Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenVerlies

Zij getuigen in ‘Dagen zonder broer’: ‘Plots overviel het me: hij komt écht niet meer terug’

Zij getuigen in ‘Dagen zonder broer’: ‘Plots overviel het me: hij komt écht niet meer terug’
Beeld Wouter Van Vooren

Op 31 december 2021 stierf Wim Meus, zijn broer Jeroen bleef verweesd achter. In het programma Dagen zonder broer gaat hij op zoek naar manieren om met dat verlies om te gaan. Meus krijgt daarbij hulp van lotgenoten, mensen die ook een dierbare verloren. Vier van hen doen hun verhaal. ‘Hoe donker het ook lijkt, weet dat het ooit weer licht wordt.’

‘De wereld blijft gewoon verder draaien. Dat is mijn redding geweest’

Iwein Segers, verloor zijn broer Lander vorig jaar in juli

“Lander is geboren op 8 januari. Daarmee deelt hij zijn geboortedag met Elvis Presley en David Bowie. Ik moet het met de 12de januari en het gezelschap van Mel C. stellen.” Uit alles wat Iwein Segers over Lander vertelt, blijkt een immense bewondering voor zijn oudere broer. Lander was veruit de beste student van het gezin, wist met zijn charme zowat iedereen voor zich te winnen en cruisede op zijn achttiende met zijn brommer als een soort plaatselijke James Dean door de straten van Overijse. “Met een broer als Lander had ik geen superhelden op televisie nodig. Ik had er een in real life.”

Maar in tegenstelling tot zijn televisiecollega’s bleek Lander niet onsterfelijk. In juli vorig jaar werd hij tijdens een wandeltocht naar Santiago de Compostela geveld door een zonneslag. Die leidde tot een algemeen orgaanfalen waar Lander uiteindelijk aan bezweek. Dat mag dan ondertussen zes maanden geleden zijn, het besef dat Lander nooit meer uit Spanje terug zal keren is er pas sinds kort, vertelt Iwein. “Ik zat een paar dagen geleden in de auto toen het me plots overviel. Hij komt écht niet meer terug.” Een gevolg van de feestdagen, direct gevolgd door Landers verjaardag, denkt Iwein. “Dat we die de eerste keer zonder hem hebben moeten ‘vieren’, heeft er echt ingehakt.”

Over de vraag wat hij zes maanden na de dood van zijn broer het meest mist, moet Iwein niet lang nadenken. “Ik ben mijn raadgever kwijt. Als ik over iets twijfelde of wou weten of wat ik aan het doen was wel goed genoeg was, ging ik bij Lander langs. Dat kan nu niet meer. Ik heb natuurlijk nog wel vrienden bij wie ik terechtkan, maar dat is toch anders. Het oordeel van Lander volgde ik blindelings.” Iwein vertelt dat ook Luc De Vos, een goede vriend, zo’n raadgever was. En ook zijn moeder behoorde tot zijn raad der wijzen. “Maar ook die heb ik allebei verloren. Dat maakt het gevoel er nu alleen voor te staan nog groter.”

De dood van zijn moeder, ondertussen acht jaar geleden, viel Iwein heel erg zwaar. “Ik heb toen weken, maanden zelfs, gewoon in bed gelegen. Het is nooit officieel door een dokter vastgesteld maar ik durf dat nu wel een depressie noemen.” Daar heeft hij uit geleerd, vertelt hij. “Ik durf me nog geen rouwexpert noemen, maar ik weet ondertussen wel dat ik na zo’n verlies beter bezig blijf. Het klinkt heel cliché maar ook nadat iemand sterft, blijft de wereld gewoon verder draaien. Dat is mijn redding geweest. Al heb ik dat na het overlijden van Lander misschien iets te extreem in de praktijk gebracht. De dag na zijn dood ben ik gewoon gaan werken. Dat was een beetje gek. Maar het verdriet is op dat moment zo groot. Ik kon daar gewoon niet thuis mee blijven zitten. Ik zou gek geworden zijn.”

Er zijn heel wat parallellen te trekken tussen het verhaal van Meus en dat van Iwein. Maar er is één groot verschil. “Wim is een hele tijd ziek geweest voor hij stierf. Bij Lander was het van de ene op de andere dag plots voorbij. Ik weet niet wat het meest pijnlijke is. Dat doet er ook niet toe. Maar het heeft Jeroen wel de kans gegeven om een tijdlang echt voor zijn broer te zorgen. Een kans die ik niet heb gekregen. Dat vind ik jammer. Lander heeft zoveel voor mij gedaan, ik heb amper iets voor hem terug kunnen doen.”

