Direct naar artikelinhoud
InterviewRegisseur Charlie Dewulf

‘Vroeger wilde ik een Oscar, nu vooral balans’: Charlie Dewulf verloor beide ouders aan zelfdoding

Charlie Dewulf: ‘Natuurlijk heb je een luisterend oor nodig, maar de verantwoordelijkheid om te praten moet je zelf nemen. Dat is wat mijn ouders niet deden.’Beeld Damon De Backer

Hoe ga je verder als je in twee maanden tijd je beide ouders verliest aan zelfdoding? Dankzij therapie kwam regisseur Charlie Dewulf (28), gisteren te zien in De slimste mens ter wereld erdoor. Lees hier het interview dat we in januari publiceerden, naar aanleiding van hun fictiereeks Liefdestips aan mezelf. ‘Mensen stellen te weinig hun grenzen in de filmwereld.’

Het lijkt allemaal zo gewoon: ik neem de trein naar Gent, bel aan bij ­Charlie Dewulf en word met een brede glimlach verwelkomd. We nemen plaats aan de keukentafel, drinken koffie en thee, en praten meer dan twee uur lang. Het is het meest normale verloop dat een interview kan hebben. Alleen is normaal in het geval van ­Dewulf allesbehalve normaal. De non-binaire regisseur verloor in 2022 hun beide ouders aan zelfdoding: moeder stapte in juli uit het leven, vader in september.

In die omstandigheden is het een wonder dat Dewulf nog kan glimlachen, nog gezellig aan de keukentafel kan zitten, hun gevoelens nog in volzinnen vertaald krijgt. En meer nog: dat die dit weekend hun nieuwe webreeks Liefdestips aan mezelf voorstelt op Filmfestival Oostende. Op de een of andere manier vond Dewulf het afgelopen jaar de kracht om deze adaptatie van Sylvia Van Driessches jeugd­roman af te werken.

Nood aan een gesprek?

Praten helpt, dat kan bij Tele-Onthaal: bel 106 of ga naar de website tele-onthaal.be.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be

Dat Dewulf overeind blijft, betekent niet dat die de pijn wegduwt of ontkent. Meteen na ons gesprek staat een afspraak gepland bij hun ­EMDR-therapeut, die helpt bij het verwerken van traumatische ervaringen. “Ik was al voor de dood van mijn ouders met EMDR-therapie begonnen”, zegt Dewulf. “In het najaar van 2021. Toen had ik een soort van burn-out, doordat ik weer maar eens veel te hard had gewerkt. En in diezelfde periode was Kobe, de man van een goede vriendin van me, gestorven aan kanker. Toen besloot ik om intensiever in therapie te gaan: ik wilde stoppen met mezelf de hele tijd zo kapot te maken, en ontdekken waar die zelfdestructieve neiging vandaan kwam. Bovendien had ik drie jaar geleden, toen ik mijn coming-out deed als non-binair persoon, suïcidale gedachten gehad − ook al durfde ik dat toen nog niet zo te benoemen. Dus toen ik in september 2021 met een burn-out zat, was ik heel bang dat die donkere gedachten gingen terugkomen.”

Tot welke inzichten bracht therapie u?

“Ik heb veel bijgeleerd over mijn jeugdtrauma’s. Ik zag mijn ouders graag, en ze hebben veel goede dingen gedaan voor mijn broer en mij. Maar toch zat er bij ons thuis iets niet juist. Mijn mama kon moeilijk over haar emoties ­praten, en werd soms afstandelijk tegenover ons als wij dat wel deden.

“Mijn papa was dan weer een heel ongeduldige mens. Hij kon niet veel verdragen en vloog snel uit − naar mij alleen verbaal, naar mijn broer soms ook fysiek. Ik ben dus opgegroeid met twee onvoorspelbare ouders op wie ik emotioneel moeilijk kon vertrouwen. Daardoor probeer ik nu nog steeds constant op alles te anticiperen en iedereen te vriend te houden, uit angst om plots weggeduwd te worden.

