© Photo News

Zondag 14 april 2002, de dag dat Tom Boonen een ster werd

Tom Boonen neemt zondag afscheid op de plek waar het voor hem in 2002 écht begon: de wielerpiste in Roubaix. Wielerredacteur Jan-Pieter de Vlieger reconstrueert in vijf afleveringen de grote momenten in de carrière van Boonen , met de hoofdrolspelers van toen.

Jan-Pieter de Vlieger

In Parijs-Roubaix 2002 was er in één keer Tom Boonen, wielerheld die ons land vijftien jaar lang zou begeesteren. Boonen won nog niet, maar presenteerde zich met een derde plaats als een nieuwe, aaibare Johan Museeuw. Reconstructie van een zondag in de hel, net zo miezerig als historisch. “Ik ben niet de nieuwe Museeuw. Ik ben Tom Boonen.”

Op zaterdag 13 april, één dag voor Parijs-Roubaix, resideert de US ­Postalploeg in Hotel Mercure in startplaats Compiègne. Er zijn twee op­vallende gebeurtenissen waarvan de chronologie met het verstrijken van de jaren onduidelijk is geworden. Eén: Tom Boonen ligt op de massagetafel bij soigneur Freddy Viane. Hij merkt op: “Freddy, weet je wie er ­morgen op het podium staat? Ik.”

Scène twee: ploegleider Dirk Demol neemt Tom Boonen apart. De twee werkten eerder samen bij de Kortrijk Groeningespurters. Het is op voorspraak van Demol dat Boonen naar de Amerikaanse ploeg is gekomen. “Het is geen geheim”, zegt Demol. “Ik had een boontje voor Boonen. Ik zei die dag tegen Tom: Ik verwacht snel een grote kopgroep. Zorg dat je mee bent. Dan heb je een dubbel voordeel: achteraan moet je niet werken voor kopman Hincapie en vooraan hoef je ook niet veel te doen omdat Hincapie achter komt. En dat was ook typisch voor Tom: zoiets hoefde je hem maar één keer te zeggen.”

© BELGA

Parijs-Roubaix 2002 zal de wedstrijd worden die Boonen richting sterrendom lanceert, maar het is niet zo dat hij als een anonieme renner aan de start komt. Hij heeft de weken voordien al indruk gemaakt: zevende in Kuurne, zevende in de eindstand van De Panne, zevende in Gent-Wevelgem. Voor een neoprof is dat indrukwekkend. In de Ronde is hij als 24ste geëindigd, maar vooral een demarrage op de kasseien van Kerkgate heeft indruk gemaakt. Wilfried Peeters voorspelt dan al: “Op de middellange termijn kan Boonen doorgroeien naar de wereldtop.”

Boonen onderscheidt zich pre-Roubaix ook al met een opvallend franken teut: hij is in de kranten kritisch voor de ploeg omdat die hem na het Vlaams openingsweekend naar de Sea Otter Classic en de Redlands ­Bicycle stuurt, twee wedstrijden in de VS. Zo begint hij aan De Panne met een stevige jetlag. In de Ronde kwakt hij aan de voet van de Muur Bettini en Museeuw opzij. Na de wedstrijd zegt hij daarover: “Ik had evenveel recht als zij om op de eerste rij te zitten.”

George Hincapie denkt met zichtbaar genoegen terug aan zijn jonge ploegmaat Boonen. “Hij had zo veel zelfvertrouwen, zelfs al op die jonge leeftijd. We just loved that.”

© BELGAIMAGE

Mattan met rode muts

Om 10.40u beginnen kopman ­Hincapie en rechterhand Boonen met een bonte verzameling ploegmaats aan editie honderd van Parijs - ­Roubaix: er zijn de Amerikanen ­Antonio Cruz, Floyd Landis en David Clinger, de Noor Steffen Kjaergaard, de Tsjech Pavel Padrnos en de ­Australiër Matthew White.

“Om eerlijk te zijn hadden we moeite om aan acht namen te komen”, zegt Dirk Demol. “US Postal was toen nog heel erg gericht op het rondewerk. We hadden heel weinig mannen die ­konden wringen en positioneren. Er waren er weinig die met hun goesting naar België kwamen.”

Boonen volgt het advies van Demol daags voordien, hij schuift mee met een vroege vlucht van 33 renners. Al is het meer een waaier dan een vlucht, want een strakke wind scheurt het ­peloton aan stukken. Wind, regen en de gladde wegen elimineren voort­durend renners – “De mannen van Lotto schoven weg op hun Michelin-bandjes”, zal Boonen zich later herinneren. US Postal heeft aanvankelijk twee renners mee in de ontsnapping, maar op vraag van Hincapie laat ­Antonio – Tony – Cruz zich terug­zakken naar het peloton om tempo te maken. “George was zenuwachtig”, zegt Demol. “Hij wilde meer volk rond zich.”

Op de kasseien van Haveluy, de ­zestiende van 26 stroken, hebben Boonen en twaalf andere renners een voorsprong van 4’30” op het peloton. Wat u nog moet weten van die ­ontsnapping: Nico Mattan was de ­motor van de vlucht, met een opvallende rode muts. “Eén van de beste wedstrijden uit mijn carrière”, zegt Mattan. “Ik reed elke kasseistrook op kop. Dom, dom, dom natuurlijk. Boonen kende ik al van bij de Kortrijkse Groeningespurters, maar daar in de groep kon ik met eigen ogen zien: die jongen is gemaakt voor de kasseien.”