Iwein Segers: ‘Lander heeft zoveel voor mij gedaan, ik heb amper iets voor hem terug kunnen doen.’Beeld Wouter Van Vooren

Zondag komt Jeroen Meus bij Iwein Segers langs in zijn radioprogramma ‘Slacker Station’ (van 11 tot 13 uur op Willy) om het – onder andere – over hun beide broers te hebben.

‘Je wil de pijn van iedereen die dit meemaakt wegnemen’

Priscilla Van Quaille, Verloor vier jaar geleden haar dochtertje Eleonoor

“Eigenlijk hebben we nooit geleerd hoe dat moet, rouwen”, zegt Priscilla. Dat besef kwam vier jaar geleden keihard binnen toen haar dochtertje Eleonoor na 32 weken zwangerschap stilgeboren werd. “De grond onder onze voeten werd weggeslagen. Ons hele leven viel in duigen en we hadden geen idee hoe we daarmee om moesten gaan.”

Wat volgde was een heel donkere periode die Priscilla vooral op haar terras doorbracht. “Dagen en uren zat ik daar. Turend in de verte. Ik wou niks meer en kon ook niks meer”, vertelt ze. “Ik had zelfs amper energie om voor ons zoontje te zorgen, die toen 4,5 was.” Gelukkig was er een netwerk van vrienden en familie waar Priscilla en haar man op terug konden vallen. Vrienden en familie die niet alleen voor morele steun zorgden maar in die donkere weken ook grote hoeveelheden proviand aan huis leverden. “Ik herinner me nog dat ik op gegeven moment in de keuken stond en aan één van mijn vriendinnen vertelde dat ik voor het eerst in zes weken nog eens zelf zou moeten koken en hoe ongelooflijk ik dat vond. Waarop ze meteen in haar auto sprong om een portie spaghettisaus te gaan halen.” (lacht)

Langzaam krabbelde Priscilla recht. “Door me op te trekken aan kleine dingen. De zon op je gezicht, een goede kop koffie en lekker eten, dat ook.” Want eten is, zeker in tijden van groot verdriet, meer dan enkel een basisbehoefte, merkte Priscilla. “Meteen na zo’n verlies moet er van alles geregeld worden. Het is belangrijk dat je daar de tijd voor neemt. Je wil immers op een mooie manier afscheid kunnen nemen. Dan is het een grote hulp dat je niet zelf voor eten moet zorgen.” Maar ook na die eerste dagen blijft een huisgemaakte maaltijd een cadeau voor wie in de rouw is. “Al is het maar omdat je, wanneer je een pot soep voor je deur ziet staan, weet dat er mensen zijn die aan je denken.”

Het verlies van Eleonoor roept bij Priscilla heel wat vragen op. “Plots ga je heel je leven in vraag stellen. Alle keuzes die je hebt gemaakt passeren de revue. Wat stelt bijvoorbeeld een job nog voor in het licht van het verlies dat je voelt? Ik ben architecte, maar ik kon me gewoon niet meer voorstellen dat ik me nog ooit druk zou maken over de gang van zaken op een of andere bouwwerf.”

Priscilla kwam ook tot de conclusie dat ze iets wilde doen met wat haar is overkomen. Iets waar lotgenoten wat aan kunnen hebben. “Het liefst wil je de pijn en het verdriet van mensen die, net als wij, een kindje hebben verloren helemaal wegnemen, maar dat kan natuurlijk niet.” En dus greep ze terug naar datgene wat haar tijdens die eerste donkere weken en maanden er bovenop hielp. Samen met een aantal vriendinnen richtte ze de vzw Eleonoor op, een organisatie die gezinnen ondersteunt die net als Priscilla en haar man een kindje verloren. Dat doen ze met wat ze zelf rouwkost noemen. Huisgemaakte maaltijden, bereid door vrijwilligers, die tijdens die eerste dagen van rouw aan de deur worden afgeleverd. Priscilla koos er heel bewust voor om de vzw de naam van haar dochtertje te geven. “We hebben nooit de kans gekregen om samen met Eleonoor dingen te beleven, om herinneringen te maken. Er blijft van Eleonoor weinig over, behalve dat immense verdriet. Maar dankzij de vzw valt haar naam hier nog dagelijks.”

eleonoor-vzw.be

Priscilla Van Quaille: ‘Wanneer je een pot soep voor je deur ziet staan, weet dat er mensen zijn die aan je denken.’Beeld Wouter Van Vooren

‘Hoe donker het ook lijkt, weet dat het ooit weer licht wordt’

Piet en Agnes Slosse, verloren vier jaar geleden hun dochter Nathalie

“Eigenlijk heeft Nathalie ons een geweldig cadeau gedaan”, vertellen Agnes en Piet Slosse. Vier jaar geleden verloren ze hun dochter. Twee keer werd bij haar borstkanker vastgesteld. Twee keer kwam ze er weer bovenop. Maar toen ze daarna opnieuw kanker kreeg, de pancreasvariant deze keer, kon geen hulp meer baten. “In drie maanden tijd waren we haar kwijt.”

Al blijkt dat laatste niet helemaal te kloppen. Toen ze voor het eerst ziek werd, begon Nathalie immers boeken te schrijven. Kinderboeken over moeilijke thema’s als ziek zijn, dood gaan, euthanasie en zelfdoding. Onderwerpen waar niet of amper met kinderen over gesproken werd en daar wou Nathalie iets aan doen. De boeken leidden tot de oprichting van de vzw Talismanneke, die kinderen ondersteunt bij het verwerken van groot verdriet.

Wat ons bij het cadeau brengt waar Agnes en Piet het bij het begin van het gesprek over hadden. Na haar dood namen zij de vzw van Nathalie over en alles wat daarbij komt kijken. Een behoorlijk karwei zo blijkt. Dat niet alleen hun dagen vult maar hen ook het gevoel geeft dat hun dochter er op een of andere manier nog steeds is. En dat mag je behoorlijk letterlijk nemen. “We hebben bijvoorbeeld haar mailarchief op onze computer staan”, vertelt Piet. “Daarin kunnen we opzoeken of en waarom er al eerder contact is geweest met bepaalde organisaties. Wanneer je dan die mailconversaties leest, is het alsof je Nathalie hoort praten.”

Piet en Agnes blijken wel vaker met hun dochter te praten. Bij bezoekjes aan haar graf bijvoorbeeld. “Dan hebben we telkens twee lijstjes bij. Eentje met dingen die goed lopen bij de vzw, waarvan we dan zeggen dat het jammer is dat ze er niet meer is om dat te zien. En een lijstje met dingen die minder vlot gaan, waarbij de conclusie dan luidt dat ze chance heeft dat ze die miserie niet meer mee moet maken.”

Het runnen van zo’n vzw is meer dan enkel mails beantwoorden. Zo zijn er bijvoorbeeld ook de ‘tranenfeetjes’. Kleine popjes die bij een van de boekjes van Nathalie horen en die Agnes allemaal met de hand maakt. “Elk exemplaar is uniek”, vertelt ze. “Met telkens een andere kleurencombinatie. Dat is voor mij een erezaak.” Het koppel reist ook het land rond om foldertjes en boekjes af te leveren bij verschillende ziekenhuizen. “Vroeger maakten we avontuurlijke reizen waarbij we zonder vooraf vastgelegde bestemming per trein landen doorkruisten. Daar is nu geen tijd meer voor. Maar missen doen we dat eigenlijk niet. We zien die ziekenhuisbezoeken nu als een soort minivakanties. Alleen op maandag doen we dat niet meer. Omdat dan de meeste restaurants gesloten zijn.”

Dat Nathalie boekjes maakte om moeilijke thema’s bespreekbaar te maken lijkt geen toeval wanneer je haar ouders hoort vertellen. Allebei benadrukken ze het belang van open communicatie wanneer het over rouw gaat. “Natuurlijk hebben wij ook moeilijke momenten. Af en toe komt het verdriet plots weer bovendrijven. Dan helpt het dat we daar met elkaar over kunnen praten.” Agnes ondervond aan den lijve wat er gebeurt wanneer dat niet kan. “Twee van mijn broers zijn uit het leven gestapt”, vertelt ze. “Mijn ouders gingen daar allebei op een heel andere manier mee om. Mijn moeder wou daar heel vaak over praten, mijn vader deed dat nooit. Dan wordt het heel moeilijk natuurlijk.”

Het koppel heeft doorheen de jaren al behoorlijk wat littekens opgelopen. Toch houden ze, ondanks alles, het hoofd boven water. “Een beetje zoals een rubberen badeendje”, zegt Agnes. “Dat gaat ook weleens kopje onder maar komt altijd weer boven.” Al went zo’n verlies nooit. Hoe vaak het je ook overkomt. “Maar je weet op den duur wel dat, hoe donker het op dat moment ook lijkt, er sowieso nog mooie momenten zullen komen”, zegt Piet. De eindigheid van het leven heeft volgens hem zelfs één groot voordeel “Het feit dat je weet dat er ooit een einde aan komt verhoogt de waarde van het leven. Het is een stimulans om van elke dag het beste te maken.”

talismanneke.be

Piet en Agnes Slosse. ‘We zijn een beetje zoals een rubberen badeendje’, zegt Agnes. ‘Dat gaat ook weleens kopje onder maar komt altijd weer boven.’Beeld Wouter Van Vooren

Dagen zonder broer, woensdag om 20.40 uur op Eén