Wilde bloemen naast een tarweveld in Nederland: goed voor de biodiversiteit.
©2019 Ruud Morijn - Netherlands

Paus van de biodiversiteit op bezoek bij UHasselt: "We moeten anders aan landbouw gaan doen" om uitsterven van planten- en diersoorten tegen te gaan

De landbouw in Europa moet radicaal worden hervormd, willen we de dramatische achteruitgang van de biodiversiteit afremmen. Dat zegt Anne Larigauderie, de topvrouw van IPBES. Dat is het VN-orgaan dat alle wetenschappelijke kennis over de biodiversiteit wereldwijd verzamelt. Ze kreeg vandaag een eredoctoraat aan de UHasselt.

Al heel haar loopbaan lang zet Anne Larigauderie zich in voor de wetenschap en de wereldwijde biodiversiteit. Eerst in Zwitserland, waar ze in 1996 aan het hoofd kwam te staan van het nationale biodiversiteitsprogramma. En daarna wereldwijd, bijvoorbeeld als directeur voor het internationale onderzoeksprogramma Diversitas. Tegenwoordig is ze secretaris van het IPBES, het VN-orgaan dat alle wetenschappelijke kennis over de biodiversiteit verzamelt (een beetje zoals het IPCC dat doet voor het klimaat).

Je kan Larigauderie dus gerust een biodiversiteitspaus noemen, een wereldautoriteit. Vandaag was ze in ons land op uitnodiging van de UHasselt. De universiteit reikte haar een eredoctoraat aan ter ere van de 25e verjaardag van het Centrum voor Milieukunde.

BEKIJK - Larigauderie neemt eredoctoraat in ontvangst:

Videospeler inladen...

Koffie

De UHasselt is trouwens niet de enige die iets te vieren heeft. Dat heeft Larigauderie ook. Eind december werd er in de schoot van de VN-biodiversiteitsconferentie (COP15) immers een nieuw biodiversiteitsakkoord afgesloten. Dat wordt de nieuwe leidraad waarmee de wereld de volgende zeven jaar de biodiversiteitscrisis wil tegengaan. Het is een ambitieus akkoord geworden. Tegen 2030 moeten bijvoorbeeld 30 procent van het landoppervlak, de zee en de lucht beschermd zijn.

En het is dringend, zegt Larigauderie. “Op een geschat totaal van 8 miljoen dieren- en plantensoorten zijn er 1 miljoen met uitsterven bedreigd”, legt ze uit. “Het leven op aarde verarmt dus echt. En dat is te wijten aan menselijke activiteiten.”

Waarom we ons daar zorgen over moeten maken? “Het leven en overleven van de mens is afhankelijk van het overleven van andere dieren en plantensoorten. Neem de koffie die we daarnet gedronken hebben. Die koffieplant werd bestoven door insecten. Als die zouden verdwijnen, zijn er ook geen koffiebonen meer. En zo zijn er nog veel andere voorbeelden. Planten filteren het water, en een goede bodemkwaliteit laat ons toe om aan landbouw te doen. Maar de voorbije vijftig jaar zijn bijna alle diensten afgenomen die de natuur ons bewijst.”

Andere landbouw

Dat komt onder andere door de manier waarop we wereldwijd aan landbouw doen, zegt Larigauderie. “De landbouw is bron nummer één van vernietiging van de biodiversiteit. Dat komt deels doordat ze strijdt om grondgebied. Maar de landbouw is ook een belangrijke bron van vervuiling. Stikstofhoudende mest genereert bijvoorbeeld niet alleen broeikasgassen, het vervuilt ook de rivieren en zeeën. Daardoor ontstaan er dode zones in de oceanen.”

Anne Larigauderie zet zich al haar hele leven in voor de wetenschap en de biodiversiteit.

Ze kijkt dan vooral in de richting van de intensieve landbouw en veeteelt. “Die manieren van productie moeten we absoluut herzien. We moeten onze landbouw transformeren, zodat we de biodiversiteit vooruit kunnen helpen.”

Dan stelt zich de vraag: hoe kunnen we dat doen? Het debat over de stikstof die de landbouw uitstoot, heeft Vlaanderen momenteel in een politieke houdgreep. Moeten we dan maar helemaal stoppen met landbouw?

