Na EU ook G7 en Australië akkoord met prijsplafond voor Russische olieproducten

Het akkoord bevat een maximumprijs van 45 dollar (41,70 euro) per vat voor producten van lagere kwaliteit, zoals mazout, en van 100 dollar (92,60 euro) per vat voor hoogwaardige producten zoals diesel. Russische diesel die recent naar Europa werd uitgevoerd, ging nog over de toonbank voor 110 tot 130 dollar (101,90 tot 120,40 euro) per vat.

Het prijsplafond moet Rusland dwingen om zijn geraffineerde olieproducten onder een bepaalde prijs te verkopen op de wereldmarkt. Dat heeft het Zweedse voorzitterschap van de Europese Unie medegedeeld.

De maatregelen vormen een aanvulling op het eerder ingevoerde plafond voor Russische ruwe olie van 60 dollar (55,60 euro). Daarover bereikten de EU en de G7 (Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) in december al een akkoord. Ze willen dat afdwingen door een verbod op het leveren aan diensten, zoals schepen of verzekeringen, voor export van olie die boven deze prijs wordt verkocht.

Het prijsplafond op geraffineerde producten hangt samen met het embargo dat de EU vanaf zondag zal invoeren op de import van deze producten uit Rusland. De import van ruwe olie via de zee is al langer in voege. Met die maatregelen willen de EU en haar westerse bondgenoten de inkomsten van het Kremlin uit de verkoop van olie kortwieken en de financiering van de oorlog in Oekraïne bemoeilijken.

“Het prijsplafond is bedoeld om te voorkomen dat Rusland profiteert van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne, om de stabiliteit te ondersteunen op de globale energiemarkten en om de negatieve economische effecten van de Russische agressieoorlog te beperken, vooral op lage- en middeninkomenslanden”, klinkt het in het persbericht van de G7 en Australië.