Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & Liefde

‘Mijn bezoeken aan mannenland stonden los van de liefde voor mijn vrouw’: Jack ontdekte een nieuwe wereld langs de autoweg

‘Mijn bezoeken aan mannenland stonden los van de liefde voor mijn vrouw’: Jack ontdekte een nieuwe wereld langs de autoweg
Beeld Lotte Dijkstra

Jack (64) was gelukkig getrouwd en had drie jonge kinderen. Maar toen hij langs een openbare weg een wereld ontdekte die zich totaal onttrok aan de zijne, ging hij zijn grenzen aftasten.

“In 1985 was ik 29. Ik was getrouwd, mijn vrouw en ik woonden met onze drie kinderen in een tweewoonst in een middelgrote provinciestad. Ik werkte als freelancer in de reclame en op weg van kantoor naar huis reed ik iedere dag langs een begroeid terrein waar schots en scheef auto’s geparkeerd stonden.

“Ik had me al een paar keer voorgenomen daar eens een kijkje te gaan nemen. Ik had geen idee wat zich langs die weg afspeelde, en op een dag, het moet augustus zijn geweest, zette ik mijn auto scheef naast een andere. Het was half zeven en nog warm. Ik beklom wat heuveltjes en bereikte een droge greppel van zo’n meter breed, waar ik overheen sprong. Niets te zien, behalve groene plekken en kleine, donkere, modderige bosjes. Pas toen ik kriskras wat van de smalle paadjes begon te volgen, kwam ik wat mannen tegen, in hun eentje. En nog iets verderop, in het hart van het terrein, waren de mannen naakt of halfnaakt. Ik liep door, licht verbijsterd.

“Hoe was het mogelijk dat hier langs de drukke openbare weg een wereld bestond die zich totaal onttrok aan de wereld die ik kende? Hoe interessant en spannend en opwindend was dit. Vanaf dat moment begon ik de ontmoetingsplek een paar keer per week op te zoeken. Als observator, voyeur zo je wil, niet als participant. De risico’s voor mijn huwelijk achtte ik beheersbaar: deze andere wereld, zo redeneerde ik, had niets met ons te maken. Bovendien hadden mijn vrouw en ik al sinds ons 15de een heel plezierige, harmonieuze relatie en een fantastisch gezin. We hadden nooit ruzie en waren het altijd eens over de opvoeding van de kinderen die destijds 2, 4 en 6 waren. Ik zou wel gek zijn als ik die continuïteit in de waagschaal zou leggen voor een seksueel avontuurtje.

“Maar ongemerkt rekte ik de grenzen steeds verder op. Wat de eerste paar keer nieuw en spannend was – de heuvels over, de paadjes af – was de keren erop alweer bekend. Ik merkte dat mijn lust toenam, dat ik wilde meedoen, en na zo’n tiental verkennende bezoekjes sprak ik zo rond september in datzelfde jaar een prachtige blonde jongen aan die met een forse erectie uitdagend onder een boom stond. Zo’n gesprekje voorafgaand aan de seks had evenmin iets om het lijf. Veel meer dan ‘Met of zonder condoom?’ werd er niet gezegd. Toen ik zijn penis in mijn hand had, viel me op dat die misschien niet groter was dan de mijne, maar wel veel groter leek, omdat het gevoel indrukwekkend en nieuw was. Dat onbekende wakkerde mijn begeerte aan.

“Die avond, toen de kinderen in bed lagen en mijn vrouw en ik in de slaapkamer waren, zei ik: ‘Ik heb vandaag iets bijzonders meegemaakt.’ ‘Wat dan?’, vroeg ze. ‘Ik heb vandaag seks gehad met een man.’ Zij en ik waren piepjong toen we elkaar hadden ontmoet, dus toen we 29 waren, wisten we heel goed dat je een relatie alleen prettig houdt als je elkaar je eigenheden gunt. Toen ze zei dat ze het leuk voor me vond, wist ik dat haar woorden niet werden ingegeven door nonchalance. De volgende ochtend voegde ze eraan toe: ‘Doe het veilig, en houd me op de hoogte’ – het waren tenslotte de jaren 80, het aidstijdperk. Ook in de weken erna vroeg ze niet één keer hoe het met ons verder moest. Het was duidelijk dat er tussen ons niks veranderde. De intimiteit, de liefde, de manier waarop we ons van onze taak als ouders kweten; dat alles werd niet ondermijnd door mijn bezoeken aan het mannenland. Dat stond daar los van.

“Tien jaar lang bleef ik gemiddeld twee keer per week de ontmoetingsplaats bezoeken, tot ik op een dag onder een boom een man met een fiets zag staan. Hij was jonger dan ik, een prachtige ­Antilliaan met kort zwart haar en een gouden tand – een honkballer, bleek later. Ik liep op hem af, maar hij zei: ‘Ik doe die dingen niet hier’. Dus daar bleef het bij. Een maand later werd ik met knipperende lichten gewenkt door een goudkleurige Nissan. We hadden seks, hij was naakt, op een muts na.

“Vervolgens gaf hij mij zijn nummer en toen hij naar me lachte, herkende ik hem, de man met de gouden tand. Zijn aanrakingen waren liefdevoller geweest dan de efficiënte aanrakingen van de mannen voor hem. Hij maakte grappen en zwaaide even toen hij wegreed. De keer erop zocht ik hem thuis op. In zijn flat op de zesde verdieping rook het naar kokos. Gekleed in een satijnen zwembroek zat hij voor de tv en lachte hard om Tom & Jerry. Midden in de huiskamer lag een matras met een klamboe van tentdoek. ‘Wat wil je drinken?’, vroeg hij en stond op om beneden in de winkel bier te gaan halen. En ik dacht: ben ik naïef? Wat als-ie straks terugkomt met wat potige honkbalvrienden? Ik had niemand laten weten dat ik daar was.

“Hij werd het. Hij was de man voor wie ik mijn stabiele huwelijk opgaf. Hij, de emotionele, hectische, wispelturige man met de armbandjes om beide polsen, is de man met wie ik nu al 25 jaar samen ben. ‘Wat is je doel?’, vroeg mijn vrouw toen ik mijn verliefdheid opbiechtte. ‘Ik weet het niet’, zei ik en even later slingerde mijn zoon een pakje boter naar mijn hoofd. Ik huurde een flat waar ik de helft van de week met mijn vriend ging wonen. Maar na twee jaar raakte het geduld van mijn altijd opgewekte en optimistische vrouw op en maakte ze een einde aan ons huwelijk. Ze heeft veel verdriet gehad, maar de verstandhouding is altijd goed gebleven. Nadat ze een paar jaar later een nieuwe man had ontmoet, was ik getuige op de trouw en deed mijn vriend de catering. Mijn kinderen zijn gek op mijn honkballer. En ik ben dolgelukkig, nog steeds. Niet met een man, maar met déze man. Zoals ik onlangs een therapeut hoorde zeggen: ‘Als je een gek hebt, laat hem nooit meer gaan.’”