Photo by Maninder Sidhu on Unsplash/Public domain

Vikingen namen al in 9e eeuw paarden en honden uit Scandinavië mee naar Brittannië, blijkt uit brandgraf in Engeland

Archeologen hebben het eerste harde wetenschappelijke bewijs gevonden dat de Vikingen in de 9e eeuw op veroveringstocht trokken naar Groot-Brittannië samen met hun honden en paarden. Uit een analyse van gecremeerde resten in een brandgraf in Engeland uit die tijd, blijkt dat minstens één volwassene, een paard, een hond en een varken afkomstig waren uit het noorden van Scandinavië en dat de dieren niet, zoals de perceptie over de Vikings vaak suggereert, ergens onderweg gestolen waren van de lokale bevolking.

Eind vorige eeuw voerden archeologen van de University of York opgravingen uit in de enige bekend crematiebegraafplaats van de Vikingen in het Verenigd Koninkrijk, in het plaatsje Heath Wood in Derbyshire. In een brandgraf uit het einde van de 9e eeuw vonden ze de gecremeerde resten van twee volwassenen, een kind, een paard, een hond en een varken. 

Onderzoekers aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Durham University analyseerden de strontiumisotopen in de crematieresten. Isotopen zijn atomen van een bepaald element die een verschillend aantal neutronen in hun kern hebben.  

Strontium is een natuurlijk element dat overal ter wereld voorkomt in rotsen, de grond en in het water, maar de verhouding tussen de verschillende isotopen varieert in verschillende delen van de wereld. Die isotopenverhouding is specifiek voor elke plek: ze reflecteert de strontiumistopen die in de geologische lagen aanwezig zijn en vormt zo een soort van geografische vingerafdruk. 

Planten nemen de strontiumisotopen in die zelfde verhouding op en als mensen en dieren die planten eten, vervangt strontium het calcium in hun botten en tanden. Aan de hand van de verhouding tussen de strontiumisotopen kunnen de onderzoekers nu dan ook achterhalen waar de mensen vandaan kwamen of geleefd hebben. 

De opgraving van een Viking-grafheuvel in Heath Wood.
Julian Richards, University of York

Noorden van Scandinavië

"Uit onze analyse bleek dat één volwassene en de verschillende dieren vrijwel zeker afkomstig zijn uit het Baltische gebied in Scandinavië, dat zowel Noorwegen als Midden- en Noord-Zweden omvat", zei hoofdauteur van de studie Tessi Löffelmann, doctoraal onderzoeker aan de afdeling Scheikunde van de VUB en aan de afdeling Archeologie van de Durham University. “De bewuste persoon stierf kort na aankomst in Groot-Brittannië." 

"De andere volwassene en het kind zijn wellicht lokale bewoners uit Zuid- of Oost-Engeland. Het is mogelijk dat ze ook uit het noorden kwamen, uit Denemarken of Zuidwest-Zweden", zei ze. Die laatste twee streken vallen buiten het gebied van het Baltische schild in Scandinavië en geven dus ook een andere 'isotopen-vingerafdruk'. 

"Met koolstof-14-dateringen konden we achterhalen dat de beenderen dateren van het einde van de 9e eeuw, enkele decennia later dan de eerste invallen van de Vikingen in Groot-Brittannië. Uit historische bronnen weten we dat er een groot Vikingleger het Kanaal overstak in 865. De geanalyseerde resten worden in verband gebracht met dat leger, een gecombineerde strijdmacht van Scandinavische krijgers." 

Dat Vikingleger wordt in de Angelsaksische Kronieken het Grote heidense leger genoemd en in tegenstelling met de eerdere invallen van de Vikingen, die voornamelijk plundertochten waren, hadden de Vikingen met deze inval de bedoeling de Angelsaksische koninkrijken in Engeland te veroveren en te bezetten.

Gecremeerde menselijke en dierlijke beenderen uit het brandgraf in Heath Wood.
Julian Richards, University of York

Ongewoon beeld van de Vikingen

De vondsten tonen een beeld van de Vikingen dat we niet gewend zijn. Traditioneel worden de strijders uit ​ het noorden in de verhalen uit die tijd beschreven als ruwe dieven en plunderaars. Dat ze hun eigen dieren aanvoerden naar Brittannië uit Scandinavië is nieuw. 

"Omdat de menselijke en dierlijke overblijfselen werden gevonden in de resten van dezelfde crematiebrandstapel, denken we dat de Scandinavische volwassene een belangrijk persoon was, die een paard en een hond naar Groot-Brittannië mee kon brengen", zei Löffelmann. 

"Dit is bovendien het eerste solide wetenschappelijke bewijs dat Scandinaviërs vrijwel zeker al in de negende eeuw na Christus de Noordzee overstaken met paarden, honden en mogelijk andere dieren. Dat kan onze kennis over het Grote heidense leger verdiepen. In de belangrijkste primaire bron hierover, de Angelsaksische Kronieken, staat immers dat de Vikingen bij hun eerste aankomst paarden meenamen van de plaatselijke bevolking in East Anglia, maar dat was duidelijk niet het hele verhaal en hoogstwaarschijnlijk vervoerden ze naast mensen ook sommige dieren op hun schepen."

Het is mogelijk dat het varken niet als levend dier naar de Britse eilanden is meegenomen. “Het kan eventueel een amulet zijn geweest, of een deel van de mondvoorraad”, aldus Löffelmann.

Een stuk van de versierde handgreep van het zwaard van een Vikingkrijger, uit hetzelfde graf als de geanalyseerde crematieresten.
Julian Richards, University of York

Grafoffers

"Het Tapijt van Bayeux toont Normandische cavalerie die paarden van hun vloot ontscheept voor de Slag bij Hastings", zei professor Julian Richards van het departement Archeologie van de University of York, die de opgravingen op de Vikingbegraafplaats van Heath Wood mee leidde. "Toch is dit is het eerste wetenschappelijke bewijs dat Vikingkrijgers tweehonderd jaar eerder al paarden naar Engeland vervoerden."

"Dat ze de dieren meebrachten uit Scandinavië, toont bovendien aan hoeveel waarde Vikingleiders hechtten aan hun persoonlijke paarden en honden. Het blijkt ook dat de dieren werden geofferd om bij hun eigenaars te worden begraven", zo zei hij. 

"Onze studie suggereert dat er mensen en dieren met een verschillende mobiliteitsgeschiedenis begraven liggen in Heath Wood en dat, als ze behoorden tot het Grote heidense leger, dat leger samengesteld was uit mensen uit verschillende delen van Scandinavië of de Britse eilanden", zei mede-auteur professor Janet Montgomery van de afdeling Archeologie van de Durham University. 

"Dit is ook de eerste gepubliceerde strontium-analyse van vroegmiddeleeuwse gecremeerde overblijfselen uit Brittannië, en ze toont het potentieel aan dat deze wetenschappelijke methode heeft om verder licht te werpen op deze periode uit de geschiedenis." 

De studie, waaraan naast onderzoekers van de VUB en de Durham University ook onderzoekers van de University of York en de Université Libre de Bruxelles hebben meegewerkt, is gepubliceerd in PLoS ONE. Dit artikel is gebaseerd op persberichten van de VUB en Durham University. 

Fragmenten van een spaakbeen en ellepijp van een paard die geanalyseerd werden voor de studie.
Jeff Veitch, Durham University

Meest gelezen