De 11 juliviering in het Brusselse stadhuis werd beheerst door de ‘spuwen-uitspraak’ van minister-president Geert Bourgeois. Naar aanloop van zijn 11 julitoespraak in Kortrijk zei de Vlaams minister-president onder meer dat de taalgrens is een stakingsgrens is geworden en dat Vlamingen daarop spuwen. Een uitspraak die bij veel politici in het verkeerde keelgat schot. CD&V-Kamerlid Eric Van Rompuy spaarde zijn kritiek op Bourgeois dan ook niet. “Het past natuurlijk in het wij-zij-discours van de Vlaams-nationalisten. Zij gebruiken bewust het vijandbeeld. Als het niet de Walen zijn, dan zijn het wel de vakbonden of de stakers. Ze zoeken de polarisatie en ik betreur dat Bourgeois de confrontatie opzoekt. Zijn uitspraken bevestigen voor mij dat hij de zwakste minister-president ooit is.”

Niet wijs

Voor aanvang reageerde ook premier Charles Michel (MR) kort op de heisa. “Dit is niet het taalgebruik voor een minister-president. Dit is een evident gebrek aan respect. Maar ik begrijp dat hij zijn woorden intussen heeft genuanceerd. Wat voor mij telt zijn de maatregelen die men neemt voor de mensen. De polemiek interesseert mij niet”.

Ook voormalig minister-president Kris Peeters (CD&V) is niet opgetogen met de woordkeuze van Bourgeois. “Een minister-president moet altijd goed opletten met wat hij zegt. Het is heel belangrijk dat hij zijn woorden met zorg kiest. Het woord spuwen zou ik niet gebruiken. Dat is niet wijs, want het kan heel hard overkomen. Maar ik heb begrepen dat de minister-president zijn woorden nadien heeft bijgestuurd en dat hij het misschien niet zo bedoeld heeft.” Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans treedt Peeters hierin bij. "Ik moet eerlijk zeggen dat ik er wel even van schrok. Maar Geert Bourgeois kennende heeft hij dat zo niet bedoeld. Het was ook duidelijk figuurlijk bedoeld."

Bourgeois, zelf ook aanwezig in het Brusselse stadhuis is de heisa over zijn ‘spuwen-uitspraak’ inmiddels meer dan beu. “Ik denk dat er intussen genoeg speeksel is gevloeid over dat ene zinnetje.” De minister-president herhaalde nogmaals dat hij nooit zou spuwen op mensen en dat zijn uitspraak vooral bedoeld was om het beeld te versterken dat de Vlamingen genoeg hebben van de “ideologisch-geïnspireerde stakingen”.

Bourgeois blijft erbij dat er een groot verschil is tussen de manier waarop de Vlamingen en Walen zijn omgegaan met de stakingen. Dat zijn woordgebruik als provocatief kan ervaren worden, keert Bourgeois om: “De provocatie komt van de wilde stakers, niet van mij”.