Direct naar artikelinhoud
ReportageOekraïne

De EU gaat 30.000 Oekraïners trainen: ‘Zij vechten straks met de Russen, ook voor ons’

Oekraïense militairen oefenen in een nagebouwde loopgraaf in het Verenigd Koninkrijk. Nederlandse mariniers leiden ze daar in korte tijd op.Beeld ANP

De landen die Oekraïne helpen, intensiveren ook het geven van basis militaire trainingen aan Oekraïners. Zoals hier in Noord-Engeland. Het weerspiegelt de ernst van de situatie op het slagveld.

Go, go, go!”
Een groepje militairen bestormt een loopgraaf. Ze rennen een paar meter vooruit en laten zich weer plat in het gras vallen. Dan staan anderen op en doen hetzelfde, terwijl de soldaten liggend op de grond de loopgraaf onder vuur blijven nemen.
Ne sidjat, bljat, posjol!” “Blijf niet op je krent zitten, verdomme, rennen!” roept een Oekraïense officier.
“Geweer omhoog tijdens het rennen!”
“Verspreiden!”
“Niet meteen door die loopgraaf rennen als je erin springt!”

Elk commando wordt meteen gevolgd door hetzelfde commando, maar dan in het Oekraïens, geschreeuwd door een van de Oekraïense vrouwen die – niet in uniform – naast de instructeur staat en met dezelfde decibellen alles vertaalt.

Oefenterrein uit Eerste Wereldoorlog

Het decor waarin de Britten deze typisch zigzaggende Russische loopgraven (“de onze zijn kleiner en rechter”, legt een Britse officier uit) hebben uitgegraven is weids, ruw en in deze context bijna pijnlijk mooi. Pijnlijk, want het dramatische decor verwijst qua aanblik en historie naar dramatische episodes uit de Europese geschiedenis. Het oefenterrein in Noord-Engeland stamt, net als de militaire barakken in de buurt, uit de Eerste Wereldoorlog.

De loopgraven zijn alleen pas een paar maanden oud, gegraven door de Britten die hier en op een paar andere plekken in het land een basistraining geven van 35 dagen aan Oekraïense militairen. Inmiddels helpen negen andere landen daarbij, veelal uit Noord-West Europa, maar ook Australië en Nieuw-Zeeland doen mee. En Nederland: afgelopen najaar verzorgde de landmacht hier trainingen, nu de mariniers.

Na elke bestorming van een loopgraaf door een groepje van circa tien Oekraïense militairen volgt de nabespreking. ‘Als je een granaat gooit, doe dat dan terwijl je op een knie zit, als je ligt kun je niet ver gooien,’ zegt de Nederlandse instructeur. En dan doen de Oekraïners de bestorming opnieuw. En opnieuw. En opnieuw.

Compliment in het Russisch

Uiteindelijk zegt een instructeur, als het wat beter gaat, “molodtsy” tegen de soldaten die in de vijandige loopgraaf zijn gesprongen. Het is een compliment in het Russisch: ze hebben het goed gedaan. Niet dat we Oekraïens of Russisch spreken, legt een instructeur uit, “maar we werken zo intensief met de Oekraïners, op een gegeven moment wil je ze ook wat in hun eigen taal kunnen zeggen”.

Het laat niemand onaangedaan, het werk wat hier gebeurt. Niet de Britten, niet de Nederlandse instructeurs – en niet de Commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim. Hij is vandaag op bezoek, met in zijn gevolg secretaris-generaal Van Craaijkamp en viceadmiraal Tas, de commandant van de zeestrijdkrachten. Iedereen beseft dat de meeste van deze overwegend onervaren Oekraïners, die een paar weken geleden nog burgers waren, over een paar weken langs de lange frontlinie in Oekraïne zullen staan.

