Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Geboren om ons aan te passen

Koen Smets
kameleon graffiti
Een onverwachte kleine ramp geeft ons de kans om onze vindingrijkheid toe te passen en te oefenen, en er lessen uit te trekken om er nog beter in te worden. (AJP (Flickr))

Een tweetal weken geleden werd mijn leven ernstig verstoord. Ik ben al meer dan tien jaar lang een frequente (volgens sommigen zelfs constante) Twitter-gebruiker. Niet echt om te debatteren of mijn mening te verkondigen, maar om informatie te vinden en te delen, meestal over mijn vakgebied.

Bijna net zo lang gebruik ik daarvoor op mijn telefoon en tablet Tweetlogix, een zogenaamde third-party app, die perfect aansluit bij mijn behoeften. Op vrijdag de dertiende (wanneer anders?) stelde ik echter vast dat die niet meer werkte. Ik vernam al snel dat talloze andere gebruikers van zo’n app hetzelfde probleem hadden.

Twitter, dat sinds een paar maanden "onder nieuw bestuur" staat, blijkt de toegang tot hun servers voor het ophalen en plaatsen van berichten, die deze apps nodig hebben, te hebben uitgeschakeld.

Kleine verstoringen...

Zei ik werkelijk "ernstig verstoord"? Jawel, hoor. Dat is immers precies hoe het voelde. We hebben namelijk de neiging om de impact van verstoringen op te blazen, vaak ver voorbij hun werkelijke betekenis. Bijna per definitie verstoren die ons streven naar een bepaald doel, of iets waarmee we bezig zijn of dat al onze aandacht heeft.

Het effect dat ze op ons hebben is dan ook sterk voelbaar: het is erger als de televisie uitvalt bij het begin van een belangrijke voetbalwedstrijd, dan tijdens de ontbijtshow die op de achtergrond speelt. We ervaren de gevolgen ook heel erg op het moment zelf – en dat moment is allesomvattend.

We hebben maar weinig besef van de relatieve onbeduidendheid van de verstoring, niet alleen op kosmische schaal, maar ook niet op de schaal van een week, een maand of een jaar. (De neiging om gebeurtenissen te evalueren zonder rekening te houden met de langere termijn is een uiting van de present bias).

Het effect van een verstoring wordt nog verder versterkt door onze aangeboren cognitieve tendensen. Ceteris paribus is ons streven naar energiebehoud een gunstige eigenschap, die onze verste voorouders al bezaten (de anderen stierven natuurlijk uit). Dit kenmerk uit zich in de status quo bias: tenzij er een heel goede reden is om te veranderen, verkiezen we alles te houden zoals het is, want dat vergt meestal de minste mentale of fysieke energie.

Ook verliesaversie, de neiging om een verlies als intenser te ervaren dan een gelijkwaardige winst, weerspiegelt de wens om onze hulpbronnen te bewaren. Verstoringen verwijderen ons onvermijdelijk van het status quo, en gaan altijd gepaard met verlies – en we zijn niet blij wanneer dit ons wordt opgedrongen.

Objectief kleine verstoringen kunnen dus erg groot zijn. Autopech, een geannuleerde trein, geroosterde groenten die aanbranden tot houtskool wanneer we gasten verwachten, een waterlek, onze favoriete koekjes die niet meer worden geproduceerd – je kunt beslist nog meer voorbeelden bedenken die net zo vervelend zijn, zo niet nog irritanter.

Verstoringen hebben echter ook positieve kanten. Ze nemen niet alleen weg; ze kunnen ook geven. Een defecte auto of een uitgevallen trein leveren ons onvoorzien wat extra tijd terwijl we wachten op de pechdienst of op de volgende trein, die we vaak goed kunnen gebruiken.

Een onverwachte kleine ramp geeft ons de kans om onze vindingrijkheid toe te passen en te oefenen, en er lessen uit te trekken om er nog beter in te worden. Hoe kunnen de eetbare resten van de groenten toch nog worden gered? Wat kunnen we nog meer bij het hoofdgerecht serveren? De schade van het waterlek kan de broodnodige aanleiding zijn om dat versleten tapijt te vervangen door een nieuwe vloerbedekking, en dankzij het verdwijnen van één soort koekjes hebben we er nog betere ontdekt, die we anders nooit zouden hebben geproefd.

Een treffende illustratie vinden we in een studie van Shaun Larcom en collega's van de London School of Economics. In 2014 vond een tweedaagse staking van de Londense metro plaats, waarbij sommige stations wel en andere niet gesloten bleven. Dat verstoorde het woon-werkverkeer van miljoenen mensen, van wie velen gedwongen werden alternatieve routes te zoeken om van en naar het werk te komen.

Dankzij het contactloos toegangsmechanisme in de tube konden de onderzoekers gegevens over de reispatronen voor en na de staking analyseren. Ongeveer 5% van de pendelaars bleek daaruit na de staking permanent een andere route te zijn gaan gebruiken, nadat ze tijdens de staking een efficiënter alternatief hadden ontdekt.

