Wereldberoemde ruïnes van Machu Picchu gaan dicht door aanhoudende onrust in Peru, toeristen geëvacueerd
In Peru gaan de historische ruïnes van de Inca-stad Machu Picchu voor onbepaalde tijd dicht voor toeristen. Ook de omliggende Inca-paden in de Andes worden afgesloten. Dat heeft het ministerie van Cultuur aangekondigd. De beslissing is het gevolg van de aanhoudende onrust in Peru, na de afzetting van president Pedro Castillo. Ruim 400 toeristen zijn geëvacueerd.
"Het sluiten van het netwerk van de Inca-paden en van de citadel van Machu Picchu is ingegeven door de sociale situatie en dient om de veiligheid van de bezoekers te garanderen", zegt het ministerie van Cultuur in een persbericht.
De Inca-stad Machu Picchu in het Andesgebergte in Peru, sinds 1983 Unesco-werelderfgoed, is de belangrijkste toeristische trekpleister van Peru. Jaarlijks bezoeken meer dan een miljoen mensen de site. Maar in het Zuid-Amerikaanse land zijn de voorbije weken al zeker 46 doden gevallen bij betogingen tegen de regering. Vooral in het zuiden van het land, waar ook Machu Picchu ligt, is er protest.
Opnieuw toeristen gestrand
Zeker 400 toeristen, onder wie 300 buitenlanders, waren gestrand aan de voet van de historische site, in Aguas Calientes. Ze konden er niet weg omdat het spoor, de enige andere manier - naast het Inca-pad - om naar Machu Picchu te reizen, op verschillende plaatsen beschadigd is. Betogers zouden een deel van de rails hebben verwijderd.
Volgens de minister van Toerisme hebben sommige bezoekers ervoor gekozen om te stappen naar Piscacucho, het dorp dat het dichtst bij Machu Picchu ligt en aangesloten is op het wegennet. "Maar dat is een wandeling van zes uur of meer en maar heel weinig mensen kunnen dat", zegt de minister.
Het ministerie liet zondagnacht Belgische tijd via Twitter weten dat 418 toeristen uit binnen- en buitenland geëvacueerd zijn naar de stad Cuzco.
Vorige maand waren er ook toeristen gestrand in Machu Picchu. Ze werden uiteindelijk geëvacueerd door een speciale trein, bemand door ordediensten en spoorwegpersoneel dat het spoor moest repareren.
Het protest in Peru brak los begin december, na de afzetting van de linkse president Pedro Castillo. Hij werd aan de kant gezet omdat hij het parlement wilde ontbinden en een noodregering wilde installeren, in een poging om de - intussen al derde - afzettingsprocedure tegen hem te voorkomen. Castillo werd opgepakt en kreeg 18 maanden voorarrest.
In zijn plaats kwam vicepresident Dina Boluarte. De betogers eisen dat zij aftreedt omdat ze niet democratisch verkozen is en niet tegemoet komt aan hun eisen om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Hun woede jegens Boluarte is nog toegenomen omdat het volksprotest hardhandig wordt onderdrukt. Het protest is vooral fel in het achtergestelde zuiden van het land.
De afgezette president Castillo was de eerste president die opgroeide in een bescheiden boerengezin, van inheemse origine. Bij de inheemse gemeenschappen en de boerenbevolking heeft hij nog veel aanhangers.
Ook in de nacht van vrijdag op zaterdag is het opnieuw tot geweld gekomen in verschillende steden in Peru. Dat was onder meer het geval in de hoofdstad Lima, waar weer duizenden mensen op straat kwamen. Het kwam tot aanvaringen tussen betogers die met stenen gooiden en de politie, die massaal aanwezig was en traangas inzette.
Ook in onder meer de op een na grootste stad Arequipa en in Cuzco, traditioneel de uitvalsbasis voor toeristen die Machu Picchu bezoeken, was het erg onrustig en werden gebouwen in brand gestoken.
In Lima werd donderdag ook al brand gesticht in een monument op de Plaza San Martín in de historische binnenstad, die sinds 1988 erkend is als Unesco-werelderfgoed. Het gebouw is volledig uitgebrand.
BEKIJK - Historisch gebouw in binnenstad van Lima brandt uit:
