Onderwijs

Willen de onderwijsnetten meer samenwerken? ‘Ja, maar ...’

Themabeeld.© Bart Dewaele

Scholen kunnen efficiënter werken als er meer wordt samengewerkt over de onderwijsnetten heen, opperde De Standaard in een analyse van het lerarentekort. ‘Dat gebeurt al’, reageren de onderwijsnetten. Zij ijveren voor een grondige herdenking van de onderwijsorganisatie, waarbij scholen een flexibeler personeelsbeleid kunnen voeren.

Max De Moor

‘Er zijn geen leraren te kort en toch is er een lerarentekort.’ Met dat zinnetje zette deze krant vrijdagochtend een merkwaardige paradox in het onderwijs in de verf. Het aantal personeelsleden in het Vlaamse onderwijs stijgt en blijft stijgen, maar desondanks vinden verschillende scholen onvoldoende leerkrachten om voor de klas te staan. De verzuiling van het onderwijs leidt ertoe dat door scholen van verschillende onderwijsnetten soms identieke opleidingen worden aangeboden op een boogscheut afstand van elkaar. Die klassen zouden samengevoegd kunnen worden, suggereerde onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven).

GO!-onderwijs

Zijn de onderwijsnetten daartoe bereid? Het GO!-onderwijs zegt alvast voorstander te zijn van verdere samenwerking. ‘Op veel vlakken gebeurt dat al’, zegt afgevaardigd bestuurder Koen Pelleriaux. ‘In de grote steden werkt het GO! op diverse vlakken samen met de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG).’ Tegelijk wijst hij ook op de onderwijsvrijheid. Die is vastgelegd in de grondwet. ‘De grondwetgever heeft ervoor geopteerd om ouders de keuze te laten tussen verschillende pedagogische projecten die grondig van inhoud verschillen.’ Met andere woorden: de leerplannen zijn niet onderling inwisselbaar en dat hoort gerespecteerd te worden.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen

‘Deze discussie wordt niet voor het eerst gevoerd. Ook vroeger leefde dit debat, werden voorstellen geformuleerd, en vervolgens kansen gemist’, merkt het Katholiek Onderwijs Vlaanderen op in een persbericht. ‘Scholen en directies botsen voortdurend op systeemfouten. Als we daar iets aan willen veranderen, moeten we het onderwijs grondig herdenken en niet bij punten en komma’s blijven steken’, stelt directeur-generaal Lieven Boeve. Bovendien zouden cijfermatige vergelijkingen met het buitenland volledig voorbijgaan aan de lokale context.

Het katholiek onderwijs pleit liever voor meer bewegingsvrijheid onder leerkrachten. Nu hangen ze nog vaak aan één individuele school vast, maar door ze toe te wijzen aan een schoolbestuur zou er meer mobiliteit moeten ontstaan, waardoor beginnende leerkrachten makkelijker aan een fulltime geraken. Dat zou deel moeten uitmaken van de bredere ‘new deal’ in het onderwijs waarvoor het Katholiek Onderwijs Vlaanderen al langer ijvert. Die zou het ook mogelijk moeten maken om breder te rekruteren. De vereiste diploma’s voor schoolpersoneel zouden daarin herbekeken kunnen worden.

Het katholieke onderwijsnet betreurt ook dat de vorige regering niet sterker heeft ingegrepen op het aantal studierichtingen. Dat aantal werd van 500 teruggeschroefd tot 400, een veel minder grote daling dan gepland na uitgebreid lobbywerk.

OVSG

Walentina Cools, algemeen directeur van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG), beaamt dat ‘de school de sleutels in handen moet krijgen om een flexibel personeelsbeleid te voeren’. Ze vindt het wel een interessante piste om niche-opleidingen over de netten heen te beperken in aantal. ‘Daar willen we zeker voor samenwerken’, klinkt het.

Kabinet-Weyts

Het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts reageert dat samenwerkingen over de netten heen in de toekomst vaker zullen plaatsvinden. Maar tegelijk benadrukt woordvoerder Michaël Devoldere dat ‘wonderoplossingen’ niet bestaan. ‘De onderwijsvrijheid staat gebeiteld in de grondwet.’ Daardoor is het ‘onvermijdelijk’ dat soms dezelfde richtingen worden aangeboden door scholen van verschillende netten, ‘soms zelfs in dezelfde straat’. Maar de huidige regelgeving zou wel al beletten dat scholen niet overal een nieuwe studierichting kunnen opzetten, stelt hij.

‘Bovendien krijgen scholen geen geld op basis van het aantal klassen, maar op basis van het aantal leerlingen. Daardoor snijden scholen met kleine klassen in zekere zin in hun eigen vel. Financieel is het interessanter om grotere klassen te hebben’, zegt woordvoerder Michaël Devoldere nog. Katholiek Onderwijs Vlaanderen spreekt dat tegen. ‘Vandaag krijgen scholen verhoudingsgewijs minder middelen wanneer ze meer leerlingen aantrekken. Zo wordt schaalgrootte afgestraft en het verveelvoudigen van scholen en aanbod aangemoedigd.’