Direct naar artikelinhoud
AnalyseAnderlecht

De familie Vanden Stock liet een ruïne achter bij Anderlecht, ‘maar de excuses raken voor het nieuwe bestuur toch stilaan op’

Voorzitter Wouter Vandenhaute in de Anderlecht-tribune. Sportief blijft het champagnevoetbal uit, financieel hangt de club aan het infuus.Beeld Photo News

Met het ontslag van opleidingshoofd Jean Kindermans lijkt bij veel Anderlecht-supporters een emotionele veer gebroken. Ook achter de schermen houdt de malaise aan. Terwijl de club tabula rasa predikt, blijft de loonkost verder ontsporen. Komt paars-wit er nog bovenop?

“Als je een supporter bent van onze club, neem dan ontslag als voorzitter.” De open brief van een aantal supportersverenigingen richting RCS Anderlecht-voorzitter Wouter Vandenhaute is er niet naast - er valt in de tekst zelfs een dreigend we-weten-u-wonen-toontje in te ontwaren. De prestigeclub kampeert momenteel op stek elf in de competitie, slechts zes punten boven de degradatiezone. Het signaal dat aanvoerder Hendrik Van Crombrugge mag opkrassen en het ontslag van opleidingshoofd Jean Kindermans - zo’n naam die intouchable leek - blijken de druppel te veel.

Toen Marc Coucke de club op 20 december 2017 overnam, beloofde hij een kerstsprookje: van Anderlecht “een Europese subtopper te maken”. Vijf jaar later is dat peperkoeken huisje helemaal ingezakt. Ondanks de duiventil - op de zeven belangrijkste functies passeerden in totaal liefst dertig personen - is de balans onveranderd: sportief blijft het champagnevoetbal uit, financieel hangt de club aan het infuus.

Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De recentste jaarrekening, voor het seizoen 2021-2022, is dan ook niet meteen bemoedigend. Anderlecht draaide een operationeel verlies van 27,5 miljoen euro, al boekte de club boekhoudkundig gezien wel winst door een recente kapitaalverhoging van de aandeelhouders. “Maar terwijl Antwerp met een kapitaalinjectie voor stadionuitbreiding gaat, lukt het Anderlecht niet eens om het negatief eigen vermogen uit te vlakken”, zegt sporteconoom Thomas Peeters (Erasmus Universiteit Rotterdam).

Lees: met het verse geld bouwt Anderlecht geen nieuw huis, maar vult het de bestaande put - iets wat de club enkel kon doordat de pandemie de Financial Fair Play-regels in een pauze dwong. De “molensteen uit het verleden” blijft de club nog steeds om de nek hangen, ziet Peeters. De familie Vanden Stock liet, onder meer door een transferwerking met torenhoge makelaarslonen, een ruïne achter. “Maar de excuses beginnen voor het nieuwe bestuur toch stilaan op te raken.”

Het tabula rasa-verhaal dat de club al een tijd predikt, laat zich niet in de cijfers weerspiegelen. Die lezen over een periode van vijf jaar als volgt: de loonkost is verder ontspoord, ook al door het hoge personeelsbestand - met 315 werknemers dubbel zo hoog als Club Brugge. De sportieve return blijft echter uit, waardoor de inkomsten op hun beurt in het gedrang komen. Alles wat niet Champions League heet, is een peulschil.

In die zin toont de boekhouding een spagaat - een houding waar voetballers notoir slecht in zijn. De supporters wachten op investeringen, op dragende spelers die het legertje huurlingen en jeugdspelers op sleeptouw nemen. Maar de grootverdieners die worden gehaald - denk aan Jan Vertonghen of Adrien Trebel - zijn de laatste jaren al te vaak geen voltreffer. Op een bepaald moment moet je óf prijzen pakken óf saneren. De zakken van Coucke zijn niet oneindig diep.

Succes-DNA

De hoofdvogel lijkt dit seizoen alweer gaan vliegen. Het is niet onlogisch om dan wat hoge lonen weg te snoeien, zegt Peeters. Ook arbeidseconoom Stijn Baert (UGent), supporter van paars-wit, probeert het recente bloedbad vanuit een bedrijfslogica te bekijken. “Er is een vijfjarenplan uitgetekend om de club financieel gezond te krijgen. Dat verdient wat krediet.” Ten laatste in 2026 moet de balans positief zijn, zonder rekening te houden met het behalen van prijzen. De positieve kentering is volgens de club ingezet.

Die termijn is “rationeel perfect te verdedigen”, zegt Baert, maar ze botst met de emotie op de tribune. De supporters willen prijzen pakken. Het verklaart waarom Kindermans zo’n symbolische kaakslag is, zelden liepen sociale media over van zoveel paars-wit verdriet. Wie Kindermans zegt, zegt namelijk Kompany, Lukaku, Dendoncker of Tielemans. Jeugdspelers die meeschreven aan het succes-DNA van de club.

Bij de jeugd zit net de sleutel voor de toekomst, zowel sportief als financieel. Transfers wegen steeds zwaarder door in het budget. Op dat vlak kan Anderlecht nog steeds leunen op de Bondy-factor: net zoals de buitenwijk van Parijs, hofleverancier van het Franse elftal, blijven de Brusselse pleintjes een talentenmijn. Maar, zo valt intern te horen, de concurrentie hijgt in de nek. Naast opleidingsclub Genk zitten ook Club Brugge en Antwerp steeds vaker op vinkentouw om jonge talenten binnen te halen.

Bovendien is er al langer intern gemor vanwege de grote focus op technische vaardigheden binnen de opleiding, terwijl het moderne voetbal steeds meer verschuift naar intensiteit. Die visie valt te verdedigen, als jonge spelers tijd krijgen om te rijpen in het krachthonk van de eerste ploeg. Niet wanneer ze meteen in de basis moeten renderen, zoals vandaag.

De beslissing is alvast vintage Vandenhaute: korte metten, zonder veel oog voor zere teentjes. “Maar je kan ook niet aan alles raken wat een club maakt”, zegt Baert. “Emotie bepaalt mee de waarde van een merk, het bepaalt hoeveel supporters er naar een stadion komen of hoeveel merchandising er wordt verkocht.”

Die supportersbasis blijft vandaag breed, mede dankzij de centrale ligging en het instituut dat RSCA blijft. “Maar dat blijft niet duren, het zal uiteindelijk toch zaak zijn om per euro meer punten te behalen”, zegt Peeters. Om te zien dat het kan, moet Anderlecht gewoon 26 punten hoger op de ranglijst kijken.