Direct naar artikelinhoud
Website logo
de wonderjaren

Alex Agnew: ‘Ik had gewoon wat moeten rondneuken, zoals mijn vrienden’

De wonderjarenBeeld Play

Vanavond in ‘Alleen Elvis blijft bestaan’: Alex Agnew. In Humo sprak hij enkele jaren geleden over zijn kindertijd, zijn jeugdjaren, zijn ouders en het leven tout court: ‘Ik heb alles wat ik wil, en toch denk ik constant: ‘Is dit alles?’’

Dit artikel verscheen origineel in Humo op 18 september 2012.

‘Voor mijn vader telde maar één ding: ik moest en zou een diploma halen,’ aldus de 39-jarige stand-upcomedian Alex Agnew, tevens frontman van de heavymetalband Diablo Blvd. ‘Maar omdat ik op school meestal ergens achteraan bengelde, zei hij constant dat ik niets zou bereiken in het leven. Ik vind het jammer dat hij er vandaag niet meer is: dan had hij met zijn eigen ogen kunnen zien dat hij ongelijk heeft gekregen.’ De Wonderjaren!

HUMO Wat zijn je vroegste herinneringen?

ALEX AGNEW «Wij woonden in een appartement in de Fruithoflaan in Berchem, boven een pralinewinkel. Ik herinner me vooral de geur van chocolade die in het apparte-mentsgebouw hing: de geur van mijn vroegste kindertijd. Het personeel van de winkel kende mij en mijn zus Rachel goed: telkens als we passeerden, kregen we een praline. Voor een kind is dat natuurlijk het paradijs (lacht)

HUMO Je bent de zoon van een Engelse vader en een Limburgse moeder. Hoe hebben ze elkaar ontmoet?

AGNEW «Ze hebben elkaar leren kennen in het café van mijn tante, in de buurt van de Naamse Poort in Brussel. Mijn moeder woonde in Antwerpen en ging in het weekend vaak haar zus in Brussel bezoeken, en mijn vader, die er als ingenieur werkte, zat op vrijdagavond meestal iets met zijn collega’s in dat café te drinken.

»Ze waren allebei al een stuk in de dertig toen ze elkaar ontmoetten, wat in die tijd oud was: de meesten van hun vrienden waren al lang getrouwd. Het heeft wel nog even geduurd voor het wat werd, want mijn vader dacht dat ze getrouwd was. Pas toen mijn tante hem zei dat ze nog vrij was, is hij haar het hof beginnen te maken, met succes. Niet lang daarna is hij bij haar in Antwerpen ingetrokken. Ze zijn pas getrouwd toen ik al geboren was: ik was één jaar en ik was erbij toen ze hun jawoord gaven (lacht). Twee jaar later werd mijn zus geboren.

»Mijn geboorte is niet vlekkeloos verlopen. Er zat een stuk van een vlies rond mijn rechterarm gekneld, waardoor mijn vingers deels aan elkaar waren gegroeid en mijn hele onderarm zwart was. De dokters hebben me meteen na mijn geboorte moeten opereren, en volgens de chirurg met dienst had ik maar 50 procent kans om die operatie te overleven. Waarop mijn vader: ‘If he dies, you die.’ (lacht) Die operatie is uiteindelijk goed afgelopen, maar later moest ik nog vier keer aan mijn arm geopereerd worden door een plastisch chirurg. Ik heb een paar grote littekens en mijn hand en vingers zijn wat misvormd, maar ik ben al lang blij dat ze mijn arm niet hebben moeten amputeren.»

Alex AgnewBeeld humo

HUMO Hoe was je vader eigenlijk in België verzeild geraakt?

AGNEW «Hij werkte als zelfstandig burgerlijk ingenieur voor grote internationale bedrijven in Saoedi-Arabië, Dubai, Koeweit, Spanje en Italië. Hij ontwierp drukvaten en olietanks voor raffinaderijen. Een heel slimme man, hoor.

»Hij was opgegroeid in Eaglescliffe, een dorpje in het noordoosten van Engeland, in de buurt van Middlesbrough. Maar Eaglescliffe was niet groot genoeg voor hem: hij wou de wereld zien. Hij kwam uit een arm gezin en wou zich losrukken uit die armoede. Eerst werkte hij als technisch tekenaar, maar hij was ook profvoetballer bij Sheffield Wednesday, en tegelijk volgde hij in avondschool een opleiding tot ingenieur.

