Direct naar artikelinhoud
InterviewKatrien De Troeyer

‘Blijkbaar is er naast voeding nog een route waarlangs pesticiden in het menselijk lichaam kunnen komen: de lucht’

Een boer bestrijdt onkruid op zijn veld.Beeld Hollandse Hoogte / Flip Franssen

Mensen die in de buurt van landbouwgebied wonen hebben meer kans om resten glyfosaat in hun bloed te hebben. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de UAntwerpen en onderzoeksinstituut VITO. ‘We moeten voortaan rekening houden met de route via de lucht als we analyses maken van pesticiden’, zegt onderzoekster Katrien De Troeyer (UAntwerpen).

Wat hebben jullie juist onderzocht?

“We vertrokken van de gegevens uit het Vlaamse biomonitoringsprogramma. Daarin meet het Steunpunt Milieu & Gezondheid bij een aantal mensen - dit keer jongeren - aan welke stoffen de algemene bevolking blootgesteld wordt. Zo wil het een idee hebben over de blootstelling bij de algemene bevolking. Wij wilden onderzoeken of er bepaalde factoren zijn die kunnen voorspellen of mensen meer of minder stoffen in hun lichaam hebben.”

Dat blijkt de nabijheid van landbouwgebied te zijn?

“We wilden inderdaad weten of er meer sporen van pesticiden zijn in het lichaam van iemand die in de buurt van landbouwgebied woont. Voor één stof blijkt dat zo te zijn, AMPA. Dat is een afbraakproduct van glyfosaat. Voor de andere pesticiden konden we geen verband vinden.”

Wat wil dat zeggen? Laat ons beginnen bij wat glyfosaat is?

“Dat is een onkruidverdelger. Vroeger gebruikten ook particulieren die stof vaak om onkruid te bestrijden, meestal via het beter bekende product Round Up. Intussen is het echter verboden voor particulieren om de stof te gebruiken. Professioneel kan het wel nog. In verband met glyfosaat blijft altijd dezelfde discussie terugkeren: kunnen we dat nog blijven gebruiken of zijn de gezondheidsrisico’s daarvan te groot?”

In welke concentraties is glyfosaat teruggevonden bij die jongeren en is die schadelijk voor hen?

“Dat is een moeilijke vraag. De niveaus van schadelijkheid worden bepaald op basis van dierenstudies. Maar recent zijn we erop uitgekomen dat die studies eigenlijk niet de beste parameter zijn. Wellicht werkt dit toch anders bij mensen dan bij dieren. Er is nog verder onderzoek nodig. Ik kan daarom moeilijk antwoorden op uw vraag. Op dit moment hebben we te weinig gegevens om te kunnen zeggen dat mensen zich zorgen moeten maken. Ook zijn er heel wat jongeren bij wie we niets in de urine gevonden hebben.

“Wat voor ons vooral belangrijk is, is dat de resultaten suggereren dat er een andere route is dan voeding waarlangs mensen blootgesteld kunnen worden aan pesticiden, namelijk via de lucht. Daar moeten we rekening mee houden bij verder onderzoek naar pesticiden.”

Wisten we dat nog niet?

“We wisten dat voor een deel al, specifiek voor boeren. Zij hebben een hogere blootstelling aan pesticiden. Al dachten we tot nu toe toch vooral dat die hogere blootstelling via de handen gebeurde, bijvoorbeeld omdat ze pesticiden meenemen in hun huis. Dat zien we ook bij metingen van het stof in het huis van landbouwers. Daar zijn meer pesticiden in terug te vinden.

“We wisten nog niet dat dit patroon ook bij de algemene bevolking terug te vinden is.”

Zegt dit dan vooral iets over de nabijheid tot landbouwgrond? Of eerder iets over glyfosaat dat als enige van de pesticiden teruggevonden werd?

“Ook dat is een moeilijke vraag. Onze hypothese is dat de weersomstandigheden in België zo zijn dat glyfosaat snel omgezet wordt in AMPA waardoor het sowieso veel persistenter aanwezig is in de natuur.”

Dat moet u uitleggen.

“Onder bepaalde omstandigheden - wanneer het bijvoorbeeld veel regent - wordt glyfosaat omgezet in AMPA. We weten in elk geval dat die stof veel terug te vinden is in de natuur in België. De hypothese is dat het zich overzet op de mens, bijvoorbeeld als het opwaait uit de natuur. Daarom dat we voortaan rekening moeten houden met de route via de lucht als we analyses maken van pesticiden. Ook moet er meer onderzoek komen naar AMPA om de gezondheidseffecten ervan in kaart te brengen. Daar is momenteel echt heel weinig over geweten.”