Maakten onze F16’s burgerslachtoffers? Dit zijn de feiten

Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) © Image Globe

Zoals wel vaker in oorlogssituaties hangt er nog veel onduidelijkheid rond het bloedbad in Mosul, dat minstens tientallen maar wellicht honderden levens heeft gekost.

Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) moet maandagnamiddag achter gesloten deuren tekst en uitleg geven in de Kamer over de mogelijke betrokkenheid van Belgische F-16’s bij de dodelijke luchtaanvallen van 17 maart op de wijk al-Jadida in het Iraakse Mosul.

‘België neemt deel aan de internationale luchtcoalitie tegen IS, ter ondersteuning van de Iraakse troepen op de grond’, zei Vandeput aan VRT Nieuws. ‘Heel die coalitie wordt dagelijks ingezet. Ook de Belgische F-16’s stijgen àlle dagen op. Het is dus goed mogelijk dat wij die 17e maart daar waren”, zegt Vandeput aan VRT Nieuws.’

Vandeput wil eerst het onderzoek afwachten.”Er zijn op het terrein beelden gemaakt van burgerslachtoffers. Op dit moment is helemaal nog niet duidelijk waar die beelden precies gemaakt zijn, welk gebouw dat was.’

België werkt mee aan dat onderzoek, zegt de Defensieminister.’Ik kan u garanderen dat het noch voor mijzelf, noch voor de betrokken piloten de bedoeling is om burgerslachtoffers te maken. Integendeel, wij nemen alle mogelijke maatregelen om dat te vermijden.’

‘Rules of engagement’

Wat staat er vast? Dat zowel de internationale coalitie onder leiding van de VS als de Iraakse autoriteiten een onderzoek gestart zijn naar wat er op 17 maart precies gebeurd is. Het federaal parket in ons land bekijkt intussen of het ook een onderzoek moet openen. “Wij hebben van Defensie informatie gekregen over twee mogelijke incidenten”, zei persmagistraat Eric Van Der Sypt vorige vrijdag. “Als blijkt dat er mogelijks sprake is van een inbreuk op de ‘rules of engagement’, wordt er een onderzoek geopend maar dat wordt dus momenteel bekeken.”

Voorts heeft de coalitie op 25 maart bevestigd dat gevechtsvliegtuigen “op 17 maart IS-strijders en materiaal hebben aangevallen in het westen van Mosul, op de locatie waar sprake zou zijn van burgerslachtoffers”. Het Iraakse leger bevestigde op 26 maart dat het op de bewuste plek hevig strijd heeft gevoerd met IS. In het persbericht van de coalitie klonk daags voordien al dat de luchtaanvallen waren uitgevoerd “op vraag van de Iraakse veiligheidsdiensten”. Dat is mogelijk niet onbelangrijk. Minister Vandeput legde immers maandag op Radio 1 nog uit dat ons land vanuit Qatar al meermaals vragen tot ondersteuning geweigerd heeft omdat de onduidelijkheid over de situatie op de grond te groot is of de operatie niet voldoet aan de ‘rules of engagement’, de aanvalsregels die België zichzelf heeft opgelegd.

Maar er bestaat een uitzondering op die strikte procedure. “Als er specifiek om steun gevraagd wordt door de grondtroepen, komen volgens het oorlogsrecht heel wat regels te vervallen. En mag men dus tussenbeide komen, ook bij twijfel”, aldus Vandeput. “Zelfs op dat ogenblik doen wij nog een aantal checks and balances, maar dan komen wij tussenbeide.”

Hoeveel doden?

Over de dodentol lopen de cijfers intussen uiteen naargelang de bron. De ngo Airwars – die tracht klaarheid te scheppen over de luchtaanvallen boven Syrië en Irak – heeft een hele reeks berichten opgelijst. De geciteerde bronnen lopen uiteen van berichten op sociale media over ngo’s tot Iraakse en internationale nieuwszenders, het aantal slachtoffers van verschillende tientallen tot meer dan vijfhonderd. “Welke slachtoffers gevallen zijn door de luchtaanvallen en welke door de gevechten op de grond, is uiteraard erg moeilijk te zeggen”, verduidelijkt Eline Westra van Airwars aan Belga. “Mogelijk gaat het om meerdere aanvallen. Het beeld dat wij hebben, is dat het ging om vliegtuigen van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en/of België.”

In zijn online overzicht verwijst Airwars tot slot naar de Iraakse vicepresident Osama al-Nujaifi, die heeft opgeroepen tot een onmiddellijke stop van de coalitiebombardementen op wijken in Mosoel. “De intensiteit van de gevechten tegen de terroristen ontslaat de autoriteiten en leiders niet van hun morele en humanitaire verantwoordelijkheden met betrekking tot het stijgende aantal onschuldige burgerslachtoffers die door de terroristen gedwongen zijn om in die omgeving te blijven”, hekelde hij.

Sp.a wil volledige transparantie en gaat niet naar commissie

Oppositiepartij sp.a wil ondertussen volledige transparantie over de bombardementen en neemt daarom niet deel aan de opvolgingscommissie Buitenlandse Zendingen. “Sp.a vroeg een open gemengde Commissie Buitenlandse zaken Defensie. De minister ging daar niet op in hoewel zowel de families van de slachtoffers als de Belgische burgers recht hebben op deze informatie”, stelt Alain Top, ondervoorzitter van de opvolgingscommissie. Top verblijft momenteel wel in het buitenland en kan zich in de commissie niet laten vervangen door een partijgenoot.

Eerder op de dag gaf minister Steven Vandeput aan dat de Belgische F-16’s op 17 maart mogelijk in de buurt waren toen er bij aanvallen boven Mosoel een honderdtal burgerslachtoffers vielen. Hij voegde eraan toe dat het onduidelijk was wie verantwoordelijk is voor de burgerslachtoffers aangezien ook andere leden van de internationale coalitie deelnamen aan de bombardementen.

“Wij zijn er van overtuigd dat onze militairen goed werk leveren in Irak. Maar als er fouten gemaakt zijn, moeten we onze verantwoordelijkheid nemen. De minister bleef de afgelopen maanden beweren dat onze bombardementen nog geen enkel burgerslachtoffer hebben gemaakt. Noch de beweringen van de journalist van The Guardian, noch die van de minister kunnen gestaafd worden wanneer geen informatie gedeeld wordt over het wat, waar en wanneer van de inzet van onze Belgische vliegtuigen”, stelt de sp.a.

Kamerlid Dirk Van der Maelen verwerpt het veiligheidsargument waarmee minister Vandeput vragen naar meer transparantie afblokt. “Canada, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk bewijzen dat grotere transparantie geen negatieve impact heeft op de veiligheid van militair personeel”, zegt hij.

Partner Content