»Mijn vader was een knappe, charmante man en een notoir rokkenjager. Hij droeg mooie maatpakken en reed altijd rond in een Jaguar. Hij leek in zijn jonge jaren wat op Sean Connery, en als hij een pub binnenstapte, keken alle vrouwen om – hij heeft genóten van het le-ven. Dat hij na al zijn omzwervingen uitgerekend in Antwerpen is neergestreken, is bijna absurd, want hij had een hekel aan België. Hij heeft er nooit één goed woord voor over gehad, maar hier heeft hij wel het langst gewoond.

»Hij was helemaal niet van plan om zich in Antwerpen te settelen, heeft hij ooit tegen me gezegd, hij is er gewoon blijven plakken. Ik begrijp dat wel: je trekt bij je sweet­heart in, en vóór je het weet heb je een kind en ben je getrouwd. Dan is het moeilijk om het roer nog om te gooien – maar eerder had hij daar geen probleem mee gehad: hij was namelijk al eens getrouwd toen hij negentien was. Nadat zijn beide ouders jong gestorven waren – ze waren amper 44 geworden – trouwde hij met een Engels meisje, naar eigen zeggen omdat hij iemand nodig had om voor zijn jongere zus te zorgen terwijl hij werkte of voetbalde. Met die vrouw kreeg hij drie kinderen; ik heb in Engeland één half-broer, die ondertussen gestorven is, en twee halfzussen, maar ik heb ze nog nooit ontmoet. Toen dat huwelijk op de klippen was gelopen, trok mijn vader de wijde wereld in.

»Na die scheiding heeft hij zijn oudste drie kinderen nooit meer teruggezien. Hij sprak ook nooit over hen. Dat heb ik altijd raar gevonden, jammer ook. Ik heb hem vaak gevraagd of hij ze niet miste, maar hij ketste die vraag altijd af. Ik kan alleen maar veronderstellen dat hij daar met slaande ruzie is vertrokken en dat hij zijn kinderen niet meer mócht zien. Of misschien was hij haar niet zo trouw geweest en was hij persona non grata verklaard.»

HUMO Hadden jouw ouders een goed huwelijk?

AGNEW «Dat denk ik wel, ook al maakten ze veel ruzie. Mijn vader had behoorlijk wat temperament. Hij kon zich bijvoorbeeld erg opwinden over dingen die niet op hun plaats lagen. Gelukkig was hij even snel weer vergeten waarover hij zich zo kwaad had gemaakt. In dat opzicht lijk ik vrij goed op hem: ik schiet ook makkelijk uit mijn krammen, maar het duurt nooit lang.

»Ik heb nooit het gevoel gehad dat ze elkaar niet graag zagen, integendeel: ze deden veel dingen samen, en als mijn vader in het buitenland zat, misten ze elkaar.»

HUMO Wie droeg de broek in huis?

AGNEW «Mijn vader! Als hij thuiskwam, draaide alles om hem. Mijn moeder zette altijd zijn pantoffels en een glas whisky klaar en zei dan tegen ons: ‘Ga zitten en wees stil. Jullie vader komt zo meteen thuis.’

»Hij kon ook ongelofelijk hard roepen: als hij bulderde, dook iedereen in elkaar. Ik ben altijd een beetje bang voor hem geweest: als hij iets zei, sprak ik hem niet tegen. Mijn zus aanvankelijk ook niet, maar in haar puberteit begon ze te rebelleren. Dat zorgde wel geregeld voor vuurwerk.

»Ik ben nooit tegen hem in opstand gekomen. Dat lag niet in mijn karakter, en als oudste van de twee kinderen had ik ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik moest vaak op Rachel passen en ik deed dat zonder morren, maar zij heeft altijd een veel groter fuck you-gehalte gehad. Toen ze dertien, veertien jaar was, eiste ze haar vrijheid op. Ze sloop ’s nachts uit haar kamer om de hele nacht uit te gaan, en ze trok zich niks aan van wat onze vader zou doen als hij haar zou betrappen. Daarom clashte ze zo vaak met hem, en ik niet. Ik heb maar een paar keer een serieuze aanvaring gehad.»

