Jonas Verhulst

Eerste ooievaars terug uit het zuiden in ZOO Planckendael

In ZOO Planckendael in Muizen (Mechelen) zijn de eerste 20 ooievaars terug van hun tocht naar het zuiden. Dat is zowat op hetzelfde moment als de andere jaren. In totaal zitten er nu 51, want er zijn er ook die overwinteren in Planckendael. De volledige kolonie telt zo'n 200 ooievaars.

De verzorgers in dierenpark Planckendael hebben al 20 ooievaars geteld die terug zijn van hun overwintering in het zuiden. Met de 31 soortgenoten die in het park blijven overwinteren, zijn ze nu dus al met 51. Maar er worden er nog tientallen verwacht, want de volledige kolonie telt een 200-tal exemplaren.

De eerste hebben zich aangediend zoals verwacht. "Dat moment blijft jaar na jaar ongeveer hetzelfde", zegt Amanda Wielemans, woordvoerder van ZOO Planckendael. "Wat we wel merken, is dat een aantal vogels elk jaar heel vroeg terugkomt. Onze verzorgers denken dat ze dicht bij het park of in de buurlanden voldoende voedsel vinden, waardoor ze niet meer zo ver naar het zuiden moeten. Ze eten bijvoorbeeld ook kleine zoogdieren, zoals ratten en mollen, en je ziet ze ook op vuilnisbelten. Het zijn nogal opportunisten. Een deel komt dus heel vroeg terug, begin februari. Maar de echte overwinteraars, die helemaal naar het zuiden trekken, verwachten we pas de komende weken, tot eind maart."

De echte overwinteraars, die helemaal naar het zuiden trekken, verwachten we pas de komende weken tot eind maart

Amanda Wielemans van ZOO Planckendael

Er zijn dus ook vogels die helemaal niet meer naar het zuiden trekken. "Dat zijn meestal oudere vogels, die dat niet meer wagen en zich hier op hun gemak voelen. Ze vinden hier genoeg eten en zijn dus het hele jaar door te zien rond het park in de velden van Muizen. Onze buurtbewoners kennen die ook goed. Het is wel fijn om een groep ooievaars hier te kunnen houden."

First come, first served

Zoals mensen wel eens vroeg opstaan, om hun handdoek op de beste plekken bij het zwembad te leggen, hebben ook deze vroege vogels misschien wel een bepaald doel voor ogen. "Ze zijn heel nesttrouw en willen terugkeren naar hun nest van vorig jaar. Als een andere vogel dat dan al heeft ingenomen, dan volgen er wel eens gevechten. Maar ja, first come, first served, dus de eerste die er zit, mag er hopelijk ook blijven zitten." De vrieskou van deze nachten kunnen ze ook wel verdragen. "Alleen als het heel hard zou blijven regenen, voor een lange tijd, dan gaan ze onderkoeld raken. Koude kunnen ze wel aan, maar nat weer vinden ze niet zo fijn."

Eind augustus, begin september vertrekken ze dan weer naar zuidelijkere streken. 

Jonas Verhulst

Meest gelezen