© Kioni Papadopoulos

Slager moet traiteur worden om te overleven

De tijd dat je bij de slager enkel terecht kon voor biefstuk of kotelet, is definitief voorbij. “We moeten almaar meer inzetten op bereide schotels en vegetarische burgers. Want het eetpatroon van de Vlaming is flink aan het wijzigen”, klinkt het achter de koeltoog.

Kristof SIMOENS

“Drie groenteburgers en een pastaschotel met rauwkost alstublieft. En doe er nog maar een veggiekipsalade bij.” Wat vroeger absolute heiligschennis zou zijn geweest, is bij almaar meer beenhouwers de normaalste zaak van de wereld. In die mate zelfs dat de groentequiches en de vegetarische burgers in de koeltoog stilaan de biefstukken en varkenskoteletten aan het verdringen zijn. “De tijd dat je bij de slager enkel vlees en charcuterie kon kopen, is al lang voorbij”, beaamt Christine Mattheeuws van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), dat 337 beenhouwers bevroeg. “Om te overleven zijn slagerijen geëvolueerd naar allround voedingswinkels die inspelen op onze veranderde en bredere voedingspatronen. Bijna negen op de tien zaken bieden naast vlees het hele jaar door ook andere producten aan, zoals kaas of bereidingen met vis en schaaldieren. En bijna vier op de tien bieden dag in dag uit zelfs vegetarische producten en gerechten aan. Slim bekeken, want het aantal Vlamingen dat geregeld geen vlees of vis op tafel brengt, zit in de lift.”

Mooi meegenomen: die beslissing zorgt er ook voor dat de impact van de huidige Dagen zonder Vlees – zeg maar de vegetarische variant van de katholieke Vasten – al bij al beperkt blijft, ondanks de bijna 115.000 deelnemers die zich inschreven. Zeven op de tien slagers kregen minstens evenveel volk over de vloer als voor de start van de campagne, begin maart, blijkt uit de NSZ-bevraging. “Vier op de tien slagers verkochten wel minder vlees”, geeft Mattheeuws toe, “maar die omzetdaling werd gecompenseerd met de verkoop van andere voeding, vooral gerechten met vergeten groeten, quiches, groenteburgers, pastaschotels en salades.”

© BELGA

Minder maar beter

“De tijden zijn veranderd en de moderne slager heeft zijn aanbod goedschiks en kwaadschiks aangepast”, zegt Ivan Claeys, voorzitter van de Landsbond der Beenhouwers. “Maar daaruit besluiten dat de vleesetende Vlaming aan het uitsterven is, is een brug te ver. Integendeel, wij zien een groeiende belangstelling voor kwaliteitsvlees van eigen bodem. Heel wat slagers kweken nu al hun eigen dieren. En ja, dat kost dan wat meer, maar de consument is bereid om daarvoor te betalen.”

Toch moet ook Claeys erkennen dat de verkoop ‘afkalft’: kochten we begin deze eeuw nog 27 kilo vlees per persoon per jaar, dan was dat in 2015 al geen 20 kilo meer. “Maar vergeet niet dat tegenwoordig heel veel mensen op het werk warm eten. En elk stukje vlees dat ze in de bedrijfskantine eten, kan de slager niet verkopen.”

Toch daalt ook de totale vleesconsumptie jaar na jaar. “Je kan niet ontkennen dat we minder vlees eten”, zegt ook Liliane Driesen van VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.“Toch is en blijft de Belg een echte vleeseter, zij het dat hij de laatste jaren duidelijk genoegen neemt met een kleiner stukje vlees en dat het ook niet meer per se elke dag moet.”

© *

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer