De Israëlische premier Netanyahu en de Jordaanse koning Abdullah

Israëlische premier Netanyahu heeft  onaangekondigd bezoek gebracht aan koning Abdullah in Jordanië

Veel is er niet bekend over de ontmoeting van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu met de Jordaanse koning Abdullah in Amman. Het bezoek werd pas bekendgemaakt toen het al was afgelopen. Volgens Jordanië ging het onder meer over de status van de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem. Een Israëlische minister had onlangs een omstreden bezoek gebracht aan die site. 

Het was al vijf jaar geleden dat Netanyahu in Amman bij de koning op bezoek was geweest. Israël en Jordanië onderhouden al bijna dertig jaar (sinds 1994) normale diplomatieke relaties, maar de sfeer tussen beide buurlanden is de voorbije jaren verzuurd. Sinds het aantreden van Netanyahu's nieuwste regering, een coalitie van zijn Likoed-partij met ultra-orthodoxen en ultra-nationalisten, kijkt Jordanië met nog meer argwaan naar Israël. 

Al-Aqsa

Volgens een persmededeling van de Israëlische regering hebben de twee leiders gesprekken gevoerd over "samenwerking op strategisch en economisch vlak, en inzake veiligheid". Volgens Jordanië heeft koning Abdullah "de noodzaak benadrukt om de historische en wettelijke status quo" te handhaven op de site van de Al-Aqsa-moskee, die voor de Joden bekendstaat als de Tempelberg. De westelijke muur van de vroegere Joodse tempel, ook bekend als de Klaagmuur, grenst aan het plein waarop de moskee en de Rotskoepel staan. 

Van 1948 tot aan de verovering van Oost-Jeruzalem (in 1967) door het Israëlische leger maakten de site en de hele oude stad deel uit van Jordanië. Ook daarna behield een Jordaanse islamitische stichting (de 'waqf') het beheer over het terrein. Voor moslims is de Al-Aqsa-moskee een heilige plek: de Profeet Mohammed is hier, volgens de islamitische overlevering, komen bidden en is er ook ten hemel opgestegen. Maar ook voor joden is het een heilige en historisch belangrijke plaats: hier stond de Tweede Tempel, die in 70 na C. door de Romeinen werd verwoest. 

Status quo

Concurrerende religieuze aanspraken op eenzelfde plek, en dat tegen de achtergrond van een geladen en aanslepend politiek conflict tussen Israël en de Palestijnen, dat geeft een erg explosieve cocktail. Om de ontsporing van spanningen nabij Al-Aqsa te vermijden, geldt sinds het midden van de negentiende eeuw een regeling die bekend staat als de "status quo". Niet-moslims (en dus ook Joden) mogen de esplanade van de moskee bezoeken, maar om geen indruk te wekken dat ze een religieuze claim leggen op die plaats mogen ze er niet bidden. 

In de praktijk wordt een bezoek door Joodse Israëliërs die bekendstaan om hun Joods-nationalistische overtuigingen altijd als een provocatie beschouwd, zeker als het om politieke of religieuze kopstukken gaat. Toen in 2000 de toenmalige oppositieleider en hardliner Ariel Sharon daar opzichtig op bezoek ging, brak de tweede Intifada uit.  

Minister van Nationale Veiligheid Ben-Gvir

Minister Ben-Gvir

Op 3 januari van dit jaar bracht de nieuwe Israëlische minister voor Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir op zijn beurt een bezoek aan de esplanade van de Al-Aqsa-moskee. Dat deed hij niet voor het eerst, maar wel voor het eerst als minister, en met een stevig gevolg aan medestanders, veiligheidsagenten en journalisten. Zijn démarche werd breed veroordeeld, door Palestijnen maar ook door Israëliërs, en kreeg ook veel kritiek in het buitenland. Maar verder bleven de reacties van Palestijnse kant opmerkelijk rustig. 

Itamar Ben-Gvir is een ultra-nationalist met een onmiskenbaar anti-Palestijnse agenda. Wellicht heeft koning Abdullah, met zijn verwijzing naar de status quo, aan premier Netanyahu duidelijk gemaakt dat zulke politieke stunts bij de Al-Aqsa-moskee niet voor herhaling vatbaar zijn.

Symbolisch minder geladen maar voor de Palestijnse bevolking op de Westelijke Jordaanoever wellicht veel ingrijpender, is het toenemend geweld. 2022 was het dodelijkste jaar sinds de VN in 2005 geweldincidenten begonnen te tellen. Er werden 150 Palestijnen gedood in de door Israël bezette gebieden (Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem). De meesten werden gedood door veiligheidstroepen, maar vier door Joodse kolonisten. Omgekeerd maakten aanslagen en aanvallen door Palestijnen 29 dodelijke slachtoffers aan Israëlische kant. 

Meest gelezen