14 procent van kleuters heeft extra taalondersteuning nodig, minister Weyts: "Nadenken over ingrepen op groeipakket als ouders verantwoordelijkheid ontlopen"
86 procent van de kinderen in de derde kleuterklas is voldoende taalvaardig om te starten in de lagere school, maar 14 procent heeft extra ondersteuning nodig. Dat blijkt uit een steekproef van het onderwijsdepartement in zowat 400 kleuterscholen. In Antwerpen is de situatie het slechtst, 29 procent van de kinderen heeft er extra ondersteuning nodig. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wil meer inzetten op ouderlijke betrokkenheid, en desnoods nadenken over ingrepen in het groeipakket of premies als ouders hun verantwoordelijkheid ontlopen.
Voor de tweede keer zijn de zogenoemde Taalscreenings gehouden. Daarbij worden kleuters in de derde kleuterklas getest op hun kennis van het Nederlands: is die voldoende om met succes over te stappen naar het eerste leerjaar? Uit de zogenoemde KOALA-testen nam het departement Onderwijs een steekproef bij bijna 12.000 kinderen in 386 kleuterscholen over heel Vlaanderen.
86 procent van de kleuters scoorde voldoende goed, een resultaat dat bijna gelijk is aan dat van vorig jaar. Maar 14 procent scoorde dus onvoldoende: 10 procent heeft nog extra taalondersteuning nodig, en 4 procent intensieve begeleiding om met succes het eerste leerjaar in te stappen.
In Antwerpen scoren 3 op de 10 kleuters een onvoldoende. Ook Gent, de Vlaamse Rand en Brussel scoren onder het gemiddelde
"Er zijn wel grote verschillen tussen de scholen", zegt Ben Weyts. "Scholen met veel leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, zien gemiddeld 25 procent van hun kleuters een onvoldoende scoren."
Grootsteden als Antwerpen en Gent scoren niet goed, net als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Rand rond Brussel. In Antwerpen loopt het aantal kinderen dat extra ondersteuning nodig heeft zelfs op tot 29 procent. In Gent is dat 23 procent, in Brussel 25 procent en in de Vlaamse Rand 18 procent.
Hoe wil de minister ingrijpen?
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wil de kloof zo snel mogelijk wegwerken. "Ik wil niet dat kinderen nog starten in het eerste leerjaar met onvoldoende kennis van het Nederlands. Anders hebben zij helemaal geen gelijke kansen. Bovendien weegt het op de onderwijskwaliteit van alle kinderen in de klas als er te veel zijn die onvoldoende het Nederlands beheersen."
De minister kijkt naar de ouders. Zij moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, vindt hij, net omdat vooral kleuters die thuis geen of te weinig Nederlands spreken, onvoldoende scoren: "Het spreken van Nederlands mag voor een kind niet stoppen aan de schoolpoort om half vier."
Positieve, stimulerende maatregelen voor de ouders, maar als dit niet werkt nadenken over repressieve maatregelen
De minister wil meer inzetten op ouderlijke betrokkenheid, en wil daar desnoods een stok voor achter de deur houden. "Enerzijds kunnen we de ouders proberen te stimuleren, maar naast de positieve maatregelen moeten we ook oog hebben voor repressieve maatregelen. We moeten nadenken over mogelijkheden om in te grijpen wanneer ouders manifest de ouderlijke verantwoordelijkheid ontlopen, bijvoorbeeld over ingrijpen in het groeipakket of in premies van de overheid."
Politiek journalist Ivan De Vadder: "Met dit voorstel kan Weyts zijn blazoen weer oppoetsen na controverse over 'dronken toestand' in Vlaams Parlement"
Een opmerkelijk voorstel van de minister van Onderwijs en dat komt volgens politiek journalist Ivan De Vadder opvallend genoeg meteen na de controverse waarin Weyts terecht is gekomen. "Weyts zou halverwege december in dronken toestand hebben deelgenomen aan een debat in het Vlaams Parlement. De minister ontkent in alle toonaarden, maar op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij, afgelopen weekend, werd "de roddel" gretig gedeeld, wat de minister tot een openlijke ontkenning in enkele kranten dwong. Met dit voorstel kan de minister van Onderwijs, vooral bij de eigen achterban, zijn blazoen weer oppoetsen."