Direct naar artikelinhoud
Website logo
Wat met de Fuse?

‘Bordjes met ‘Gelieve de nachtrust te respecteren’ gaan niet veel helpen’

‘Bordjes met ‘Gelieve de nachtrust te respecteren’ gaan niet veel helpen’
Beeld BELGA

De iconische Brusselse nachtclub Fuse houdt de deuren dicht, omdat één buurman niet tegen de muziek kan. Of tegen het lawaai, in zijn optiek. In grote steden moeten nachtclubs wel erg vaak het onderspit delven, klinkt het in de sector.

‘FUSE HAS TO CLOSE’: met die vier woorden in kapitalen gaf de nachtclub donderdagavond op Instagram te kennen dat het zijn deuren voortaan dichthoudt. De reden is een aanslepend conflict met een buurtbewoner, die klaagt over geluidsoverlast.

‘Fuse bestaat al bijna 29 jaar’, zo stond er geschreven in een toelichting. ‘Maar Brussel Leefmilieu heeft ons het onmiddellijke bevel gegeven om muziek te spelen op maximaal 95 dB en om te sluiten om twee uur. Onder die omstandigheden is het onmogelijk om een club open te houden, dus blijft de club vanaf vandaag gesloten.’

Op sociale media kreeg de teleurstelling over die beslissing een ruime weerklank. Veel liefhebbers reageerden onthutst op het nieuws. Ook de Brusselse politiek liet zich niet ongemoeid. ‘De #Fuse moet leven’, schreef Brussels burgemeester Philippe Close (PS) op Twitter. ‘Het gaat om een monument dat onze hoofdstad veel heeft bijgebracht.’

Twitter bericht wordt geladen...

Democrazy

Ondanks de vele steunbetuigingen lijkt de club zich voorlopig aan te sluiten in een lange rij van uitgaansplekken in grote steden, die de deuren hebben moeten sluiten. Kenners van het wereldje slaken een diepe zucht als je tegen hen over dit nieuwe voorval begint. In Leuven was er de legendarische dancing Silo (die in gebouwen voor graansilo’s was gevestigd). In Gent was er de hippe Make Up Club. Door aanhoudende klachten over geluidshinder zijn zij er nu niet meer.

Het Gentse Democrazy – nu een nomadische cultuurorganisatie die events organiseert in de Vooruit, of de Handelsbeurs – had ooit een vaste stek in de Brugse Poort. Maar moest daar ook door de overlast van fuivende jongeren vertrekken.

Volgens Eric Smout, huidig coördinator van Democrazy, raakt de sluiting van Fuse een fundamentelere vraag aan: welke plek willen we aan clubs geven in onze samenleving? ‘Het is toch belangrijk dat jongeren in hun stad kunnen uitgaan op een veilige manier”, zegt Smout. “Je mag dat toch niet zomaar laten gaan?’

Lusten, geen lasten

In een stad kunnen feestvierders inderdaad makkelijker een beroep doen op het openbaar vervoer en hoeven ze niet in hun wagen springen om naar een afgelegen discotheek te rijden. Clubliefhebbers zullen dan ook opperen dat buurtbewoners graag de lusten meepikken van een stad waar veel te doen is, maar er niet graag de lasten bijnemen.

Al die zaken lijken samen te komen in de discussies over geluidsbeperkingen. ‘95 decibel is absoluut niet haalbaar,’ zegt Smout, ‘dat is veel te weinig voor zo’n club. Het publiek zal dan trouwens luider spreken dan de muziek. In Vlaanderen zijn de regels ook anders, daar staat de norm op 102 decibel, gemeten over een kwartier. Dat is een werkbare norm.’

In de openlucht zijn de regels weer anders: als Democrazy pop-upevenementen buiten organiseert, dan moet de organisatie zich ook aan 95 decibel houden. Niet eenvoudig, zegt Smout. ‘Het vergt veel inspanningen van technici en muzikanten, maar het lukt. We proberen dan ook altijd zo goed mogelijk met de buurt te communiceren.’

Bij grote evenementen heeft geluidsoverlast ook al tot hoofdpijn geleid bij de organisatoren. Buurtbewoners van de Antwerpse Zuiderdokken procedeerden tegen de Sinksenfoor. Toen de grootste kermis van het land verhuisde naar Park Spoor Oost, begon een bewonersvereniging daar ook een procedure. Ook tegen het grote dancefestival Tomorrowland in Boom spanden buren een procedure aan wegens geluidshinder.

Griet Cnudde kreeg toen een reputatie als advocate van de ‘zure buren’ omdat ze zowel tegen de Sinksenfoor als tegen Tomorrowland buurtbewoners verdedigde. Ook op het gebied van hinder door clubs heeft ze ondertussen expertise opgebouwd. Volgens haar kunnen clubs heel wat doen om het lawaai te beperken. Door het plaatsen van akoestische isolatie op de muren, het plafond en de gevel kan een club al een behoorlijke demper installeren.

‘Het is voor clubs veel lastiger om overlast in de openbare ruimte aan te pakken’, zegt Cnudde. De advocate doelt daarmee op dronken mensen die ‘s nachts op straat lawaai maken. ‘Bordjes met ‘gelieve de nachtrust van de buren te respecteren’ gaan niet veel helpen en de politie kan ook niet de hele tijd een oogje in het zeil houden.’

Isolatie

In de saga van de Brusselse Fuse heeft het bestuur van de nachtclub er al op gewezen dat er al heel veel verbouwingen zijn gebeurd om de geluidshinder van de club te beperken. Alleen is de isolatie niet voldoende om onder de geluidsnorm te duiken. Verder isoleren zou betekenen dat de club honderdduizenden euro’s moet ophoesten en een jaar zou moeten sluiten. Ook bood Fuse de buurman aan om eventueel zijn gebouw te huren of te kopen, maar die ging daar niet op in.

De sluiting van de club leidt ondertussen tot heel wat wrevel in de Brusselse politiek, waar de socialisten vinden dat de bevoegde minister Alain Maron (Leefmilieu, Ecolo) te laat in actie is geschoten om een oplossing te vinden. Zij geven hem tot donderdag om met een voorstel te komen.

‘Nightlife is heel belangrijk voor Brussel’, zegt de woordvoerder van staatssecretaris Pascal Smet (Stedenbouw, One.Brussels-Vooruit). “Het maakt deel uit van het DNA van de grootstad. Je moet individuele belangen afwegen tegen collectieve.”