8 april 1966. Amerikaanse topmilitairen keuren de waterstofbom nadat die uit de Middellandse Zee is gevist.
AP1966

Van kernbommen op zeebodem tot ongelukkig geparkeerde huurwagens: ook bij deze incidenten raakte radioactief materiaal zoek

Het opmerkelijke verhaal van een piepkleine radioactieve capsule die verloren ging tijdens een transport in Australië is niet het eerste in zijn soort. Sinds de jaren 60 raakte radioactief materiaal wel vaker vermist (soms tot vandaag de dag). Een verhaal van gesloopte cementfabrieken, kernbommen op de zeebodem en ongelukkig geparkeerde huurwagens. 

17 januari 1966: in zee gevallen

Bij het zwaarste ongeluk met nucleaire wapens ooit, kwamen twee Amerikaanse legervliegtuigen met elkaar in botsing. Boven het onooglijke Spaanse landbouwdorpje Palomares ging het mis toen een B-52-bommenwerper in volle vlucht bijgetankt moest worden. Zeven militairen stierven en vier waterstofbommen kwamen naar beneden. 

Geen van de vier kernbommen kwam tot ontploffing. Drie van die bommen vond het Amerikaanse leger vrij snel terug. Twee ervan hadden hun lading plutonium verloren, waardoor de Amerikanen de regio (gedeeltelijk) moesten opkuisen. 

De echte hoofdbreker was de vierde bom, die in de Middellandse Zee terecht kwam. Die bom, met een springlading van maar liefst 1,1 megaton, bleef 2,5 maanden lang op de zeebodem liggen voor de Amerikaanse zeemacht ze kon bovenhalen. 

Het klinkt misschien bizar, maar ongevallen met nucleaire wapens komen wel vaker voor. In het jargon heten die broken arrows-incidenten, “kapotte pijlen”. Er zijn minstens 32 zulke incidenten voorgekomen in de geschiedenis. Meer zelfs: drie Amerikaanse kernbommen zijn tot vandaag spoorloos.

Leden van de Amerikaanse zeemacht maken zich klaar om de Middellandse Zee in te duiken, op zoek naar resten van de neergestorte bommenwerper en de vermiste waterstofbom.
AP1966

Het zijn niet alleen de Amerikanen die zulke nucleaire flaters slaan. Zo verloren de Sovjets ook enkele onderzeeërs met nucleaire torpedo’s aan boord. Sommige daarvan, zoals de K-8 in de Spaanse Golf van Biskaje, liggen tot vandaag op de zeebodem.

1977: achtergebleven in pijpleidingen en tussen tandwielen

Waar zijn duizenden tonnen hoogverrijkt uranium en plutonium naartoe? Dat vroeg heel de VS, en bij uitbreiding de wereld, zich af toen de Amerikaanse overheid in 1977 meldde dat er 3.600 ton van dat materiaal zoek was.

Die waren niet gestolen, verzekerde de Commissie voor Kernenergie. De Amerikanen vermoedden dat al dat radioactief materiaal was achtergebleven in de pijpleidingen en radarwerken van fabrieken en nucleaire faciliteiten waar het materiaal werd verwerkt.

24 augustus 2007: verdampt op de zwarte markt

In 2007 stonden drie Chinese boeren en een mijnwerker terecht in de stad Guangzhou. Ze hadden acht kilogram uranium-235 en uranium-238 proberen te slijten op de zwarte markt. Dat materiaal zou gebruikt kunnen worden om kernwapens mee te maken. Het was een potentiële koper in Hongkong die zich uiteindelijk bedacht en de vier aangaf bij de politie.

Alleen: het bewijsmateriaal, met een toenmalige waarde van zo’n 26.400 dollar per kilogram, bleek zoek. Te vaak versleept van koper naar koper, volgens de beschuldigden zelf, en intussen misschien zelfs al lang het land uit, naar Pakistan of Noord-Korea bijvoorbeeld. 