HUMO Waarover, als ik vragen mag?

AGNEW «Ik herinner me vooral één grote ruzie. Toen ik twintig was, kreeg mijn vader financiële problemen. Bovendien is hij in diezelfde periode met zijn gezondheid beginnen te sukkelen. Hij had jarenlang drie pakjes sigaretten per dag gerookt, veel gedronken en ongezond gegeten, en op een dag wreekte dat zich: zijn kransslagaders bleken dichtgeslibd te zijn, en door een hersenaandoening was zijn kortetermijngeheugen aangetast. Hij kon niet meer gaan werken, waardoor er ook geen geld meer binnenkwam.

»Mijn zus was toen zeventien en is bij haar lief ingetrokken, maar ik ben nog vier jaar bij mijn ouders blijven wonen om ze financieel te helpen. Ik stond een deel van mijn loon af zodat ze het hoofd boven water konden houden. Officieel was ik in die periode zelfs gezinshoofd. Maar op een dag zei mijn vader botweg tegen me dat mijn loon niet veel voorstelde. Toen zijn bij mij de stoppen even doorgeslagen. Hij had me nog nooit zo kwaad gezien en hij heeft toen twee weken niet tegen me gesproken.»

HUMO Welke rol speelde je moeder in het gezin?

AGNEW «Toen Rachel en ik nog klein waren, zat mijn vader dikwijls wekenlang in het Midden-Oosten en moest mijn moeder ons alleen opvoeden. Ze was een zorgzame vrouw die echt voor haar gezin leefde. Als ik van school thuiskwam en mijn kleren op een stoel gooide, had zij ze vijf minuten later al opgevouwen en in de kast gelegd. Ze was de perfecte huismoeder: elke dag stond er vers eten op tafel en ons appartement was altijd netjes opgeruimd. Mijn vader was larger than life, maar zonder haar kon hij zijn schoenen niet vinden (lacht)

Met zus Rachel: ‘Ze was veel vroeger volwassen dan ik. Met mijn problemen ging ik bij haar aankloppen, niet bij mijn ouders.’Beeld humo

DE BROER VAN

HUMO Hoe schoten jij en je zus met elkaar op?

AGNEW «Rachel en ik zijn altijd erg close geweest, en in onze tienerjaren hadden we veel gemeenschappelijke vrienden. Maar ze was veel vroeger volwassen dan ik, ze had een grote mond en een sterke persoonlijkheid, en ze was érg knap, zodat ze veel succes had bij oudere jongens. Op den duur was ik ‘de broer van’.

»Ze ging naar de klassieke humaniora en ze had altijd de beste punten van de klas – net zoals mijn vader destijds. Daarna is ze naar het Sint-Lucas gegaan, en daar bleek dat ze zeer getalenteerd was. Zo is ze kunstenares geworden.»

HUMO Hoe deed jij het op school?

AGNEW «Ik was een dromer: als de leraar me iets vroeg, kwam ik van kilometers hoog uit de lucht vallen. Ik heb het grootste deel van mijn schooltijd in een waas meegemaakt, om de eenvoudige reden dat ik daar niet wou zijn. Ik vond níéts leuk: acht uur per dag in een klaslokaal zitten, de autoriteit van de leraars, huiswerk moeten maken, voor examens moeten studeren... Het gekke is dat ik dat al in de kleuterschool had. Enkele weken vóór ik ernaartoe moest, begon mijn moeder me daarop voor te bereiden: ‘Binnenkort mag je naar school, Alex.’ Maar ik begon te wenen, omdat ik dat totaal niet zag zitten: ik wou gewoon thuisblijven.

»Het probleem was niet dat ik niet slim genoeg was: ik haalde goede punten voor vakken die me interesseerden, zoals Nederlands, Engels of geschiedenis. Maar voor vakken als wiskunde, fysica en scheikunde deed ik geen klop. Mijn leraars schreven telkens opnieuw op mijn rapport: ‘Als Alex zou studeren, zou hij ongetwijfeld goede punten halen.’ Maar ik wóú niet.»

HUMO Was je een rebel?