Boonen doet precies het omgekeerde van Mattan. Hij werkt weinig, rijdt in spaarstand. “Beginnen aan de kasseistrook op de derde plaats en eindigen op de dertiende”, zegt hij daarover. In de volgwagen krijgt US Postal-manager Johan Bruyneel enthousiaste ­berichten uit de VS. “Lance leefde enorm mee”, aldus Bruyneel in Sport-Voetbalmagazine. “Hij gaf verschillende keren door: Tom rijdt fantastisch.”

© BELGA

Museeuw in tranen

Het peloton doet het bos van Wallers aan en favoriet Johan Museeuw ­ontbindt zijn duivels, precies daar waar hij vier jaar eerder zijn knieschijf brak. Museeuw is op revanche belust, nadat hij een week eerder in de Ronde van Vlaanderen tweede was geëindigd achter Andrea Tafi. De kopman van Domo - Farm Frites was daar zo ontgoocheld over dat hij over stoppen sprak en tijdens een radio-interview met Carl Berteele zelfs in tranen ­uitbarstte.

Nu rijdt Museeuw bijna in één ruk naar de koplopers. In zijn zog kunnen alleen Steffen Wesemann, Lars ­Michaelsen en George Hincapie ­volgen. Net voor Mons-en-Pévèle smelten kopgroep en achtervolgers samen. Boonen ziet voor het eerst in de wedstrijd kopman Hincapie terug.

“Ik had meteen in de gaten dat Tom nog meer in de tank had dan George”, zegt Demol. “Ik weet nog dat ik naast Johan in de auto zat en zei: Johan, we gaan nu werk moeten maken van het contract van Tom. Ja, hij ligt nog een jaar vast, maar we zouden dat beter verlengen of openbreken. Anders raken we hem misschien nog kwijt. Helaas is dat later uitgekomen.”

Museeuw trekt door op de ‘makkelijke’ kasseistrook van Mérignies (**) en rijdt daar iedereen uit de wielen. Op de gladde kasseien gaan Van Heeswijck en Michaelsen tegen de grond, waardoor alleen Boonen en Hincapie achterblijven in de achtervolging.

“Tom was veel sterker dan ik”, zegt Hincapie. “Ik had een vreselijke ­hongerklop. Omdat ik me in het begin van de wedstrijd zo goed voelde, had ik veel te weinig gegeten. En ook ­niemand achter een extra jasje ­gestuurd om me te beschermen tegen de koude. Een beginnersfout waar ik op dat moment in de wedstrijd de prijs voor betaalde.”

© BELGA

Te snel voor Hincapie

Ook Boonen voelt duidelijk dat hij de sterkste is van de twee. “George deed meteen zijn beklag dat ik te snel ging”, aldus Boonen. “Had hij dat niet gedaan, of was hij gewoon sterker geweest die dag, dan hadden we Johan bijgehaald, daar ben ik nog altijd van overtuigd. Al zeg ik er ook bij dat Johan me dan dieper in de ­finale ook weer had gelost.”

Hincapie valt verderop van zijn fiets, pardoes in een gracht. “Pure ­vermoeidheid”, zegt Demol en de Amerikaan ontkent dat niet. “Ik was daar zo graag blijven liggen. Voelde me helemaal leeg. Maar omdat ik ­boven me een helikopter van de ­televisie hoorde, besloot ik om toch maar door te gaan.”

Bij vader André Boonen slaat het hart overigens een paar tellen over. Hij volgt de wedstrijd op een klein ­televisiescherm in zijn wagen en denkt verkeerdelijk dat zoon Tom net van zijn fiets is gevallen.

Op Sporza is c-commentator Roger De Vlaeminck ondertussen behoorlijk onder de indruk van Boonen, die nu alleen achtervolgt.

“Die jongen hoeft voor mij niet veel meer te bewijzen, hoor. Als hij dat al voor elkaar krijgt, dan zijn we weer vertrokken voor een jaar of tien. Als hij hier tweede kan worden in zijn ­eerste Roubaix, dan doet hij beter dan ik. Dat wil toch ook al iets zeggen.”

© BELGA

Meer dan drie minuten achter ­Museeuw wordt Boonen uiteindelijk niet tweede, maar derde. Wesemann kan hem kloppen in de sprint omdat Boonen op een leeglopende voorband rijdt. Maar een nieuwe ster is net zo goed geboren. Journalisten smullen meteen van de teksten van de nieuwe wielerheld.

“Op het podium feliciteerde Johan Museeuw mij. Hij zei: Jij bent de ­nieuwe Johan Museeuw. Dat deed me wel wat, maar ik ben in de eerste plaats Tom Boonen.”

Eén dag na Roubaix ontwaakt ­Boonen in een nieuwe wereld. Hij ­getuigt over de media-aandacht die hem overvalt. “Kranten, magazines, Friedl’ Lesage voor De Nieuwe Wereld op Radio 1, Leen Demaré voor ­Vrouwentongen op Donna en ’s avonds bij Bruno Wyndaele in de De Laatste Show op TV1. Ze wilden me zelfs met de helikopter komen halen.”

Vlaanderen is daar en dan in de ban van Tom Boonen. Vijftien jaar lang zal dat nooit meer anders zijn.

© Photo News