Zes op de tien bestelde bedrijfswagens waren elektrisch in 2022: is onze infrastructuur daarop voorzien?

Vanaf 2026 zullen enkel volledig elektrische wagens nog fiscaal aftrekbaar zijn. En vanaf juli dit jaar stijgt de CO2-taks voor bedrijfswagens fors. Daarom investeren steeds meer bedrijven in een elektrisch wagenpark. 

Uit cijfers van de mobiliteitsfederatie Febiac blijkt dat meer dan een derde (37,2 procent) van de bedrijfswagens die in 2022 werd ingeschreven, een stekker heeft (volledig elektrisch of plug-in hybride). Ter vergelijking, in 2021 ging het nog om een vierde (27,5 procent). Opgelet: dit gaat niet enkel over salariswagens voor werknemers, ook elektrische trucks of bestelwagens vallen in de categorie bedrijfswagens.

Omdat het de komende jaren stapsgewijs fiscaal nog voordeliger zal worden voor bedrijven om te kiezen voor elektrisch verwachten experts dat die evolutie zich zal doorzetten. Dat zien we ook nu al in de bestellingen. "Zes op de tien bestelde bedrijfswagens in 2022 waren elektrisch", schrijft HLN vandaag op basis van cijfers van leasingbedrijf Arval.

Jochen De Smet, de voorzitter van EV Belgium, de sectorfederatie voor elektrische wagens bevestigt dat: "De omschakeling naar een elektrisch bedrijfswagenpark gaat sneller dan ik verwacht had."

"De industrie is er klaar voor", klinkt het eensgezind bij Febiac en EV Belgium. "Steeds meer bedrijven kiezen voor elektrisch en voorzien ook de nodige infrastructuur. En dat loopt verrassend vlot", aldus Jochen De Smet, voorzitter van EV Belgium. "Vorig jaar was er nog een probleem qua productie van laadpunten, maar dat lijkt volledig opgelost. De leveringstermijn voor een laadpunt thuis of op het werk ligt op dit moment op maximaal 8 tot 12 weken. "

Bedrijven die op tijd starten met het installeren van laadpunten zullen dus zeker de toename van elektrische wagens aankunnen. Waar bedrijfsleiders wel rekening moeten mee houden is dat er ook genoeg capaciteit moet zijn om die laadpunten te voorzien van elektriciteit en daarvoor moet de aansluiting soms aangepast worden. 

"Afhankelijk van welk type cabine daarvoor nodig is, kan de installatie daarvan 40 tot 60 weken duren", zegt De Smet.

De Smet wijst er op dat bedrijven die de omschakeling willen maken daar best op tijd mee beginnen. "Niet alleen omwille van de levertijden van de elektrische wagens en de infrastructuur, maar er is ook heel wat intern overleg nodig: in sommige gevallen moeten bijvoorbeeld nieuwe leveranciers gekozen worden." 

En ook het mobiliteitsbeleid van een bedrijf moet worden afgestemd op de komst van elektrische wagens. "Je kan een tankkaart niet vergelijken met thuis een elektrische wagen opladen. Dat moet op een andere manier vergoed worden. En wie betaalt de laadpaal bij de werknemer thuis?"

"Op dit moment krijgt een werknemer 30 procent korting op zijn personenbelasting als die zelf investeert in een thuislaadstation, maar wanneer de werkgever betaalt, kunnen de kosten 100 procent teruggetrokken worden. In dat laatste riskeer je wel een discussie over wat er met de paal gebeurt wanneer een werknemer het bedrijf verlaat. Er moeten dus duidelijke regels vastgelegd worden."

Mits bedrijven op tijd starten met de omschakeling naar een elektrisch wagenpark en het vastleggen van een nieuw mobiliteitsbeleid lijkt er dus geen vuiltje aan de lucht. Toch maken de mobiliteitsfederaties zich zorgen. "Het grote werk moet nog gebeuren", aldus De Smet. 

"Ik schat dat er vandaag 80.000 tot 90.000 elektrische wagens rondrijden, maar volgens onze berekeningen zullen er in 2030 minstens 1,6 miljoen elektrische wagens op onze wegen rijden." De federatie verwacht dat we de kaap van 1 miljoen in 2027 zullen overschrijden.

Om aan die expansie te kunnen voldoen, zullen er natuurlijk ook voldoende publieke laadpunten nodig zijn. "En in Vlaanderen zullen die er ook zijn", klinkt het op het kabinet van Vlaams minister minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD). "Op dit moment zijn er zo'n 17.000 publieke of semi-publieke laadpalen in Vlaanderen en tegen 2035 streven we naar 35.000.

De sectorfederatie Febiac stelt zich vragen bij dat aantal. "In Nederland spreken ze over 1,8 miljoen laadpalen, in Vlaanderen over 35.000: dat is een groot verschil." "Er is een transitiemanager aangesteld die de evoluties op de markt constant bijhoudt", luidt het antwoord op het kabinet van minister Peeters. "Indien dat nodig is, zal er zeker bijgeschaafd worden."

Meer laadpunten betekent natuurlijk ook dat er meer capaciteit zal nodig zijn om die allemaal van elektriciteit te voorzien. Maar op vlak van bevoorrading verwacht netbeheerder Fluvius geen problemen. In haar investeringsplan voor de komende 10 jaar houdt Fluvius rekening met 1,5 miljoen elektrische wagens tegen 2030, een volledige elektrificatie van het openbare busvervoer tegen 2035 en stapsgewijs meer elektrisch vrachtvervoer.

"Wij kennen de ambities van de overheid, zijn permanent in overleg en zullen er voor zorgen dat de publieke laadpunten van energie voorzien kunnen worden", aldus woordvoerder Björn Verdoodt.