AGNEW «Nee, ik hield me meestal gedeisd. Maar ik was niet hypocriet: als iets me niet beviel, zei ik dat gewoon. Daardoor heb ik vrij veel tegen de schenen van leraars geschopt. Als ik een taak kreeg die ik onzinnig vond, zei ik dat ik die niet wou maken, en ik legde uit waarom niet. Ik bleef beleefd en ik gaf goede argumenten, maar de meeste leraars konden dat niet verdragen en gaven me dan strafstudie.

»Op school heb ik vooral geleerd dat veel mensen een grote mond hebben, maar als het erop aankomt, zijn ze laf. Als we met zijn allen afspraken dat we een taak níét zouden maken, waren er de volgende dag maar twee die zich aan die afspraak gehouden hadden: ikzelf en nog een andere jongen.»

HUMO Had je daar veel vrienden?

AGNEW «Nee, ik ben altijd een buitenbeentje geweest, al in de kleuterschool. Ik ben Engelstalig opgevoed en ik leerde pas Nederlands toen ik naar school ging. De andere kinderen vonden me een vreemde vogel, maar dat vond ik niet erg, ik was graag alleen. En ik las veel, al van jongs af. Toen ik wat ouder was, ben ik iets socialer geworden, maar ik ben nooit echt populair geweest. Ik ben trouwens met niemand van mijn schoolmakkers nog bevriend.»

HUMO Zag je er toen even ruig uit als nu?

AGNEW «Nee, helemaal niet. Ik was klein en mager, met een pubersnorretje en een veel te grote bril, want ik heb al van mijn negende slechte ogen. Ik droeg ook geen coole kleren: meestal had ik een fluwelen broek aan en een fout T-shirt van Lacoste. Het gevolg was dat ik veel werd gepest. Ik heb er geen trauma aan overgehouden, maar sindsdien sta ik vrij defensief in het leven: ik heb weinig vertrouwen in andere mensen.

»Ik heb me nooit veel van die pesterijen aangetrokken, maar toen ik in het vierde middelbaar geregeld fysiek belaagd werd door een jongen van mijn klas, heb ik me in-geschreven bij een karateclub. En een half jaar later, toen die jongen me weer aan het pesten was, heb ik hem een stamp in zijn gezicht gegeven. Toen was het afgelopen met dat gepest, voorgoed.

»Karate was mijn grote passie. Ik trainde vier keer per week, en na twee jaar had ik een bruine band. Omdat ik in onze club met een paar mannen trainde die in de nationale ploeg zaten en aan internationale wedstrijden deelnamen, was ik vrij goed in vergelijking met andere bruine banden. Ik ben zelfs Belgisch kampioen geweest in kata’s, schijngevechten tegen één of meerdere denkbeeldige tegenstanders. Op mijn dertigste moest ik er wel mee stoppen: ik had geen tijd meer om te trainen en ik begon problemen met mijn rug te krijgen.»

HUMO Was je als tiener een opgewekte jongen, of ging je gebukt onder de pijn van het zijn?

AGNEW «Ik was behoorlijk zwaarmoedig. Ik voelde me nergens echt thuis, en eigenlijk is dat nog altijd zo. En ik heb alles wat ik wil, maar toch denk ik constant: ‘Is dit alles?’ Ik denk vooral te veel na, waardoor ik mezelf ongelukkig máák. En dat heb ik jammer genoeg doorgegeven aan mijn dochter. Ze is nog maar vier jaar, maar soms denk ik: ‘Meisje toch, jij gaat een ongelukkig leven tegemoet.’ Ze is extreem perfectionistisch: daardoor is ze vaak gefrustreerd en verdrietig, terwijl ze op haar leeftijd zorgeloos zou moeten spelen.

»Mijn vrouw en vrienden zeggen vaak tegen me: ‘Maar Alex, als er nu iemand is die níét moet zagen over zijn leven, ben jij het wel.’ Dat wéét ik, maar ik ben gewoon zo geboren. Ik voel me vaak miskend en ik focus te veel op de dingen die niet goed gaan. Er mogen duizend mensen zeggen dat ze mijn show fantastisch vinden, maar als één idioot een slechte recensie schrijft, is mijn dag naar de kloten.

