Het vliegdekschip in 2011© via REUTERS

Laten zinken is de enige oplossing: Brazilië weet niet wat te doen met oud vliegdekschip vol asbest

De São Paulo: in een ver verleden de trots van de Franse marine, vandaag een ongewenst spookschip voor de kust van Brazilië. Tot in de kleinste kajuit van het oude vliegdekschip werd asbest aangetroffen, waardoor het gevaarte nergens nog mag aanleggen. De oplossing? Laten zinken.

Anton Goegebeur

Een buiten gebruik gesteld vliegdekschip draait al weken cirkels voor de kust van Brazilië. De eigenaar wil het laten ontmantelen, maar geen enkel land laat de toxische mastodont binnen. Door de precaire staat van de 265 meter lange oorlogsbodem, werd het zelfs verzocht om meer afstand te nemen van de drukke vaarroutes langs de kust. De Braziliaanse marine ziet intussen geen andere oplossing meer dan het te laten zinken in de Atlantische Oceaan.

In 2000 had Brazilië de São Paulo, voordien ‘Foch’, gekocht van de Franse marine. Voor nauwelijks 12 miljoen euro werd het Zuid-Amerikaanse land eigenaar van een indrukwekkend vlaggenschip, vliegtuigen en helikopters niet bijgeleverd. Wel aan boord: tonnen asbest en giftige verf. Met deze materialen werd tijdens de constructie begin jaren 60 kwistig omgesprongen. Pas later bleek dat ze nogal wat kankerverwekkende eigenschappen bezitten. Branden in 2005 en 2012 hebben de toestand allerminst verbeterd. Sommige ruimtes zijn zo giftig dat ze enkel in ‘ruimtepakken’ te betreden zijn.

Het vliegdekschip in 1994 in de Adriatische Zee© AFP

Als ‘Foch’ nam het schip deel aan operaties in Djibouti, Libanon en Joegoslavië. In 1995 fungeerde het als decor in de film Crimson tide met Denzel Washington, omdat de Amerikaanse marine geen vliegdekschepen wou uitlenen aan de set. De Brazilianen hebben tevergeefs geprobeerd het schip te moderniseren. Sinds de brand in 2012 is het inactief. Onlangs werd de intussen deels verroeste São Paulo officieel uit de vaart genomen en voor 1,8 miljoen euro verkocht aan de Turkse scheepswerf Sök Denizcilik.

Clemenceau

De firma wil het vliegdekschip saneren en recycleren, maar kreeg het aan de stok met milieubewegingen. Volgens activisten was de werf allesbehalve transparant over de hoeveelheid toxische materialen aan boord. Gealarmeerde Turkse autoriteiten besloten het schip de toegang te ontzeggen. De São Paulo was dan, in augustus, al helemaal tot in Gibraltar gesleept.

Een Nederlandse sleepboot vaart sindsdien op kosten van de firma rond met het oude vlaggenschip. Zelfs Braziliaanse havens willen de vroegere trots niet meer laten aanleggen. Door de uitzichtloze situatie dreigde het bedrijf het schip gewoon achter te laten in het midden van de oceaan. De Braziliaanse autoriteiten kwamen daarop met een eigen plan: het opzettelijk tot zinken brengen, 350 kilometer voor de kust en op een plek waar de oceaan 5.000 meter diep is.

Het schip in 2011© AFP

De eenzame teloorgang van de São Paulo doet denken aan zusterschip Clemenceau. Dat schip werd al in 2010 gesloopt, maar niet voordat het een allerlaatste lijdensweg had afgelegd. Een sloopwerf in India zou de taak op zich nemen, maar eens het Suezkanaal voorbij, moest het alsnog rechtsomkeer maken. Frankrijk mocht zijn asbestschip niet dumpen in de Derde Wereld, klonk het toen. Clemenceau eindigde finaal in een Engels dok.

Ook de São Paulo moet terug naar Frankrijk, of toch Europa, vinden milieubewegingen. Het ‘gifpakket van 30.000 ton’ laten zinken vinden ze misdadig. Het zou onherstelbare milieuschade veroorzaken en een schending van het internationaal recht zijn. Toch lijkt het lot van het eens zo trotse vliegdekschip bezegeld. Een federale rechter stelde woensdag dat de Braziliaanse marine een goede afweging had gemaakt en besloot niet tussen te komen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER