Direct naar artikelinhoud
ReportageTbilisi

‘Het lot van Georgië wordt in Oekraïne bepaald’: waarom honderden Georgiërs in Oekraïne gaan vechten

Georgiërs die als vrijwilliger mee gaan strijden aan de zijde van Oekraïne nemen afscheid van hun familie op het vliegveld van Tbilisi.Beeld Getty Images

Sinds het begin van de oorlog trokken honderden Georgiërs naar Oekraïne om vrijwillig mee te vechten tegen de Russische bezetter. ‘Georgië en Oekraïne hebben een gemeenschappelijke vijand, het Russisch imperialisme. Daarom besloot ik te gaan’.

Een vrouw staat roerloos bij een monument voor het zandkleurige, gewelfde parlementsgebouw in Tbilisi. Zonder met haar ogen te knipperen staart ze naar een van de portretfoto’s die tegen het gedenkteken leunen voor de brede trappen van de Georgische volksvertegenwoordiging. In haar vuist klemt ze een roos, die ze tegen haar borst drukt om haar vervolgens met trillende handen voor de foto van een man in militair uniform te leggen. De Oekraïense en Georgische vlaggetjes die met tape aan de lijst zijn geplakt, wapperen in de koude bries terwijl er een traan over haar wang biggelt. Zo blijft ze een tijdje zitten. Op haar hurken, zacht snikkend en met de handen voor de ogen.

Na een paar minuten komt ze recht en veegt ze met de rug van haar hand haar wangen droog voordat ze weer als anonieme rouwer in de mensenmassa’s en het kabaal van de stad verdwijnt. Terwijl ze wegloopt, kijkt ze nog een keer om naar het monument waar een stuk of twintig foto’s staan van Georgiërs die in het buitenland omkwamen bij militair geweld. Voor een aantal portretten staan opgebrande theelichtjes, bij andere liggen verse bloemen en op een enkele foto verraadt de datum van overlijden dat veel van deze mannen en vrouwen recent omkwamen in Oekraïne. Op een stuk karton dat aan de vierkante sculptuur hangt, prijkt de tekst ‘slachtoffers van Russische agressie’.

De portretten zijn een stille getuige van de tientallen Georgiërs die de afgelopen maanden stierven in Oekraïne, nadat ze zich daar aangesloten hadden bij bataljons van buitenlandse vrijwilligers die meevechten tegen de Russische bezetter. Sinds het begin van de invasie op 24 februari dit jaar vetrokken naar schatting zo’n duizend Georgiërs naar Oekraïne: de grootste groep buitenlandse vrijwilligers op het slagveld.

Borrelen

In het parlementsgebouw zit een van die vrijwilligers in een kamertje achter zijn bureau. Bij de 44-jarige ex-activist, oppositiepoliticus en parlementslid Aleko Elisashvili begon het direct te borrelen toen het geweld in Oekraïne losbarstte. “Georgië en Oekraïne hebben een gemeenschappelijke vijand, het Russisch imperialisme. Dat is niet iets van nu, dat is al decennia het geval. Daarom besloot ik te gaan”.

De vastberadenheid van Elisashvili is weinig verrassend. De republiek in de Kaukasus gaat al ruim tweehonderd jaar gebukt onder Russische agressie. Begin 19de eeuw lijfden de tsaren Georgië in en ruim honderd jaar later annexeerden ook de bolsjewieken van de Sovjet-Unie het land om het bij hun communistische rijk te voegen. Maar ook recenter kreeg Georgië met Russisch geweld te maken. In de jaren negentig hielp Rusland separatisten in de noordwestelijke regio Abchazië zich van Georgië af te scheiden en in 2008 begon ook Poetin een oorlog op Georgisch grondgebied toen Moskou de afvallige regio Zuid-Ossetië binnenmarcheerde.

“De kans dat Rusland hier opnieuw binnenvalt, is groot”, zegt Elisashvili. “Daarom is deze oorlog zo belangrijk. Rusland moet gestopt worden. Daar, hier, waar dan ook.” Begin maart pakte hij daarom zijn spullen en vertrok hij met een paar vrienden naar Polen om van daaruit verder te reizen naar de Oekraïense grens. Tegen zijn vrouw zei hij dat hij een paar dagen ging kamperen. “Ze was ziedend toen ze ontdekte waar ik werkelijk was. Ze trok me bijna door de telefoon terug naar huis. Maar toen ik beloofde vóór de verjaardag van onze zoon terug te zijn, kalmeerde ze.”

En dus stond Elisashvili op 12 maart aan de Pools-Oekraïense grens, waar destijds een onophoudelijke stroom aan vluchtelingen het land verliet. “Al die vrouwen en kinderen keken ons verontrust aan. Jullie gaan de verkeerde kant op, zeiden ze tegen ons.”