»Mijn puberteit is pas rond mijn achttiende begonnen – terwijl mijn zus al met punk en new wave dweepte toen ze dertien jaar was. Maar in het laatste jaar van het middelbaar ontdekte ik heavy metal, en opeens ging er een nieuwe wereld voor me open. Ik begon stevig uit te gaan, ik veranderde van looks, en ik heb toen ook mijn eerste tattoo laten zetten. Mijn ouders schrokken daar geweldig van: ‘Wat? Ga jij nu ook beginnen?’ Ze dachten dat ze met Rachel hun portie wel hadden gehad.

»Met al die hormonen die opeens door mijn lijf schoten, kreeg mijn zwaarmoedigheid een extra boost: ik heb twee jaar depressief rondgelopen. Maar op een gegeven moment was dat gedaan, en ik weet nog precies wanneer. Ik was met mijn fiets gevallen in het park en ik had mijn sleutelbeen gebroken. Omdat het om een open breuk ging, moest ik geopereerd worden en een paar weken in het ziekenhuis blijven. Daar in mijn bed dacht ik na over mijn leven, en op een bepaald moment zei ik tegen mezelf: ‘Waar maak jij je toch druk over, man?’ Ik besefte dat ik moest stoppen met me zo miserabel te voelen en dat ik er het beste van moest proberen te maken. Dat heeft me uit mijn depressie gehaald.»

HUMO Wanneer deden de meisjes hun intrede?

AGNEW «Het heeft lang geduurd voor ik een lief had. Ik was te verlegen om contact te zoeken met de meisjes in wie ik geïnteresseerd was, en om de één of andere reden werden zij nooit verliefd op mij. Ze vonden me wel leuk, maar alleen om mee te praten. Op woensdagnamiddag gingen we dikwijls met een hele groep vrienden op café en alle jongens speelden daar op de geldkast, terwijl ik tussen hun lieven aan tafel bleef zitten en naar hun relatieproblemen luisterde. Ze zeiden vaak: ‘Ik wou dat ik met Kevin net zo goed kon praten als met jou.’ Dan glimlachte ik meewarig en ik dacht: ‘Dat zal wel, maar met Kevin neuk je en met mij niet.’ (lacht) Ik ben voor het eerst met een meisje naar bed ge-weest toen ik twintig was. Dat was een vriendin van mijn zus.

»Ik was niet alleen verlegen, maar ik had ook faalangst: ik was bang dat meisjes me zouden afwijzen, omdat ze mij een loser vonden. Ik nam het ook allemaal veel te serieus: ik was op zoek naar de perfecte vrouw bij wie ik voor altijd zou blijven – terwijl ik verdorie gewoon wat had moeten rond neuken, zoals mijn vrienden.»

HUMO Waar vond je toen troost in?

AGNEW «Karate. En muziek. Ik was een grote fan van The Doors: hun donkere muziek paste goed bij mijn zwaarmoedigheid. En als ik naar Danzig, Metallica of Slayer luisterde, kon ik mijn frustratie en opgekropte agressie afreageren. Daarom ging ik vaak naar concerten, waar ik wild kon dansen en meebrullen en van het podium duiken. Een concert was pas geslaagd als ik met een dozijn blauwe plekken en een afdruk van een combat boot op mijn borst weer naar huis ging (lacht)

HUMO Heb je in je tienerjaren veel met drugs geëxperimenteerd?

AGNEW «Ik heb ooit wat paddo’s gegeten samen met mijn zus en haar lief, die een megablower en een grote fan van Jimi Hendrix was, maar eigenlijk interesseerden drugs me niet. Ik behoud graag de controle.»

Alex AgnewBeeld HUMO

DE WEG VAN MURPHY

HUMO Droomde je er destijds van om later stand-upcomedian te worden?

AGNEW «Ik vond het vreselijk om in de klas een spreekbeurt te moeten houden, maar het rare is dat ik al vroeg wist dat ik ooit op een podium wou staan. De eerste keer dat ik dat besefte, was toen ik naar ‘Delirious’ van Eddie Murphy keek, zijn eerste comedyshow, waarin hij in een rood leren pakje de grofste grappen vertelt voor een livepubliek. Dat was een aha-erlebnis: ‘Dát wil ik ook doen.’ De meeste comedians die ik tot dan op tv had gezien, hadden iets schlemielachtigs, zoals Woody Allen: je lacht niet alleen omdat hij grappig is, maar ook omdat hij een underdog is. Maar Eddie Murphy was een rockster, een sexy motherfucker die de zaal afbrak met compleet foute en politiek incorrecte grappen, onder andere over homo’s en aids.