“Door al het fijne dat mijn ouders voor ons deden − ze zorgden ervoor dat we materieel niets tekortkwamen en naar school konden, mijn mama reed me naar al mijn hobby’s... − durfde ik heel lang het slechte niet te erkennen. Dat maakte me ziek en gaf me paniekaanvallen. Nu kan ik dat eindelijk benoemen.

'Als ik doe ­alsof de scheuren niet ­bestaan, wordt de donkerte in mij opstandig.’Beeld Damon De Backer

“Mijn ouders hadden ook allebei een fucked-­up verhouding met grenzen. Mijn papa had een reclamebureau, hij was dus heel ­creatief. Daar had ik vaak veel aan, maar soms ging hij te ver in zijn feedback. Toen ik de korte film aan het monteren was waarmee ik mijn toelatingsproef aan het RITCS ging doen, begon hij op te sommen wat hij er allemaal niet goed aan vond, en wat ik volgens hem moest ­veranderen.

“Ik kon me vinden in enkele van zijn opmerkingen, maar bepaalde zaken wilde ik niet aanpassen. Toen barstte papa in woede uit en schreeuwde hij dat hij me nooit meer zou helpen. Waarna ik dan toch maar plooide, en met hem naast mij al die aanpassingen deed. Dat heeft mij geleerd om mijn grenzen niet te respecteren. Want als ik een grens stelde, stond daar altijd agressie tegenover. Dat draag ik nog altijd mee. Ik denk vaak dat mensen gigantisch boos zullen zijn als ik iets niet wil doen.”

Gaf therapie u ook de nodige tools om met de zelfdoding van uw ouders om te gaan?

“Absoluut. Therapie heeft me gered. Een voorbeeld: tijdens een sessie waarin ik focuste op die angst voor suïcidale gedachten, duwde mijn therapeut een blok papier in mijn handen zodat ik mijn gevoelens kon tekenen. Dat doe ik sindsdien vaak. Het helpt me echt om bepaalde emoties letterlijk uit mijn lijf te krijgen. Toen mijn papa in januari 2022 zijn eerste suïcidepoging deed, had ik dus al heel wat manieren gevonden om daarmee om te gaan. Anders was ik waarschijnlijk in een zwart gat gevallen.”

Dewulf schuift een schetsboek met zwarte kaft onder mijn neus en laat me erin bladeren. De inhoud schippert tussen artwork van een claustrofobische Radiohead-plaat en storyboards voor een filmsprookje van Guillermo Del Toro. Grillige lijnen, expressief rood en zwart, maar ook zachtere tekeningen van gebroken figuren wier diepe wonden versierd zijn met gezellige kerstlichtjes.

“Wanneer ik mediteer,” legt Dewulf uit, “scan ik heel mijn lijf en kijk ik of er dingen kapot voelen. De scheuren die ik zag, probeerde ik aanvankelijk te helen, weer op te vullen. Maar op een bepaald moment besefte ik: het feit dat er stukken uit me weg zijn, dat gaat nooit veranderen. Dat komt door dingen die ik heb meegemaakt, die traumatisch waren. Maar dat maakt mij ook tot wie ik ben. Het maakt me empathisch. Het zorgt ervoor dat ik regisseur ben, en altijd felle kleuren draag. Het is allemaal deel van mijn persoonlijkheid. Ik mag dus niet doen alsof die scheuren niet bestaan. Want dan wordt de donkerte in mij opstandig.”

Uw vader deed zijn eerste suïcidepoging in januari 2022. Hoe voelde het om ondertussen aan Liefdestips voor mezelf te werken?

“Het was vrij absurd om deze reeks te maken tijdens het hele proces dat mijn ouders doormaakten. Tussen januari en mei 2022 waren we het scenario nog aan het herschrijven, en in mei begonnen we te draaien. In die periode heeft papa drie suïcidepogingen gedaan, en werd mijn mama − net zoals de mama van het hoofdpersonage in de reeks − opgenomen in een psychiatrisch centrum.

“In de reeks komt suïcide ook aan bod, en het toeval wil dat ik die aflevering net aan het monteren was op 8 september, de dag dat papa echt uit het leven stapte...