Volgens bronnen in het onderzoek waren er in die tijd al twintig mensen mee in contact gekomen, en hadden ze op die manier gezondheidsklachten opgelopen.

29 augustus 2007: per ongeluk op een vliegtuig geladen

Zou er iets in de lucht gehangen hebben in die laatste zomerdagen van 2007? Amper vijf dagen nadat de vier Chinezen voor de rechter geleid waren, werd een dikke tienduizend kilometer verder een Amerikaanse B-52-bommenwerper geladen met zes nucleaire kruisraketten. Die werden vervolgens van North-Dakota naar Lousiana gevlogen… zonder dat iemand wist dat de raketten geladen waren.

Een B-52-bommenwerper op de militaire luchthaven van Barksdale, op een archieffoto uit 2004.
2008 AP

Dat zit zo: normaal worden de kernkoppen, die nodig zijn voor een kernexplosie, bij zo’n transport verwijderd uit de raketten. Dat gebeurde die dag door een resem vergetelheden, slordigheden en andere fouten niet. 36 uur lang bleven de raketten, met hun springlading, bevestigd aan het vliegtuig, ook tijdens tussenlandingen op de militaire luchthavens van Minot en Barksdale. Op geen enkel moment werd alarm geslagen en op geen enkel moment werden de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen voor zulke omstandigheden toegepast.

Heet een verloren kernwapen (denk aan het incident boven Spanje) een broken arrow, dan heet een incident zoals dit een bent spear - een gebogen speer.  Het zorgde voor heel wat heibel aan de top van het Amerikaanse leger. Vier commandanten verloren hun job. Een jaar later, na verder onderzoek, moesten ook de Amerikaanse minister van de Luchtmacht en het personeelshoofd van de luchtmacht opstappen.

28 maart 2009: verloren tijdens de sloop

Het klinkt nu misschien alsof vooral de Amerikanen erg slordig zijn met hun nucleair materiaal, maar dat komt niet alleen omdat de Amerikanen grote (en opvallende) fouten maakten. Het komt ook doordat andere nucleaire mogendheden minder transparant zijn over hun kernarsenaal, en de fouten die ze maken.

Het hoeft ook niet altijd zo opzichtig te zijn als een bommenwerper met zes kernkoppen. Twee jaar later gebeurde in China iets wat vaagweg doet denken aan de gebeurtenissen in Australië de voorbije week. Toen raakte tijdens de sloop van een cementfabriek (die nota bene werd ontmanteld omdat de veiligheidsvoorschriften er niet nageleefd werden) een weegschaal met een nucleair element erin zoek.

Na een zoektocht door milieuactivisten en politie werd het toestel, met een loden balletje dat het radioactieve cesium-137 bevat, uiteindelijk teruggevonden in een staalfabriek iets verderop, tussen resten industrieel afval. Gelukkig maar, want volgens het staatsagentschap Xinhua was het schadelijk voor het menselijk zenuwstelsel en had het zelfs kunnen ontploffen als het in contact was gekomen met water.

Maart 2017: gestolen uit de koffer van een huurwagen

We eindigen deze reeks van ongelukkige voorvallen waar we ze begonnen: in de Verenigde Staten. Zes jaar geleden reisden twee ambtenaren van het Amerikaanse Energie-agentschap naar San Antonio om er nucleair materiaal op te halen uit een laboratorium, om het vervolgens over te brengen naar een laboratorium in Idaho.

Daarvoor hadden ze zelf ook een onbekende hoeveelheid plutonium en cesium bij, om hun meetapparatuur mee te kalibreren. Toen ze op de weg naar Idaho een tussenstop maakten, lieten ze dat materiaal achter in de koffer van hun huurwagen, achteraan hun hotel in een nogal gure buurt. Toen ze de volgende ochtend in hun auto wilden stappen, bleek er ingebroken. En ook het plutonium en cesium waren verdwenen.

Anders dan in Australië deze week werd het nooit meer teruggevonden.

Meest gelezen