik heb toen een mail gekregen van een ex-collega van mijn vriendin, die me wees op een paar dingen die haar gekwetst hadden. Eerst begon ik weer (schudt met z’n wangen) te mopperen, maar daarna heb ik wat meer over bepaalde onderwerpen gelezen. Ik heb veel gebabbeld met mijn lief en met collega’s tijdens lange coronawandelingen... En toen moest ik besluiten dat ik die sketch nu niet meer zou maken. Niet omdat het niet meer mag, maar omdat ik het niet meer wíl. De kernvraag vind ik: als je mensen kwetst, vind je dat dan erg? En ik vind dat heel erg (lachje). Dat ik me daar nu meer van bewust ben, vind ik geen remming, maar een verrijking.

“Ik herinner me nog een sketch uit mijn eerste zaalshow. Iemand steelt mijn winkelmandje en wanneer ik over de dader fantaseer, laat ik hem spreken met een vuistdik Arabisch accent. Toen moesten de mensen daar heel hard mee lachen, maar nu wil ik onder de grond kruipen van de schaamte. Hoe goedkoop, nodeloos schofferend en domweg lomp was me dat. Er zal misschien niemand door die mop racistisch zijn geworden, maar er zal vooral niemand door die mop níét racistisch zijn geworden, begrijp je? Ik vraag me hoe langer hoe meer af: hou je, door moppen te maken over stereotypes, zelf niet mee die stereotypes in stand? Ik denk het wel. En dus maak ik die moppen niet meer.”

Lees ook

Bart Cannaerts is slim, maar ook de allerslimste? ‘Er lopen er in Vlaanderen geen vijf van zijn kaliber rond’

HET BESTE WEZENTJE

Iets helemaal anders: in Winteruur vroeg Wim Helsen je ooit of je een goede vader bent. Je antwoordde toen: ‘Ik denk dat het enige juiste antwoord is: nee, natuurlijk niet.’ Denk je daar intussen anders over?

Cannaerts: “Voorlopig heb ik mijn dochter nog niet stukgemaakt, denk ik (lachje). Ik denk dat ik milder ben geworden. Voor mezelf en in één adem ook voor alle vaders ter wereld. Want het antwoord ‘nee, natuurlijk niet’ gaf ik omdat ik het vaderschap voor iederéén onmogelijk achtte.”

Voor een optimist als jij vind ik dat een behoorlijk pessimistische visie.

Cannaerts: “Voor alle duidelijkheid vind ik het vaderschap wel degelijk het beste aller tijden en zwééft mijn dochter door het leven. Maar ik ben naast een positivo op bepaalde vlakken ook een vervelende perfectionist. En dan bedoel ik niet dat mijn diamanten schoentjes knellen – ‘O jee, alles wat ik maak, moet zo goed zijn!’ – maar wel... Fouten maken, dat vind ik écht niet plezierig.”

Wat versta je onder fouten maken?

Cannaerts: “Iets niet goed doen, hè. Niet het allerbeste bereiken. Opvoeden is iets heel anders dan tv-programma’s maken, zo blijkt: na een programma weet je uit de reacties of je het goed hebt gedaan, maar het ouderschap is nooit af. Voor een schematicus als ik is dat moeilijk te accepteren (lacht).”

Je dochter zal, hoe hard je het misschien ook verdient, jou nooit een vijfsterrenrecensie kunnen geven.

Cannaerts (buldert de Cannaerts-lach): “Ik moet er maar vrede mee nemen: bij het vaderschap horen handboek noch feedback along de weej.

“Pas op, het is niet zo dat ik mijn dochter niet graag zal zien als ze niet het hoogste van het hoogste behaalt. Integendeel, ze mag haar vleugels uitslaan waar ze maar wil en ze zal altijd het beste wezentje op aarde zijn. Maar als ze ooit enorm ongelukkig zou worden, vermoed ik dat ik dat mezelf kwalijk zou nemen.”

Dat heb je toch niet in de hand?

Cannaerts: “Maar misschien ook wél, hè? Er liggen er meer dan genoeg bij de psycholoog voor zaken die na wat introspectie voor de voeten van de vader blijken te vallen. Zoals Wim Helsen in de aflevering van Winteruur ene Philip Larkin (Engelse schrijver, red.) citeerde: ‘They fuck you up, your mum and dad. They may not mean to, but they do.’ Ik doe héél hard mijn best en ik probeer er heel veel voor haar te zijn, maar dan nog zal er wel iets zijn dat ik verpruts.

“Maar de laatste jaren ben ik dus milder geworden. Ik slaag er al meer in om te denken: ik doe dingen mis, maar dat is nu eenmaal hoe het gaat. Het is oké.”

Je bent dus wél een goeie vader.

Cannaerts (denkt lang na): “Ik ken slechtere vaders. Maar vraag het me over twaalf jaar nog eens.”