BIO

• geboren in 1994 in Menen • studeerde aan het RITCS in Brussel • regisseur, scenarist en verhalenverteller op sociale media en tv, vooral ge­richt op kin­de­ren en jongeren • onder meer bekend van projecten als Eefje Donkerblauw, de korte film Ampersand en de webreeks brak • oprichter van MACKY (Media & Audiovisual Creatives for Kids and Youth)  

“’s Morgens kreeg ik een berichtje van hem: ‘Ik ben aan het ijsberen in huis, ik voel me weer niet goed en denk aan suïcide. Heeeelp!’ Ik was perplex, wist niet wat te doen. Mijn broer had nog geprobeerd om papa te bereiken, maar die nam al niet meer op. Ik schakelde dus een vriend van papa in om te gaan aanbellen, en belde de politie. Na enkele uren radiostilte ­belde mijn tante me met de boodschap dat er problemen waren in Menen, en dat we naar huis moesten komen.”

Besefte u toen meteen dat uw vader dood was?

“Ja, want het zinnetje dat mijn tante aan de telefoon uitsprak, was exact hetzelfde als wat we te horen kregen toen mama stierf... (zwijgt) Ik word heel emotioneel als ik daaraan terugdenk, want bij mama was het nog veel heftiger. Haar suïcide hadden we echt niet zien aankomen. Het gebeurde in juli, vlak nadat we de opnames van Liefdestips hadden afgerond. We hadden vrijdagnacht gedraaid, tot 7 uur ’s morgens. Bij thuiskomst ging ik meteen slapen, en die avond was er nog de wrap party. Daardoor ben ik mijn mama vergeten te bellen, dat vind ik nog altijd supererg...

“De ochtend na het feestje werd ik wakker gebeld door mijn nonkel. En toen we in Menen aankwamen, vroegen mijn broer en ik allebei meteen: ‘Is papa dood?’ Maar het was dus mama... (krijgt tranen in de ogen) Dat blijft zwaar. Vooral omdat mama altijd degene was die zei: ‘Er is een oplossing voor alles. Altijd.’”

Had ze aangegeven dat het slecht met haar ging?

“Nee. Het was vooral papa die de hele tijd zei dat hij zich niet goed voelde. Het was heel vermoeiend om in die periode bij hem te zijn. Omdat hij geen hulp aanvaardde. Hij wilde ­gewoon een pilletje dat alles direct zou weg­nemen. Maar zo werkt het niet.

“In februari hadden we met mama nog gebruncht hier bij mij thuis, om te bespreken hoe we het gingen doen met papa. Toen raadden mijn broer en ik haar aan om ook in therapie te gaan, omdat het voor haar toch ook heel heftig was om dit mee te maken. Maar zij zei: ‘Nee, het komt allemaal wel in orde.’ (zucht)

“Ik denk vaak: misschien had ik mama wel kunnen redden? Maar die gedachte probeer ik dan snel weer los te laten. Misschien had mijn hulp haar suïcide nog met een maand of twee kunnen uitstellen, maar meer niet. Ik denk dat ze zelfs vóór die laatste, uitputtende maanden met papa ook al op haar limiet zat. Omdat ze uit haar opvoeding geleerd had dat ze altijd maar moest geven, en haar grenzen niet kon afbakenen.

“Mijn tante en oma waren de laatste maanden heel goed voor haar aan het zorgen. Maar het hielp niet. Mama heeft op een dag de was ingestoken, ze is naar de garage gegaan, en is daar uit het leven gestapt. Absurd.”

Hoe komt het dat uw ouders nooit de tools vonden om met hun mentale problemen om te gaan, en u wel? Is dat puur een generatieverschil?

“Voor een stuk wel, denk ik, want er wordt in mijn generatie veel meer gepraat over therapie. Maar daarnaast denk ik ook dat het motto van mijn mama − ‘er is een oplossing voor alles’ − mij erdoor heeft geholpen. Ook al geloofde zij het uiteindelijk zelf niet meer, ze heeft dat er bij mij wel stevig ingepeperd. Er is altijd een oplossing, hoe donker het ook is.