"In normale omstandigheden experimenteren mensen te weinig", noteerden de auteurs – een verstoring kan ons in aanzetten tot experimenteren, onze creativiteit aanwakkeren of ons gewoon de ervaring geven van een alternatief dat we anders nooit zouden hebben ervaren.

...en grote verstoringen

Kleine verstoringen kunnen aanvoelen als veel grotere drama’s, maar de lange schaduw die grote verstoringen vooruitwerpen is meestal wel een nauwkeurige weerspiegeling van hun werkelijke effect. Verhuizen uit onze vertrouwde omgeving, onze baan kwijtraken, een ledemaat verliezen, een geliefde die overlijdt... dergelijke ontwrichtende gebeurtenissen hebben beslist een grote impact.

Maar ook al overschatten we hier niet hun gevolgen, we onderschatten vaak wel hoe goed en hoe snel we ons zullen aanpassen. Toen ik met mijn gezin naar het Verenigd Koninkrijk verhuisde, misten we naast onze familie en vrienden die we achterlieten, ook veel vaderlandse zaken, van favoriet eten en drinken tot radio- en tv-programma's.

De ontwrichting had niet groter kunnen zijn dan voor mijn oudste dochter (toen 5), die aan het eerste jaar van de lagere school moest beginnen zonder meer dan een handvol woorden Engels te kennen (ondanks mijn inspanningen, met de hulp van Richard Scarry). Toch sprak ze tegen Kerstmis vloeiend Engels en was ze net zo happy als haar klasgenootjes.

Sommige mensen die ontslagen worden maken van de gelegenheid gebruik om met succes een bedrijf te beginnen, of van carrière te veranderen. Uit een studie van gedragseconomen Andrew Oswald en Nick Powdthavee van de Universiteit van Warwick blijkt dat mensen die een amputatie hebben ondergaan, hoewel ze doorgaans niet helemaal terugkeren naar hun oude welzijnsniveau, al snel 30-50% terugkrijgen van het aanvankelijke verlies aan welbevinden onmiddellijk na de ingreep. En de meeste mensen komen het verlies van een dierbare uiteindelijk te boven.

We zijn, zo blijkt, voorzien van twee tegengestelde, maar complementaire superkrachten. Aan de ene kant geven we er van nature de voorkeur aan vast te houden aan wat we hebben (omdat dat verspilling van schaarse middelen voorkomt). Anderzijds hebben we een opmerkelijk vermogen om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden en situaties, wanneer het niet mogelijk is om het status quo te handhaven of ernaar terug te keren (bijvoorbeeld omdat elke poging daartoe op zich al een verspilde moeite zou zijn).    

Beide processen worden ogenschijnlijk geleid door de vergelijking van onze huidige toestand met een andere toestand. Aanvankelijk is die andere toestand het vroegere status quo dat, precies omdat het om het status quo gaat, te verkiezen is – en we worden er weer toe aangetrokken. (Dit proces is verwant aan het handhaven van homeostase in de biologie, het algemene fysiologische proces dat een stabiele “regimetoestand" handhaaft).

Wanneer een terugkeer naar ons vorige status quo niet haalbaar of niet wenselijk is, ontstaat uiteindelijk een nieuwe status quo. Na verloop van tijd sterven de echo's van een verstoring, groot of klein, uit, en vinden we een nieuw evenwicht.

Gewenning speelt hierbij zeker een rol (we wennen beetje bij beetje aan iets nieuws, door voort te bouwen op onze gewenningstoestand van gisteren), maar beslist ook een aanpassing van de hiërarchie van wat we belangrijk vinden, die onze keuzes en ons gedrag beïnvloedt. Het is alsof we leven volgens het advies dat Stephen Stills gaf in zijn liedje uit 1969: als we niet kunnen zijn bij degene van wie we houden, leren we te houden van degene bij wie wel we zijn.

En zo was het ook met mij en het verlies van mijn oude Twitter-app. Ik hoop nog stiekem dat hij ooit terugkomt, maar ondertussen heb ik een andere routine ontwikkeld. En al mis ik nog steeds een deel van de functionaliteit van de oude app, mijn nieuwe routine blijkt ook een aantal voordelen te hebben. Geef me nog een week of twee, en ik zal mijn nieuw status quo gevonden hebben.

Omdat ik geboren ben om me aan te passen (en dat zijn we allemaal).

LEES OOK
Koen Smets / 15-12-2023

Gedragsverandering op wereldschaal

Gedragsverandering op grote schaal is een lastige uitdaging.
global cooperation
Koen Smets / 06-01-2023

De meest genereuze interpretatie

Welk anker, welk referentiepunt nemen we om prijzen, intenties of gedragingen in te schatten?
anker strand
Koen Smets / 09-12-2022

Waarom ik niet ga opgeven

Opgeven is een onderschatte beslissing, maar soms is het toch zinvol door te gaan.
piano