Foto’s aan de voet van het Georgische parlementsgebouw herinneren aan in Oekraïne gesneuvelde Georgische strijders.Beeld Getty Images

Onzeker

De situatie was in die begindagen van de oorlog uiterst onvoorspelbaar en onzeker, memoreert Elisashvili. “De Russen stonden in de buitenwijken van Kiev.” Binnen de kortste keren was de politicus dan ook in Irpin, een voorstad van de Oekraïense hoofdstad, waar destijds hevige strijd werd geleverd. De gevechten begonnen daar op 27 februari, na een groot Russisch offensief op Kiev. De bezetter wist een deel van Irpin te veroveren, maar moest uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de Oekraïense strijdkrachten die het stadje op 28 maart weer volledig in handen kregen.

Ruim veertig dagen vocht Elisashvili in en rondom Irpin zij aan zij met vijftien van zijn landgenoten. Als onderdeel van een verkenningseenheid stond hij de eerste dagen in een verlaten appartementencomplex op de uitkijk om Russische bataljons te spotten. Dankzij informatie die hij doorspeelde aan artillerie-eenheden wisten de Oekraïners vier Russische tanks op te blazen. Ook bracht hij samen met een scherpschutter tijd door op het dak van het gebouw waar ze zich verschansten. “Door de constante bombardementen was het behoorlijk gevaarlijk. Op dat dak heb ik alle schietgebedjes opgezegd die ik maar ken.”

Een paar dagen later verliet Elisashvili de provisorische basis om samen met zijn kameraden een tegenoffensief uit te voeren. “Tegenover het gebouw was een klein park met dennenbomen waar de Russen zich ophielden, daar zijn we met zijn allen in gerend om ze te verjagen.” Bang was hij naar eigen zeggen niet. “Wel gierde de adrenaline door mijn lijf”, vertelt hij. Hij toont een video op zijn telefoon waarin vanuit het raam van de woning waar hij zich verschuilde Russische soldaten tussen de bomen te zien zijn.

Mooiste dag

Gewapend met een machinegeweer en gehuld in een kogelvrij vest bestormden Elisashvili en de rest van zijn eenheid het park. Achter een kapotgeschoten muurtje voor de toegang naar de kelder van het gebouw namen ze hun posities in, om vervolgens toe te slaan. Hoewel de Russen in eerste instantie terugschoten, sloegen ze kort daarna op de vlucht. “Het was de mooiste dag uit mijn leven”, vertelt hij gloeiend van enthousiasme, met een kwajongensachtige blik in zijn ogen. “Het gevoel om Russen op te jagen en gebied op hen te heroveren is onbeschrijflijk. Het was heerlijk.”

De Georgische parlementariër Aleko Elisashvili streed vrijwillig mee met het Oekraïense leger.Beeld ANP / AFP

Tegen die tijd lag Irpin al helemaal in puin. Elisashvili herinnert zich de geur van vuur en de lege straten waar enkel het geluid van zijn eigen voetstappen weergalmde tussen de kapotgeschoten gevels van de stad. “Het was er angstaanjagend stil. Een spookstad waar slechts wat geweersteunen op straat lagen.” Pas toen de Russen uit Irpin vertrokken, kwamen er uit de kelders van de stad mensen tevoorschijn die daar dagen hadden doorgebracht. “Ik heb nog nooit zoveel angst in de ogen van mensen gezien.”

Sowieso zal hij de gruwelijkheden van die dagen in maart en april niet snel vergeten. “De Russen stapelden oorlogsmisdaad op oorlogsmisdaad”, vertelt hij terwijl hij wederom zijn telefoon pakt om een video te tonen. Op de beelden is een kruispunt te zien vlak bij het gebouw waar hij dagen bivakkeerde. Op het asfalt ligt een man op zijn buik, de handen boven het hoofd. “Dat was een burger. Ze hebben hem geëxecuteerd terwijl hij met zijn handen omhoog op hen afkwam om zich over te geven. Na verloop van tijd kwamen er honden die aan het lijk begonnen te vreten.”

Patroon

Iets verderop in het filmpje is ook een jeep te zien waarin een gezin met twee kinderen levenloos zit. Vermoedelijk probeerde het viertal de stad te ontvluchten, maar werden ze geraakt door een projectiel. “Of ook zij zijn in koelen bloede afgemaakt.” Het past in het patroon van moorden, roven en plunderen dat Elisashvili overal zag. “De woning waar wij ons ophielden was voordat wij er onze intrek namen al helemaal vernietigd. Ze hadden alles meegenomen wat maar los of vast zat. Het was barbaars.”