“Eind december 2019 voelde ik me zo slecht dat ik niet meer diep kon inademen. Ik was dat zo beu dat ik simpelweg begon te googelen. Ik ontdekte dat ik chronisch hyperventileerde, en zo kon ik dat probleem aanpakken. Dat heeft voor een klik gezorgd. Die dag heb ik voor ­balans gekozen.

“Nu, ik denk ook gewoon dat mijn ouders zelf opgevoed zijn door heel getraumatiseerde mensen, die hun moeilijk de nodige tools konden aanreiken om zichzelf te redden. Al mijn grootouders hebben zeer traumatische dingen meegemaakt − auto-ongevallen, een oorlog − en zijn daar nooit voor in therapie kunnen gaan.

“Mijn broer en ik hebben ons daar een beetje van kunnen afscheuren, en dat is toch deels te danken aan de ondersteuning van onze ouders. Onze relatie met hen was soms moeilijk, maar ze hebben ons wel altijd gesteund in onze creatieve uniciteit. We mochten anders zijn, en dat heeft me misschien ook geholpen om de keuze te durven maken om in therapie te gaan.”

‘De suïcide van mama hadden we echt niet zien aankomen. Zij was degene die altijd zei: ‘Er is een oplossing voor alles.’’Beeld Damon De Backer

Het valt nauwelijks te vatten hoe nauw Liefdes­tips aan mezelf, een project waaraan Dewulf al vijf jaar geleden begon te werken, aansluit bij hun huidige situatie. In de reeks zien we hoe de zeventienjarige Olivia (rol van Gloria Monserez) noodgedwongen bij haar afwezige vader en diens nieuwe gezin intrekt, omdat haar moeder mentaal niet meer in staat is om voor haar te zorgen.

Het is een fleurige serie over tienerliefde, die zich weliswaar afspeelt tegen een donkere achtergrond: in de loop van de acht afleveringen komt het thema mentaal welzijn steeds meer bovendrijven. “Het is absurd hoe dicht het ­verhaal van de reeks uiteindelijk aansloot bij wat mij overkwam terwijl ik ze maakte”, zegt ­Dewulf. “Misschien moet ik de volgende keer een reeks maken over iemand die een grote zak geld krijgt.”

Meer nog dan over kalverliefde gaat Liefdestips over het belang van praten over je problemen.

“Juist. Toen ik aan het project begon, dacht ik nog dat de boodschap was dat je iemand nodig hebt die naar je luistert. Maar door wat er intussen allemaal gebeurd is, heb ik begrepen dat je de verantwoordelijkheid om te praten zelf moet nemen. Dat is precies wat mijn ­ouders niet deden. En daarom konden mijn broer en ik hen niet helpen.

“Ik hoop natuurlijk dat mensen die de reeks zien zich ook aangemoedigd zullen voelen om te praten. Dat is de bedoeling. We proberen expliciet bepaalde tools te benoemen. Mijn schetsboek dat je daarnet gezien hebt bijvoorbeeld: in de reeks tonen we heel concreet dat dat een hulpmiddel kan zijn. En in een kort filmpje na de laatste aflevering leg ik zelf uit wat mij overkomen is, en roep ik de kijker op om te praten.

“Als je telkens steentjes verdriet in je rugzak blijft bijsteken, wordt die te zwaar. Door met iemand over je problemen te praten, gooi je elke keer zo’n steentje weg. Het is zo jammer dat het in de Vlaamse cultuur ingebakken zit om alles binnen te houden...”

Ik blijf het onwaarschijnlijk vinden dat u deze reeks hebt kunnen schrijven, draaien en monteren in zulke tragische omstandigheden. Hebt u nooit getwijfeld of u dat wel aankon?

“De dood van mama viel samen met het einde van de opnames, dus daarna had ik sowieso twee weken vakantie. Die heb ik nodig gehad om de begrafenis te regelen en even op adem te komen. Toen ik daarna aan de montage wilde beginnen, sloeg de twijfel wel even toe. Een week lang vroeg ik me af waar ik mee bezig was, en of ik eigenlijk nog wel zo hard wilde werken. Maar dat kwam vooral omdat ik toen mijn routine nog niet gevonden had.

