Econoom Jan Eeckhout over inflatie: ‘De lonen en uitkeringen werden te laat opgetrokken’

© Getty
Ewald Pironet

De inflatie is vandaag een pak lager dan we denken, zegt econoom Jan Eeckhout. De manier waarop de inflatie wordt berekend holt achter de feiten aan, met grote gevolgen: ‘Als we rekening hadden gehouden met realistischere inflatiecijfers was ons veel miserie bespaard gebleven.’

‘Het tijdperk van de hoge inflatie is voorbij, het leven is vandaag al veel minder duur dan de officiële cijfers ons vertellen en wij allemaal denken’, zegt Jan Eeckhout, econoom aan de universiteit van Barcelona. Officieel bedroeg de inflatie in december 2022 in ons land zo’n 10 procent, dat wil zeggen dat het leven pakweg 10 procent duurder was dan één jaar eerder, in december 2021. Maar de inflatie ligt in werkelijkheid al lang veel lager, vandaag ergens rond 6 procent, zo berekende Eeckhout overtuigend. En dat heeft op talloze vlakken grote gevolgen.

Het inflatiecijfer is belangrijk, zeker in ons land, waar we een automatisch loonindexering kennen. De lonen van de ambtenaren en alle uitkeringen (pensioenen, werkloosheidsuitkering enzoverder) werden in 2022 vijf keer opgetrokken en zo’n één miljoen werknemers kregen in januari een historische loonsverhoging van in één klap 11 procent. Allemaal het gevolg van de zeer hoge inflatie.

‘Er valt zeker iets te zeggen voor die automatische loonindexering’, zegt Eeckhout. ‘Als het leven 10 procent duurder is, stijgen de lonen in België met 10 procent en is er geen koopkrachtverlies. Als er geen automatische loonindexatie is, zullen de lonen na onderhandelingen en door het spel van vraag en aanbod van arbeid maar 3 of 4 procent stijgen en hebben de mensen dus een verlies aan koopkracht. Om die reden vind ik die automatische loonindexering positief. Dankzij de automatische loonindexering blijven de mensen ook geld hebben om uit te geven en ondersteunen ze de economie.’

De inflatie ligt in werkelijkheid al lang veel lager, vandaag ergens rond 6 procent.

Eeckhout kent natuurlijk ook de andere kant van de medaille: ‘Als je zoals België als enige land de lonen automatisch aan de index aanpast, worden je producten duurder dan die van concurrerende landen waar de lonen niet zo sterk stijgen, want die sterk gestegen lonen zorgen natuurlijk voor hogere prijzen. Zeker voor een klein land als België, dat sterk afhankelijk is van in- en uitvoer, werkt die automatische loonindexering in die zin negatief, omdat je aan concurrentiekracht verliest.’

Daarnaast heeft Eeckhout nog een grote bekommernis: ‘Vooral de hogere inkomens doen hun voordeel met de automatische indexaanpassing van de lonen, zij gaan er meer op vooruit dan de lage lonen. En dat terwijl de lage inkomens meer afzien van de hoge inflatie aangezien ze meer geld van hun budget moeten uitgeven aan zaken die fel in prijs stijgen, zoals voedsel, energie en wonen. Er moet daarom eens worden nagedacht of we bijvoorbeeld de indexering voor de hoge lonen niet beter maar voor 50 of 70 procent zouden doorvoeren. Ik besef dat dit politiek moeilijk haalbaar is, maar net zoals we een progressief belastingsysteem kennen – hoe meer je verdient hoe meer belastingen je betaalt – zou je kunnen denken aan een regressieve indexaanpassing: hoe meer je verdient hoe minder je loon wordt aangepast aan de stijgende levensduurte.’

Eeckhout maakt nog een belangrijker punt: ‘Er schort iets aan de manier waarop het inflatiecijfer vandaag wordt berekend.’ Hij illustreert het met een schematisch voorbeeld: ‘Stel in januari was de inflatie 12 procent, in februari 11 procent, maart 10 procent en zo daalt die tot in december 1 procent, dan luidt het officieel dat de gemiddelde inflatie 6,5 procent is. Maar dat cijfer hadden we dus in de zomer, aan het eind van het jaar zitten we aan 1 procent. Anders gezegd: we hinken met de officiële inflatiecijfers zes maanden achterop.’

Vooral de hogere inkomens doen hun voordeel met de automatische indexaanpassing van de lonen.

‘We zouden beter meer rekening houden met de laatste cijfers’, vervolgt Eeckhout. ‘Ik stel daarom voor om bij de berekening van de inflatie nog steeds 12 maanden terug in de tijd te gaan, zodat je alle meetfouten wegcijfert, maar om meer gewicht toe te kennen aan de laatste maanden. Doe je dat, dan heb je nu in de eurozone in plaats van 9 procent inflatie nog maar 4 procent inflatie.’ Die berekening staat dichter bij de realiteit, en Eeckhout noemt dat ‘instantaneous inflation’, ‘momentinflatie’, en kreeg daarvoor al bijval van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar voor economie Paul Krugman.

Met de momentinflatie van Eeckhout zit je dichter bij de situatie van dat moment en dat heeft grote gevolgen. Eeckhout: ‘De ECB verklaart officieel dat de inflatie in de eurozone vandaag 9 procent bedraagt. Het gevolg is dat iedereen daarnaar handelt: bedrijven trekken alvast hun prijzen op, mensen zien alles duurder worden en eisen meer loon en dan zijn we vertrokken. Dan krijg je de gevreesde loon-prijsspiraal: hogere prijzen leiden tot hogere lonen die leiden tot hogere prijzen enzoverder. Dan loop je het risico op een runaway inflation, een galopperende inflatie, die heel moeilijk in te tomen is.’

Eeckhout vervolgt: ‘Als de ECB vandaag zou zeggen dat de inflatie maar 4 procent bedraagt, ligt dat niet alleen dichter bij de waarheid, maar dan zouden bedrijven en gezinnen ook anders handelen en loop je bijvoorbeeld minder kans om die loon-prijsspiraal in gang te zetten. Dan zouden de Europese Centrale Bank en ook de Amerikaanse en Japanse centrale bank eerder in actie zijn geschoten om de snel stijgende inflatie aan te pakken. Als we rekening hadden gehouden met realistischere inflatiecijfers was ons veel miserie bespaard gebleven.’

En wat zou dat alles betekenen voor de automatische indexaanpassing van de lonen en uitkeringen in ons land? ‘Eigenlijk werden de lonen en uitkeringen in België te laat opgetrokken,’ zegt Eeckhout, ‘omdat de automatische indexering gekoppeld is aan een inflatiecijfer dat al lang is achterhaald. Het zou juister geweest zijn als de lonen en uitkeringen eerder aan de stijgende prijzen waren aangepast. Nu verloor iedereen aan koopkracht omdat er wordt uitgegaan van een inflatiecijfer dat altijd achterop hinkt.’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content