Datzelfde gold voor een Russische scherpschutter die in in de buurt van Elisashvili’s schuilplaats actief was. “Die man lag op een dak en schoot lukraak op mensen. Moeders, kinderen, bejaarden, het maakte niet uit. Alsof hij een videospelletje speelde. Hij had gewoon lol aan het arbitrair vermoorden van burgers”, zegt Elisashvili. Hij slikt de brok in zijn keel weg. Het is wat hem betreft tekenend voor het grote gebrek aan professionaliteit onder Russische militairen. “Dit zijn geen soldaten, het zijn zatlappen met een geweer in hun hand die in het wilde weg schieten.”

Twee in Oekraïne gesneuvelde soldaten worden gerepatrieerd naar Tbilisi.Beeld ANP / SIPA USA

Het is een beeld dat Mamuka Mamulashvili herkent. Als commandant van het Georgische Legioen heeft hij meer dan duizend buitenlandse soldaten onder zijn hoede die al sinds 2014 op vrijwillige basis in Oekraïne vechten. Vanaf een locatie in het zuiden van Oekraïne vertelt hij via een beeldverbinding dat ook hij en zijn militairen aan de lopende band op Russische oorlogsmisdaden stuiten. “In elk dorp dat we bevrijden, treffen we hetzelfde tafereel aan. Vrouwen en kinderen die vermoord en verkracht zijn en op straat zijn gedumpt, vaak met hun handen vastgebonden op hun rug. Russen vechten niet tegen soldaten, maar tegen burgers. Het is altijd en overal hetzelfde liedje.”

En Mamulashvili kan het weten. Zijn eerste ervaring met oorlogsvoering tegen Rusland was in de oorlog in Abchazië tussen 1992 en 1993. Hij vocht destijds als 14-jarig jongetje zij aan zij met zijn vader. Een jaar later pakte hij ook de wapens op tegen de Russen tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog en in augustus 2008 vocht hij in en rondom Zuid-Ossetië. Het conflict in de Oost-Oekraïense regio de Donbas was vanaf 2014 zijn vierde confrontatie met het leger van Moskou en sinds dit jaar verzet hij zich met hand en tand tegen de volledige invasie van Oekraïne.

Naar eigen zeggen vecht hij voornamelijk uit dankbaarheid voor de Oekraïners die Georgië zowel in de jaren negentig als in 2008 onvoorwaardelijk steunden. “Zij hielpen ons destijds ook en vochten vrijwillig mee aan onze zijde. Daarom wil ik hun nu ook helpen.” Met zijn militie, die sinds 2016 officieel onderdeel is van het Oekraïense leger, vocht hij daarom de afgelopen maanden in onder meer Kiev, Hostomel, Volnovacha, Irpin, Izjoem, Charkiv, Bachmoet en Cherson.

Afkeer

Net als Elisashvili delen zijn soldaten een hartstochtelijke afkeer van de imperialistische machtspolitiek van het Kremlin. Zeker de ruim zevenhonderd Georgiërs van het legioen vrezen dat indien Poetin slaagt in zijn missie in Oekraïne de focus van Moskou weer op de Kaukasus komt te liggen. “Het lot van Georgië wordt in Oekraïne bepaald. We vechten voor zowel de toekomst van Oekraïne als Georgië.”

Dat die strijd in een overwinning zal eindigen voor Kiev, weet hij zeker. Bovenal vanwege de Oekraïense onverzettelijkheid, maar ook omdat volgens hem vrijwel alle berichten die de afgelopen maanden naar boven kwamen over de slechte training en bevoorrading van Russische soldaten kloppen. “Inmiddels zijn de meest ervaren militairen dood of weg. Wat overblijft, zijn soldaten zonder training met beroerde uitrustingen. Het zijn er veel, zeker sinds de mobilisatie in Rusland, maar feitelijk vechten we tegen een stel alcoholisten met een laag moreel en gedateerde wapens. Daarom gaan we deze strijd winnen.”

Al komt die verwachte overwinning ook voor de Georgische strijders tegen een hoge prijs. Sinds 24 februari sneuvelden er ten minste dertig Georgiërs op het slagveld. “Ook wij hebben mensen verloren”, betreurt Mamulashvili. “Maar we gaan door tot het bittere eind. Rusland moet en zal verliezen.” Parlementslid Elisashvili kan het niet beter verwoorden. “Rusland moet verslagen worden, daarom denk ik al na over een terugkeer naar Oekraïne”, zegt hij vastberaden. Dan tovert hij weer een schalkse glimlach op zijn gezicht. “Ik weet alleen niet of mijn vrouw daarmee akkoord gaat.”