Regionale luchthavens krijgen meer overheidssteun dan gedacht

Net voor Kerstmis besliste de Vlaamse regering om de drie regionale luchthaven tot minstens 2040 open te houden. Het gaat om de luchthavens van Antwerpen, Oostende en Kortrijk-Wevelgem. Ze nam die beslissing na een maatschappelijke kosten-batenanalyse die niet erg in het voordeel van de luchthavens sprak. De regionale luchthavens kunnen alleen zonder verlies draaien als ze maximaal uitbreiden, met passagiersaantallen ver boven wat ze ooit bereikt hebben.

Maar die luchthavens verder laten groeien, is toch het plan: Antwerpen met focus op het zakelijke en toeristische passagiersverkeer. Oostende-Brugge vooral voor toeristisch verkeer, maar ook voor lokale cargo. En Kortrijk-Wevelgem kan zich verder ontwikkelen als zakenluchthaven. De visienota van de Vlaamse regering benadrukt ook het belang van de regionale luchthavens voor de opleiding van piloten en luchtvaarttechnici of trainingsvluchten.

De regionale luchthaven krijgen elk jaar enkele miljoenen euro's subsidies van de Vlaamse regering. Maar ook de federale regering draagt bij, zo blijkt. De federale overheid betaalt alle kosten voor de luchtverkeersleiding op de regionale luchthaven van Antwerpen en Oostende. Ze betaalt jaarlijks een bedrag van 9 miljoen euro aan luchtverkeersleider Skeyes. Die federale steun vloeit voort uit een samenwerkingsakkoord uit 1989 over de regionalisering van de luchtvaart, met een verdeelsleutel over de verschillende gewesten.

Die federale overheidssteun werd niet opgenomen in de kosten-batenanalyse van de Vlaamse regering. Piet De Roeck van Vliegerplein, de actiegroep tegen de luchthaven van Deurne, vindt dat onbegrijpelijk: "Als je de kosten voor de Vlaamse en de federale overheid samentelt, kom je aan 142 miljoen euro op vijf jaar tijd voor de luchthavens van Antwerpen en Oostende. Een waanzinnig bedrag. Het is onaanvaardbaar dat die kosten van de federale overheid nooit zijn medegedeeld, ook niet aan het Vlaams Parlement."

Volgens Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) focust de maatschappelijke kosten-batenanalyse op de kosten en baten voor Vlaanderen. "De kosten en baten op federaal niveau, maar ook buiten de landsgrenzen werden niet mee in rekening genomen. Net zoals de analyse geen rekening houdt met gecreëerde tewerkstelling buiten Vlaanderen." 

Voor de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem zijn deze kosten wel in rekening gebracht omdat Vlaanderen voor deze dienstverlening wel zelf betaalt. "Maar dus niet voor Antwerpen en Oostende omdat daar geen kosten zijn voor Vlaanderen."