De politiek zal die landbouwers moeten bijstaan. Dat is fundamenteel. Zonder politieke wil raken we nergens

“Nee, nee, nee. Niemand zegt dat we ermee moeten stoppen. Wel moeten we de landbouw veranderen. En we weten zeer goed hoe dat moet: door ecologische landbouw, door meer aandacht te hebben voor bestuivers, door minder meststoffen te gebruiken, door geïntegreerde gewasbescherming (bijvoorbeeld door natuurlijke parasieten te gebruiken tegen insectenplagen in plaats van pesticiden, red.). Al die methoden kennen we al. Het komt er nu op aan om die op grote schaal toe te passen.”

“We moeten ook de landbouwers helpen die hun manier van werken willen veranderen. Dat is erg belangrijk. Zij vinden het ook niet leuk dat ze de natuur vervuilen. Ze zouden het vaak graag anders doen, maar dat is moeilijk omdat het nieuwe investeringen vergt. De politiek zal die landbouwers dus moeten bijstaan. Dat is fundamenteel. Zonder politieke wil raken we nergens.”

België, klein en verkaveld

Blijft de vraag of de ambitieuze doelen van het VN-biodiversiteitsakkoord wel haalbaar zijn voor een klein en verkaveld land als België. 30 procent van het land, de zee en de lucht beschermen, hoe beginnen we daaraan?

“Er zijn effectief landen die zo versnipperd zijn dat dat moeilijk zal worden”, erkent Larigauderie. “Maar er zijn ook landen die méér kunnen doen dan die 30 procent. In het Amazonegebied, bijvoorbeeld. We moeten hen helpen om die lucht te beschermen.” Zo heeft de hele wereld er baat bij.

Maar wat houdt dat in, grondgebied beschermen? Er een hek rond zetten? “Nee, er zijn verschillende gradaties van bescherming: strengere en meer soepele. Net dat is de uitdaging: om te weten welke natuur we willen op een bepaalde plek, en welke graad van bescherming. Het is niet de bedoeling dat we mensen gaan wegjagen uit de natuur, zeker niet de autochtone bevolking die er vaak net in is geslaagd om het laatste restje natuur dat we nog hebben, te behouden.” Ze denkt dan vooral aan de ontwikkelende landen in Afrika of Latijns-Amerika.

“Zo kan het dat weilanden en bepaalde vormen van landbouw toegelaten blijven in een regio waar we dieren en planten willen terugbrengen”, vervolgt ze. “Dat moet allemaal bepaald worden in samenspraak met de bevolking.” Soms kan dat een manier van landbouw zijn die de lokale bevolking nu al gebruikt.

Al zal een hek op sommige plekken toch de meest aangewezen oplossing zijn. “Op plekken die we willen teruggeven naar de natuur, zal een streng beschermingsniveau nodig zijn, zodat er alle ruimte is voor de natuurlijke processen om te herstellen.”

Herbebossen

Maar opnieuw: het is niet aan het IPBES om te beslissen hoe de beloften van het biodiversiteitsakkoord in de praktijk vorm krijgen. Nationale en regionale beleidsniveaus zullen dat moeten doen. Werk voor de politiek dus.

Runderen grazen in het nationaal park El Palmar, in Argentinië. De landbouw hoeft niet altijd weggejaagd te worden in de naam van de biodiversiteit, zegt Anne Larigauderie.
©RaotaJoseLuis

“Welke ruimte gaan we precies herstellen? Welk beleid gaan we voeren tegenover pesticiden, of tegenover subsidies die nu nog de overbevissing in stand houden, of het gebruik van fossiele brandstoffen in de landbouw? Dat moet allemaal omgezet worden in een nationale strategie. Het moet in de parlementen besproken worden. En er moeten budgetten voor uitgetrokken worden, zoals voor het klimaat.”

“Maar ik denk dat het ook de burger zal interesseren. Herbebossing, nadenken over biodiversiteit in de stad, over onze consumptie… nu al zijn er veel burger- en jongereninitiatieven die de goede richting uit gaan.”

Meest gelezen