»Ik was ook een fan van Dave Allen, een Ierse komiek die op een hoge stoel op het podium zat met een glas whisky bij de hand. Ik vond hem veel grappiger dan al die Engelse komische duo’s uit dezelfde tijd, zoals The Two Ronnies en Morecambe and Wise. Maar zijn humor was geen rock-’n-roll, en dat waren de grappen van Eddie Murphy wél.

»Uiteindelijk heeft het nog jaren geduurd voor ik zelf de lolbroek durfde uit te hangen op een podium: ik wist simpelweg niet hoe ik eraan moest beginnen. Ik heb veel tijd verprutst – eerst met opleidingen die me niet interesseerden, later met jobs die me niet interesseerden.»

HUMO Hoe reageerden je ouders toen ze hoorden dat je comedian wou worden?

AGNEW «Die vonden dat maar niets. Ze wilden per se dat ik naar de universiteit zou gaan, dus ging ik na het middelbaar Germaanse filologie studeren, maar dat heb ik niet lang volgehouden. Het jaar erna begon ik communicatiewetenschappen aan de hogeschool, maar ook daar ben ik snel mee gestopt. Daarna ben ik aan een lerarenopleiding begonnen, en daar heeft één van de docenten tijdens het vak drama op een gegeven moment tegen mij gezegd: ‘Wat kom jij hier eigenlijk doen? Wil je voor een klas staan, of wil je een publiek?’ Ik zei: ‘Het tweede, denk ik.’ ‘Dat dacht ik al,’ zei hij. ‘Maar dan zit je hier niet op je plaats. Jij bent geen leraar, maar een entertainer.’ Het was de eerste keer dat iemand dat met zoveel woorden tegen me zei.

»Ik heb toen twee keer meegedaan aan het toelatingsexamen van Studio Herman Teirlinck, maar ik werd twee keer afgewezen. De eerste keer was terecht, want ik had het echt slecht gedaan: ik had me volkomen laten intimideren door de docenten. Daarna heb ik bij een privéleraar een jaar toneellessen gevolgd, en toen heb ik het toelatingsexamen opnieuw afgelegd. Wéér niks. De jury, onder wie Manou Kersting, zei me achteraf: ‘Je was de beste van alle kandidaten, maar je bent een komiek, en daar kunnen we in de Studio niets mee aanvangen.’ Ze waren bang dat ze me als comedian zouden verkloten als ze me een opleiding van vier jaar zouden laten volgen waar ik toch niets aan had. Ze vonden het beter dat ik mijn eigen weg zocht, hoe moeilijk dat ook zou zijn. Toen ik dat hoorde was ik erg teleurgesteld, maar achteraf gezien hadden ze gelijk.

»Ik vond toen een job als baliemedewerker in de Vlaamse Opera, en na mijn uren deed ik mee aan open podia. Ik was ervan overtuigd dat ik op een podium thuishoorde, maar ik heb lang getwijfeld of het me wel zou lukken. Tot in 2001, tijdens een open podium in een café op het Antwerpse Zuid, het publiek volledig uit zijn dak ging. Toen wist ik zeker dat ik talent had en niet alleen onder vrienden grappig kon zijn. Toen ik twee jaar later als eerste Belg het Leids Cabaret Festival won, is het hard beginnen te gaan.»

DOM, DOM, DOM

HUMO Heb je, achteraf beschouwd, het idee dat je ouders je goed hebben opgevoed?

AGNEW «Ik vind van wel. Ze hebben me goede manieren bijgebracht, en respect voor anderen. Vooral mijn vader vond dat belangrijk. Mijn zus en ik mochten niet weg van tafel voor iedereen gedaan had met eten.