“Na een tijdje leerde ik dat ik ’s morgens en ’s middags moest mediteren, en dat ik in de auto moest huilen of roepen. Afhankelijk van mijn gevoel zette ik dan triestige of kwade muziek op, en kon ik er alles uit laten. Mensen die mij op de snelweg passeerden, moeten raar opgekeken hebben. (lacht) Maar in die eerste week waren al die emoties er tegelijkertijd, en moest ik ze onderdrukken om te kunnen werken. Later, toen ik mijn routine had gevonden, was het omgekeerd: werken hielp me, juist omdat ik mijn gevoelens direct in de reeks kon ­steken.

“Na de dood van papa heb ik ook weer een week lang de begrafenis geregeld, maar daarna ben ik meteen weer aan het werk gegaan. Omdat ik ook gewoon heel kwaad was. Dat werk is iets wat mij echt gelukkig maakt, en ik wilde niet dat dat van me werd afgenomen door mijn ouders − doordat zij niet voor zichzelf konden zorgen, en geen hulp aanvaardden.”

Een fictiereeks maken over het belang van mentaal welzijn is nobel, maar in zekere zin ook paradoxaal. Film- en tv-sets staan bekend als stresserende plekken, waar lange werkdagen en te krappe budgetten de regel zijn, en mindfulness niet al te hoog op de prioriteitenlijst staat. Werken in deze sector gaat dan ook vaak ten koste van de mentale gezondheid.

In 2020 en 2021 bracht een grootschalige ­studie in het Verenigd Koninkrijk de impact in kaart. Het leverde ontluisterend cijfermateriaal op. Zo bleek dat 64 procent van de mensen in de filmindustrie ooit al te maken kreeg met depressie, tegenover 42 procent van de algemene bevolking. Meer dan de helft (55 procent) overwoog ooit al uit het leven te stappen, tegenover een vijfde van de algemene bevolking. En last but not least: slechts 10 procent van de geënquêteerden vond de filmindustrie een mentaal gezonde werkplek.

'Er moet veel veranderen in onze sector. We moeten mensen vooral aanmoedigen om aan zichzelf te werken.'Beeld Damon De Backer

Dewulf knikt instemmend wanneer we hun de cijfers voorleggen. “Ik denk enerzijds dat onze sector vol zit met mensen die heel erg gezien willen worden, wat misschien komt doordat ze in hun jeugd op een bepaalde manier niet gezien werden. Maar dat is een recipe for disaster, want er zijn uiteindelijk maar heel ­weinig mensen die echt gezien worden en ­bevestiging krijgen.

“Anderzijds merk ik ook dat er veel mensen in deze industrie werken die nooit geleerd hebben om hun grenzen aan te geven. Ik moet heel vaak uitdrukkelijk zeggen tegen mensen met wie ik werk − ook tegen acteurs: ‘Zeg het me alsjeblieft als je iets niet wilt doen. Je moet het niet voor mij doen.’ Maar veel mensen hebben geleerd dat nee zeggen niet oké is.”

Hoe kan het beter?

“Er moet veel veranderen in onze sector. We moeten mensen vooral aanmoedigen om aan zichzelf te werken. Het is niet genoeg om tegen je ploeg te zeggen: ‘Je moet minder werken’, om dan vervolgens toch pas om 21 uur ’s avonds een callsheet uit te sturen. Ik maak me daar zelf ook nog schuldig aan. Maar met Potemkino, het productiehuis waarvoor ik werk, proberen we wel systematisch te tonen dat het oké is om je grenzen aan te geven. Ik zeg bijvoorbeeld vaak: ‘Ik ga nu twee dagen niet werken, want als ik dat wel zou doen, ben je mij voor een week kwijt.’ Ik probeer daar heel open over te communiceren op de set, om te tonen dat het ook anders kan.”

Gezond, maar is dat ook een houdbare ­aanpak? Film en tv zijn dure machines met vele radertjes: als iemand niet komt ­opdagen, valt de machine stil, en dat kost handenvol geld.