“Het is zeker indrukwekkend”, zegt generaal Eichelsheim even later in een loods, aan de koffie. “Toen ik aan kwam lopen dacht ik: het lijkt Ieper wel (waar tijdens de Eerste Wereldoorlog honderdduizenden soldaten sneuvelden, red.), of Noord-Frankrijk, maar het is eigenlijk vandaag. Ook al weet ik dat het in Oekraïne gebeurt, als ik dit nu zie doet het bij mij ook wat.”

Commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim (midden) tussen de instructeurs en de Oekraïense militairen tijdens een bezoek aan hun trainingslocatie in het Verenigd Koninkrijk.Beeld ANP

Vervanging van gesneuvelde landgenoten

De Britse officier vat de harde werkelijkheid in de term casualty replacement. De Oekraïners hier worden niet in vaste formaties opgeleid, omdat ze zullen dienen als vervangers van militairen die aan het front zijn gesneuveld. Afhankelijk van hun taak straks krijgen ze nog extra training in eigen land. De instructeurs pikken goede schutters of rekruten met leiderschapskwaliteiten ertussenuit.

Vorig jaar kregen vanaf de zomer bijna tienduizend Oekraïners deze basistraining in Engeland. Dit jaar is het streefcijfer twintigduizend. Ook de Europese Unie gaat de training van Oekraïners dramatisch opvoeren – onlangs werd het streefcijfer verdubbeld naar dertigduizend.

Het is een weerspiegeling van de ernst van de ontwikkelingen op het slagveld. Met de training, zegt Eichelsheim, “proberen we in die vijf weken alles te geven wat nodig is om aan het front het gevecht te kunnen voeren”. “Elke week extra training zou mooi zijn, maar ik denk niet dat Oekraïne die tijd gegund is.”

Leren overleven

Terug in de loopgraven zegt majoor Koen, die het contingent van 65 mariniers hier leidt, dat ze zich vooral richten op ‘survivability’, vaardigheden die je helpen overleven. Veilig omgaan met je wapen, toedienen van eerste hulp, mijnen detecteren en zo mogelijk onschadelijk maken.

“Ik had negen maanden training en toen voelde ik me nog niet klaar”, zegt majoor Koen, die om veiligheidsredenen niet met zijn achternaam genoemd mag worden. ‘Maar wij doen er alles aan in deze korte tijd het beste te bieden.’

Daar horen ook de tactisch-operationele lessen bij, onder zo realistisch mogelijke omstandigheden, die zich richten op loopgravenoorlog en – in een oefendorp – de strijd in stedelijk gebied: stap voor stap tonen de mariniers daar hoe je bijvoorbeeld een vijandelijk huis aanvalt en overmeestert. Daarna zullen de Oekraïners het oefenen, en weer opnieuw.

Steeds opnieuw oefenen de Oekraïense militairen in een oefendorp het binnenvallen van een huis.Beeld ANP

Luitenant Daan, onder wiens supervisie dit gebeurt, spreekt van een “heel eervolle taak”, die ook hem raakt. “Een tolk zei me dat ze met een brok in de keel kijkt naar haar landgenoten als ze hier in burgerkleren de bus uitstappen. Vooral als het mannen met een trouwring zijn. Die hebben hun gezin moeten achterlaten. 90 procent zit hier niet vrijwillig.”

Het programma is zeer intensief, voor de Oekraïners én voor de instructeurs, tolken en andere begeleiders. “Maar niemand klaagt”, zegt majoor Koen. “De Oekraïners zijn zeer gemotiveerd. Ze willen zoveel mogelijk leren.” Datzelfde geldt voor de mariniers, “Zij vechten straks met de Russen, ook voor ons. Want zo zie ik het wel.”

Van de paar Oekraïners die aanwezige journalisten te spreken krijgen, werkte er een nog zeer recentelijk in de mobiele telefonie. De ander deed wat met zijn opleiding aan een architectuurinstituut. Andrii uit Kropyvnitskyi, in centraal Oekraïne, is onlangs opgeroepen. Thuis wachten zijn dochter en zijn moeder op hem. “Ze bleven kalm toen ik werd opgeroepen. Als ik het niet doe, wie zal ons land dan verdedigen?”