»Hij had overigens weinig geduld met ons. Dat vond ik toen zeer vervelend, maar sinds ik zelf vader ben, snap ik dat beter: ik ben zelf snel geïrriteerd als het niet vooruitgaat bij mijn dochter. Ik vrees dat ik nooit in aanmerking zal komen voor de titel van Vader van het Jaar – maar ik hou héél veel van haar, hoor, en zij van mij (lacht).»

HUMO Wat heb je nog meer geërfd van je vader, behalve zijn ongeduld?

AGNEW «Hij kon erg grappig zijn. Hij hield van sarcastische, ongepolijste humor: hij zei wat hij dacht, zonder veel rekening te houden met de gevoelens van anderen. Maar hij kon alleen Britse humor pruimen. Bij ons thuis was de voertaal Engels, en er werd alleen maar naar de BBC gekeken. Mijn hele jeugd heb ik moeten horen: ‘English in this house!’ Het gevolg is dat er grote gaten in mijn Vlaamse cultuur zitten. Tv-series waar al mijn leeftijdgenoten mee zijn opgegroeid, zoals ‘Merlina’, ken ik gewoon niet. Ik ben opgegroeid met ‘Doctor Who’. Mijn vader was anti-Vlaams. Hij begreep Nederlands en hij kon het ook spreken, maar hij weigerde het consequent te doen. Hij vond het Nederlands de lelijkste taal die er was.

»Die afkeer van alles wat Vlaams en Belgisch is, heeft hij er bij mij echt ingestampt. Het heeft lang geduurd voor ik kon toegeven dat iets dat in Vlaanderen was gemaakt – een tv-serie als ‘Matroesjka’s’ of ‘In de gloria’, bijvoorbeeld – ook goed kon zijn.»

‘Ik was te verlegen om contact te zoeken met de meisjes in wie ik geïnteresseerd was, en om de één of andere reden werden zij nooit verliefd op mij.’Beeld HUMO

HUMO Zijn er dingen die je je ouders verwijt?

AGNEW «Verwijt is een groot woord, maar ik vind het jammer dat ze me nooit hebben gesteund in mijn creatieve zoektocht. Ik heb mijn weg helemaal in mijn eentje moeten zoeken.

»Ik vind het ook erg dat ze zo weinig samen met mijn zus en mij hebben gedaan. We zijn wel een paar keer op vakantie geweest met het hele gezin, maar dat was het. Ik heb met mijn dochter van vier al meer gedaan dan mijn ouders destijds met ons. En ik heb nu al een vriendschappelijke relatie met mijn dochter, bij ons thuis is dat veel later pas gekomen – mijn moeder is nu trouwens ook mijn grootste fan. Ik had toen nooit het gevoel dat ik met persoonlijke problemen bij mijn ouders terechtkon, daarvoor had ik toen mijn zus.

»Wat ik mijn vader wél verwijt, is dat hij mij als kind vaak dom heeft genoemd, omdat ik er op school niet veel van bakte. Hij zei dat ik niet deugde en niets zou bereiken in het leven. Ik was de tegenvaller van de familie, want zijn andere zoon – hoe vaak heb ik dát niet moeten horen – was hoogbegaafd. Op den duur begon ik zelf te geloven dat ik dom was. Het heeft lang geduurd voor ik besefte dat ik dat níét was, maar dat mijn interesses gewoon elders lagen.

»Hij is gestorven in 2002, vlak vóór ik als comedian doorbrak. Ik vind het erg spijtig dat hij dat niet heeft kunnen meemaken. Als ik in het Sportpaleis sta en al die mensen uit hun dak zie gaan, denk ik vaak: ‘Dit had hij wel cool gevonden.’ Hij keek geweldig op naar mensen die succes hadden en hij had het fantastisch gevonden dat ik eindelijk iets had gevonden waarin ik uitblonk.

»Het is dubbel: enerzijds verwijt ik hem dat hij me niet heeft gesteund en voortdurend zei dat ik niet goed genoeg was, maar anderzijds ben ik hem ook dankbaar, want door zijn negatieve houding heb ik een grote drive gekregen: ik wil constant laten zien dat ik iets kan, en het liefst ook dat ik de beste ben. Als mijn vader op een zachte, pamperende manier met mij was omgegaan, had ik die bewijsdrang waarschijnlijk niet gehad en wist ik vandaag nog altijd niet van welk hout pijlen te maken.»