“Ja, maar er zijn altijd oplossingen. Vroeger wilde ik dat niet zien: het voelt fijn om te denken dat je onmisbaar bent... Maar eigenlijk is iedereen perfect misbaar. Als ik twee dagen niet werk, kan mijn eerste assistent het even overnemen. En als het uiteindelijk enkele duizenden euro’s meer kost, tant pis. Dan vind je de week daarna wel iets anders dat je kunt schrappen. Niets is iemands mentale gezondheid waard.

“Na het overlijden van mama heb ik even getwijfeld: ben ik mentaal wel sterk genoeg om in zo’n heftige sector te werken? En uiteindelijk besloot ik: ja, want ik wil kunnen tonen dat het ook anders kan. Ik geloof daar écht in. Ik ga zelf nog veel fouten maken, en waarschijnlijk nog soms te veel verwachten van de mensen met wie ik werk. Maar ik wil wel heel hard leren en proberen om de dingen te veranderen.”

Zal het niet altijd verleidelijk blijven om toch in overdrive te gaan, als uw werk ook uw passie is? Tijdens de postproductie van Liefdes­tips postte u een Instagram-story waarin u om twee uur ’s nachts nog met uw ploeg aan de mix aan het sleutelen was.

“Dat klopt, maar dan zeg ik ook tegen die mensen dat ze daarna enkele dagen niet mogen komen werken. Maar ik ga het in de toekomst wel beter kaderen, als ik nog eens zoiets op sociale media post. Want het kan de indruk wekken dat ik een ongezond werkritme wil promoten. Het wordt nog te vaak als een verdienste gezien als je extreem veel uren klopt. Maar ik ben veel productiever als ik ’s morgens tot 11 uur kan mediteren en tekenen, en daarna vier uur heel gefocust kan werken, dan wanneer ik de hele dag aan de slag ben. Tijdens de postproductie van Liefdestips, en zelfs op de set, heb ik elke middag gemediteerd en getekend. Mensen wisten dat ik daar de tijd en ruimte voor nodig had.”

Charlie Dewulf. Gent, januari 2023.Beeld Damon De Backer

Maar zal u dat begrip altijd blijven krijgen? Ook wanneer deze uitzonderlijke omstandigheden al wat verder in het verleden liggen?

“Als dat niet zo is, zijn dat geen mensen met wie ik wil werken. Want ik wens dit niet alleen voor mezelf, maar voor heel mijn ploeg. Ik ben echt afgestapt van het idee dat ik vooral naar een eindresultaat moet toewerken. Vroeger wilde ik heel graag een Oscar winnen. Maar ik heb intussen gemerkt dat succes en aandacht te vluchtig zijn om je geluk eraan op te hangen. Balans, dat is nu mijn hoofddoel. Uitzoeken hoe ik het maakproces zo veilig en zo gezond mogelijk kan maken voor iedereen.

“Onlangs zag ik dat KRC Genk een prikkel­arme ruimte heeft gecreëerd voor fans met ­autisme. Zouden we zoiets ook niet op de set kunnen voorzien? Ik kijk ernaar uit om verder na te denken over dat soort ideeën, eventueel in samenwerking met het Vlaams Audiovisueel Fonds.”

Ook op de première van Liefdestips aan mezelf, zondagavond op Filmfestival Oostende, wil Dewulf hun balans bewaken: “Ik probeer niet te hopen dat de reeks een succes wordt, want dat is een valkuil. Ik probeer het los te laten. Ik wil zondag vooral focussen op het feit dat daar allemaal mensen samenkomen die ik heel graag zie, en dat dat mijn doel is: vier afleveringen van de reeks delen met al die mensen. En ik zal natuurlijk ook stilstaan bij de mensen die er niet bij zullen zijn: Kobe, en mijn twee ­ouders. Ik wil het verlies die avond benoemen. ik wil het aandacht geven, en tegelijk ook aandacht geven aan al het positieve.”

Liefdestips aan mezelf, première 29 januari, Filmfestival Oostende. Vanaf dan ook te zien op GoPlay.be.

Denk je aan zelfmoord en wil je met iemand praten, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813, via de chatdienst of via www.zelfmoord1813.be.