‘Sommige grappen uit het verleden zou ik nu niet meer maken, omdat ik het heel erg vind om mensen te kwetsen. Dat ik me daar nu meer van bewust ben, vind ik geen remming maar een verrijking.’Beeld Koen Keppens

MAGISCHE POLONAISE

Nog één ding waarover ik meer wilde weten: je bent priester in het dudeïsme, de religie geïnspireerd op het personage The Dude uit de film The Big Lebowski. Wat houdt dat in?

Cannaerts: “Dat ik ooit naar de site dudeism.com ben geweest, daar een papier heb laten afdrukken en nu in verschillende Amerikaanse staten legale huwelijken mag voltrekken (lacht). Wel een boeiende religie, hoor. Een variant op het taoïsme met als centrale uitgangspunt: (laat zich compleet relaxed onderuitzakken) ‘Heyyy, we zien wel!’”

Vroeger was je misdienaar. Je ging wekelijks naar de kerk tot je 17de en je wilde een tijdlang zelfs pastoor worden. Blijft van die vroomheid nog iets over?

Cannaerts: “Nee, ik ben totaal niet meer gelovig. Ik was al van mijn geloof gevallen, en mijn opleiding bio-ingenieur heeft niet geholpen. Terwijl ik tot mijn 16de nog oprecht te biecht ging! Het idee dat je even tegen iemand luidop kunt zeggen: ‘Ik besef dat ik iets fout heb aangepakt en dat ik daarmee iemand pijn heb gedaan’, dat is toch top? Ik herinnerde me dat ik telkens lichter uit die biechtstoel kwam.”

En toch wil je niet in therapie?

Cannaerts: “Daar zeg je zoiets (lacht).

“Er waren twee redenen dat ik het priesterschap ambieerde. Ten eerste vond ik het idee van op een podium te staan – om het even welk podium – toen al heel tof. De kerk vond ik, met die brandende wierook, zelfs cóól. Ik dacht dat de meisjes dat ook wel zagen, maar dat was raar genoeg niet zo. Ten tweede was er de bittere pastoor die toen in onze kerk predikte. Iedereen was een zondaar en met de wereld ging het al helemaal pokkeslecht: het leven was volgens hem een mijnwagentje dat je rechtstreeks naar de hel voerde. Als 14-jarig jongetje dacht ik al: maar jij moet ons toch net hóóp geven?! Laten we het leven vieren, blij zijn om bij elkaar te komen, mensen verbinden! Dat is nog altijd iets dat ik niet per se nastreef, maar wel...”

Nastreef?

Cannaerts (lacht): “Ja! Dat is dan de scoutsleider in mij, zeker? Ik heb zelfs al geprobeerd om een seculiere versie van een zondagsmis te lanceren met vrienden, maar praktisch gezien lukt het niet. Niet om koorgezangen te zingen, dat mogen ook liekes van The Beatles zijn. Iemand een knuffel geven en zeggen: ‘We zeggen dat niet dikwijls, maar ik ben heel blij dat ik u ken.’ Ja, dat beeld van samenzijn vind ik fantastisch.”

Is dat wat je doet met je zaalshows?

Cannaerts: “In het beste geval, ja. Zo herinner ik me een optreden in comedycafé The Joker waar ik van de aanwezigen – in dat café kan hooguit vijftig man – tegen het einde van de show een groep wilde maken. De hele show lang hebben we allerlei oefeningen gedaan, met als doel om op het einde een flashmob te brengen in brasserie Berlin aan de overkant van de straat. Aan het einde van de show zei ik, bijna als mop: ‘Kom, we zijn weg!’ Waarop tot mijn grote verbazing iedereen opstond, z’n jas aandeed en een polonaise aanhief.”

Is de flashmob gelukt?

Cannaerts: “Nee, want de Berlin was dicht (lacht). Maar we zijn wel nog in polonaise rond een passerende auto beginnen te dansen en te zingen. Dat mag heel melig en jabbie-jabbie klinken, maar ik vind dat nog altijd een magisch moment. Die polonaise heeft geen levens veranderd, maar er zijn die avond toch vriendschappen gesmeed.

“Ik zou het heel tof vinden als de mensen van een van mijn shows onthouden: we zijn hier misschien alleen, maar we zijn ook allemaal samen.”

Heb je al een werktitel voor een nieuwe show?

Cannaerts: “In principe is in de running, maar dat zou weleens te maatschappelijk kunnen worden, en ik weet niet of ik de mensen daar wel mee wil vermoeien. Nee, ik denk dan dat de melige titel Samen na dit interview méér kans maakt.”

Ik zou er nog eens (lacht) bij zetten als afsluiter, maar de inkt is op.

Cannaerts: “Nog eentje?”

Vooruit dan!

Cannaerts (lacht dat het een lieve lust is)

‘De dag van vandaag’
Eén, vanaf maandag 9 januari, elke week van maa. tot don., omstreeks 21.40 uur

© Humo