Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAsielzoekers

Kraakpand ‘Het Paleis’ maakt zich op voor ontruiming: ‘We hebben weer een beetje hoop’

Vier maanden nadat een aantal asielzoekers dit oude gebouw van de FOD Finan­ciën begon te kraken, lijkt er een einde te komen aan een schrijnende saga.Beeld Tim Dirven

Het kraakpand in de Brusselse Paleizenstraat bevindt zich in een staat van ontruiming. Nog een paar honderd mensen wachten er, tussen hoop en vrees, op de volgende halte. ‘Gaan ze ons op straat gooien of krijgt iedereen een dak boven zijn hoofd?’

Tot duizend asielzoekers leefden maandenlang in kraakpand ‘Het Paleis’. Aan de ingang blijft het een va-et-vient, en binnen blijven er de penetrante geur, de brokstukken in de hal, het vuilnis op de trappen en nog veel meer dat je liever niet zintuiglijk waarneemt. Op de vijfde verdieping voert een man met een trekker een smerig sop vanuit de toiletten naar de trap, en is ‘zijn’ verdiep een heel klein beetje minder mensonterend. Hij kijkt verbaasd op van zijn dagelijkse schoonmaaktaak: “Hoezo staat de politie hier woensdag?”

Woensdag is het eindpunt van een operatie die al sinds 22 december aan de gang is, sinds vrijdag is de eindspurt ingezet: het gebouw wordt ontruimd, de schandvlek weggewist. “We schatten dat er op dit moment nog 300 à 400 mensen in het gebouw verblijven”, zegt François Bertrand van Bruss’Help, dat de actie mee coördineert. Wie vrijwillig instemt om te vertrekken, wordt richting een nieuwe opvanglocatie geleid. De meesten zullen een plekje vinden bij Fedasil, maar ook de voorzieningen van organisaties zoals SamuSocial of het Rode Kruis en de noodopvang van het Brussels Gewest bieden soelaas.

Door het gebouw heen zitten kleine groepjes mannen te wachten op nieuws, op een telefoontje van Fedasil. “Het was hier niet allemaal slecht”, zegt Mamadu (23) uit Guinee-Bissau. “Maar je hoeft maar eens een kijkje te nemen in de douches of de toiletten, en je weet: dit is een plek waar je ziek wordt.” Ook geweld was schering en inslag. Eind vorig jaar viel er een dode bij een steekpartij­, een man zonder verblijfsvergunning. “Waar we nu naartoe gaan, kan het onmogelijk nog slechter zijn, toch?”, zegt Mamadu.

Waar dat precies is, lijkt niemand echt te weten. “Maar we hebben weer een beetje hoop”, zegt Vincent (26), die vanuit Congo naar Brussel is geraakt “op mijn BM double pieds”. Een klein grapje dat echoot in een kamer van vijf op twintig meter waar soms wel veertig mensen op eenzelfde moment sliepen. “Ik heb hier drie maanden zo gewoond”, zegt Vincent. “Makkelijk is het niet geweest.”

Voor elke wachtende is er echter ook een vragende blik, iemand die geen weet heeft van de ontruiming of het perspectief van een opvanglocatie. Op de benedenverdieping zitten vier Syrische mannen nietsvermoedend rond een waterpijp. Via een opgebelde tolk blijken we plots de boodschapper van het ultimatum. “Hoe zeker ben je dat ze moeten vertrekken?”, klinkt het bezorgd via de telefoon. “Ze hebben geen enkele andere plek om te blijven slapen.” In de trappenhal stelt iemand anders de vraag: “Gaan ze ons op straat gooien of krijgt iedereen effectief een dak boven zijn hoofd?”

Volgens Bertrand is het normaal dat niet iedereen al op de hoogte is. Vrijdag vond een eerste inforonde plaats, maandagnamiddag - na ons bezoek - zou er een tweede ronde komen. “Ik verwacht op dit moment weinig weerstand bij de mensen die er zijn”, zegt Bertrand over een mogelijke interventie van de politie op woensdag. Op sommige van de hogere verdiepen lijkt wel sprake van een drugsproblematiek, die de dialoog eventueel kan bemoeilijken.

Doorn in het oog

Vier maanden nadat een aantal asielzoekers dit oude gebouw van de FOD Finan­ciën begon te kraken, lijkt er dus een einde te komen aan een schrijnende saga. Toen Het Paleis gekraakt werd, was het net ­ingericht als een tijdelijk opvangcentrum voor Fedasil, die werken zullen nu hervat worden. Op termijn wil de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, eigenaar van het gebouw, de kantoren omvormen tot laagdrempelige woningen.

“Uiteraard zijn we erg tevreden dat die mensonterende situatie eindelijk stopt”, zegt Thomas Willekens, beleidsmedewerker bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen. “Maar het is niet dat de opvangcrisis nu bezworen is. We krijgen het nog steeds niet gebolwerkt.”

Lang niet iedereen heeft weet van de ontruiming of het perspectief van een opvanglocatie.Beeld Tim Dirven

Dat is de paradox van het verhaal: met de ontruiming van het pand in de Paleizenstraat wordt een gigantische doorn in het oog nu weggenomen, maar de kans bestaat dat de problematiek zich nu versplinterd - en dus minder zichtbaar - verderzet. De piek van het aantal asielaanvragen ligt dan wel in het najaar van 2022, met soms meer dan 1.000 aanvragen per week, ook vandaag blijft de nood hoog.

“We zien een lichte daling, vorige week telden we zo’n 650 asielaanvragen”, zegt Willekens, die stelt dat er een aanzienlijke groep alleenstaande mannen in de kou blijft staan voor een opvangplek. “Zelfs als ze naar de arbeidsrechtbank trekken en hun gelijk halen, duurt het zo’n vier maanden vooraleer ze gecontacteerd worden.” Dat mensen op zo’n moment niet zouden ingaan op een opvangplek, is volgens Willekens een misvatting. “Vaak wordt hun advocaat de dag op voorhand pas gecontacteerd. Wie niet op tijd opdaagt, is zijn plekje weer kwijt.”

Staatssecretaris Nicole de Moor (cd&v) erkent dat de ontruiming van het pand niet het einde van de opvangcrisis is. “We blijven de komende­ tijd verder ­werken aan zowel extra opvang als structurele hervormingen van het migratiebeleid”, aldus De Moor. Wie ook maar één seconde in de Paleizenstraat 48 heeft gespendeerd, weet: beter een dag te vroeg dan een dag te laat.