Direct naar artikelinhoud
Website logo
televisie★★★★☆

Vanavond op Canvas: ‘Dit terzijde’ van Xander De Rycke is een krachttoer, een tackle met het gestrekte been op dood en depressie

Vanavond op Canvas: ‘Dit terzijde’ van Xander De Rycke is een krachttoer, een tackle met het gestrekte been op dood en depressie
Beeld RV

Toen Xander De Rycke vorige zomer de Capitole buitenwandelde na alweer een geslaagde voorstelling, verliet hij niet alleen een podium, maar ook Het Podium. Hij had het gehad, minstens een jaar wilde hij de microfoon op de standaard laten staan. Na vijf maanden ging hij weer schrijven, uitgedaagd en uitgelachen door het leven zelf met de allerwreedste grap van allemaal: de dag na de Capitole kreeg hij telefoon dat zijn moeder terminaal was.

Deze review verscheen origineel in Humo op 25 januari, toen De Rycke ‘Dit terzijde’ op YouTube uploadde.
‘Dit terzijde’, om 20.10 op Canvas.

De Rycke zette zich opnieuw aan het schrijven en keerde in de kerstperiode terug naar Gent. Niet naar de Capitole, maar naar De Centrale. Een zoekende man kijkt liever geen tweeduizend anderen in de ogen. Vandaar ook de oorspronkelijke, bewust vage titel ‘Een avond met Xander De Rycke’. Dat de show nu toch voor iedereen te zien of te horen is op YouTube en Spotify als ‘Dit terzijde’, is niet minder dan een geschenk.

Voor wie niet weet wat de Oost-Vlaming overkomen is, is het eerste halfuur wat Xander De Rycke altijd is en nog steeds is: de beste observatiehumor die je in Vlaanderen kan vinden. Hij gaat lekker loos over jobstudenten in de Panos, de ploerterigheid van immomakelaars en hoe hij als dertiger intens kan genieten van de app die zijn zonnepanelen monitort. In het opblazen van de alledaagse werkelijkheid tot iets geestigs kent De Rycke zijn gelijke niet. Zijn moppen zijn matroesjka-poppen die vol zitten met vondsten en vergelijkingen. Gent is niet zomaar een stad vol hipsters, het is een naar patchoeli geurend oord waar lesbiennes lepels snijden met een totebag van De Volksjury om hun nek.

Lees ook:

Otto-Jan Ham: ‘Traantjes zijn vaak gratis op tv’

De moeder van een drillrapper getuigt: ‘Ik verstop mijn keukenmessen en ga slapen met mijn handtas, anders gaat mijn zoon ermee aan de haal’

‘Goed. Mijn dode moeder.’ De Rycke verontschuldigt zich dat hij geen bruggetje heeft. Dat is niet erg. Soms moet je het leven vertellen zoals het je in de nek komt gevallen. Niet dat De Rycke met zijn moeder een vriendin verloor: hij schreef al in twee biografieën hoe ze verslaafd geraakt aan alcohol en hoe de drank haar paranoïde en gemeen maakte.

In ‘Dit terzijde’ schreeuwt hij de pijnlijke details in je gezicht. ‘Ze kakte! In een emmer! In de keuken!’ Maar lach alsjeblief, vraagt de komiek. Aan meevoelend gesis heeft hij geen boodschap. Dat treft, want ook in het tweede deel van ‘Dit terzijde’ stapelt De Rycke de sterke grappen op, alleen heeft de Panos plaatsgemaakt voor Eneco, dat er maar niet in slaagt om het contract van moeder De Rycke af te sluiten. Als Kafka op de rouwbrief staat, legt de dood je in een deuk van het lachen. Van de grote afstand tussen gul gebulder en een begrip als ‘hoogfunctionerende depressie’ maakt De Rycke een gezondheidswandeling.

Hij keert weer terug als komiek, dat staat nu vast. Hij kan niet zonder stand-up. Veel mensen kunnen trouwens niet zonder, afgaande op het gemak waarmee De Rycke tien keer De Centrale uitverkocht zonder groot plan.

Fans van Xander De Rycke hoeven zelden lang te wachten op een nieuw speeltje. In vijftien jaar tijd schreef hij twaalf zaalshows en twee best-ofs vol nieuw materiaal, niemand doet hem dat na. Wie ze allemaal achter elkaar zou bekijken, ziet hoe de 18-jarige winnaar van Comedy Casino zich heeft opgewerkt tot iemand die volstrekt zijn soms ongemakkelijke zelf is, twijfelend tussen de verwonderde blik van iemand die zelf de tomaten van tussen zijn broodje peutert en de peinzende oogopslag van een man die zijn fitnessdoelen ziet sneuvelen op de zetel van de therapeut.

‘We hebben allemaal onze overledenen’, tweette De Rycke drie dagen na de release van ‘Dit terzijde’. ‘We verwerken rouw dan weer elk op een andere manier. Jeroen Meus: teder en groots.’

Wat voor ‘Dagen zonder broer’ geldt, gaat ook op voor ‘Dit terzijde’: de show laat mooi zien hoe niemand alleen naar boven wandelt vanuit het dal dat rouw heet. De Rycke verdient het trouwe publiek dat hem steunt.

‘Dit terzijde’ is soms onaf - logisch na amper tien vertoningen -, maar net daarom de stap die hij moest zetten. Het is een krachttoer en het maakt van de komiek nog meer een natuurkracht in de Vlaamse stand-up.