Direct naar artikelinhoud
InterviewKinderopvangcrisis

‘Zelfs in een goede crèche is er geen marge om iets kleins dat misgaat op te lossen’

Laura Joosten uit Mechelen is moeder van twee dochters: “Zelfs in een goede crèche met gepassioneerde verzorgers is er geen marge om iets kleins dat misgaat op te lossen.”Beeld Wouter Van Vooren

Voor duizenden medewerkers uit de kinderopvang is de maat vol. Tijdens een nationale betoging trekken ze vandaag dinsdag door de straten van Brussel om te pleiten voor een lagere werkdruk en een beter loon. De actie krijgt steun van heel wat jonge ouders. ‘Als er morgen iets met mijn kind gebeurt, begrijp ik dat.’

“In de crèche van mijn oudste dochter kreeg ik te horen dat ik best al een plek op de wachtlijst kon reserveren wanneer we zouden beslissen om voor een tweede kind te gaan.” Als moeder van twee dochters (twee en vijf jaar oud) beleeft Laura Joosten de crisis in de kinderopvang vanop de eerste rij.

Ze is enthousiast over de hardwerkende verzorgers die in de Mechelse crèche ’t Spreeuwennestje voor haar jongste telg klaarstaan, maar het systeem waarin zij werken, draait heel wat minder soepel. Vorig jaar registreerde het Agentschap Opgroeien meer dan 550 meldingen van personeelstekort in de sector. De uitbaters van ’t Spreeuwennestje kampen eveneens met problemen om medewerkers te vinden én te behouden, waardoor Joosten regelmatig bericht krijgt dat haar dochter niet opgevangen kan worden. “Zelfs in een goede crèche met gepassioneerde verzorgers is er geen marge om iets kleins dat misgaat op te lossen.”

Parlement

Sinds de dood van een kind van zes maand in kinderopvang ‘t Sloebertje nu bijna een jaar geleden, kwam de crisis in de sector pas echt aan de oppervlakte. Ondanks een parlementaire onderzoekscommissie, die vooral focuste op meer controle en preventie, bleven structurele oplossingen voor het personeelstekort uit. De sector trekt daarom aan de alarmbel. Kinderbegeleiders en hun sympathisanten verzamelen vandaag dinsdag in Brussel om samen met de rest van de non-profitsector tegen het personeelstekort en de hoge werkdruk te protesteren. De vakbonden verwachten 12.000 actievoerders.

Ze krijgen de steun van heel wat ouders. Al weken wonen mensen met jonge kinderen het vragenuurtje in het parlement bij, velen van hen zullen dinsdag bij de aanwezigen zijn. Joosten nam ook een dag vrij om mee te protesteren, tot ze hoorde dat de begeleiders van haar dochters zelf naar Brussel zouden trekken en dus geen opvang had.

Het personeelstekort doet zich misschien in alle sectoren voor, maar de druk in de kinderopvang was sowieso al hoog. Vandaag mag één begeleider voor acht of negen kinderen zorgen, geen enkel land in Europa doet slechter. In de crèche van Joosten krijgen de vaste medewerkers daarom hulp van een groep vrijwilligers. Die versterking maakt het mogelijk om op moeilijke momenten een sluiting te voorkomen, maar erg goed voor het welzijn van de kinderen is het niet.

“Het is enorm belangrijk dat volwassenen de signalen van kinderen leren opvangen, ook als ze nog niet verbaal zijn. Daarom moeten ze elkaar goed kennen”, zegt professor gezinspedagogiek Michel Vandenbroeck (UGent). “Een grote wisseling van het personeel is een risicofactor voor de kwaliteit van een crèche. Hoe meer kinderen, hoe moeilijker het wordt om signalen te herkennen.”

Zorg op maat

Net omdat het aantal kinderen per begeleider zo hoog ligt, is het voor medewerkers in een kinderopvang niet altijd eenvoudig om zorg op maat te bieden. Aude Vonck, moeder van Lio (4) en Quinn (vijf maanden), kreeg onlangs een onverwacht bericht van de kinderverzorgers van haar jongste dochter. Als moeilijke eter duurde het soms wel een uur voor de baby haar fles melk leegdronk, tijd die er door de drukte in de crèche eigenlijk niet was.

Professor gezinspedagogiek Michel Vandenbroeck (UGent): “Een grote wisseling van het personeel is een risicofactor voor de kwaliteit van een crèche."Beeld Tim Dirven

Vonck kon niet meteen een oplossing aanreiken, maar schrok wel van het bericht. “Als ouder krijg je stress en vraag je je af of je kinderen wel voldoende aandacht krijgen. Al moet ik wel zeggen ik tevreden ben over de verzorgers.”

Het is een bezorgdheid die Joosten ook kent. Ze wilde de zindelijkheidstraining van haar dochter opstarten, maar binnen de kinderopvang bleek daar helaas nog geen ruimte voor te zijn. “Er is door de hoge druk weinig ruimte om iets extra voor de kinderen te doen”, merkt ze op.

Om de crisis in de kinderopvang op te lossen, zijn investeringen volgens Vandenbroeck onvermijdelijk. “Je kan niet goed voor kinderen zorgen als je niet voor hun verzorgers zorgt”, zegt hij. Hij schaart zich achter de oproep van de Gezinsbond en het Crisiskabinet Kinderopvang om het aantal kinderen per begeleider drastisch te verlagen.

Dat kan alleen door ervoor te zorgen dat het statuut aantrekkelijker wordt. In een onderzoek van Vandenbroeck gaf twee derde van de studenten uit het zevende jaar kinderverzorging aan niet in de sector te willen werken. ’t Spreeuwennestje verloor zo verzorgers aan kleuterscholen. Na een extra opleiding krijgen ze daar een hoger loon, een aantrekkelijker uurrooster en meer vakantie. “We moeten mensen die verder studeren belonen”, aldus Vandenbroeck.

Een betere mix van mensen met verschillende opleidingsniveaus kan volgens Joosten ook helpen om de kwaliteit binnen de kinderopvang op te krikken. “Vrijwilligers en stagiairs doen het ook met liefde, maar ze hebben niet altijd de kennis om meer met de job te doen.”

Sinds kort zet het Agentschap Opgroeien ten slotte sterker in op controles, maar die aanpak kan niet overal op applaus rekenen. “Als de crèche me morgen belt om te zeggen dat er iets met mijn kind gebeurd is, begrijp ik dat”, zegt Joosten. “Nog meer controle helpt niet, er zijn vooral handen tekort. Daarom zijn die structurele ingrepen nodig.”