Europees Parlement bezegelt einde van de auto met verbrandingsmotor
Het Europees Parlement heeft dinsdag in Straatsburg het einde van de auto met verbrandingsmotor op Europese wegen bezegeld. Met 340 tegen 279 stemmen (21 onthoudingen) schaarden de parlementsleden zich achter een akkoord met de lidstaten om de verkoop van nieuwe auto’s die CO₂ uitstoten tegen 2035 stop te zetten.
De verordening voorziet dat de C0₂-uitstoot van nieuwe auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen tegen 2035 tot nul wordt gereduceerd. Dat betekent de facto dat het licht op rood gaat voor benzine- en dieselauto’s op Europese wegen. In afwachting moet de uitstoot van nieuwe auto’s tegen 2030 al met 55 procent worden verminderd in vergelijking met 2021, en die van bestelwagens gehalveerd.
Tegenstanders waarschuwden in het voorafgaande debat onder meer voor het verlies van duizenden banen en duurdere auto’s, maar vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie betwistte dat. “De lopende kosten van een elektrische auto liggen al lager en binnen enkele jaren zal de aankoop van een elektrische wagen ook goedkoper zijn dan die van een auto met verbrandingsmotor”, betoogde hij.
Transitie ingezet
In België vertegenwoordigen diesel- en benzineauto’s nu nog meer dan 90 procent van het wagenpark, maar ook in ons land is de transitie ingezet. De federale regering heeft zich tot doel gesteld om alle bedrijfswagens tegen 2026 elektrisch te maken en de Vlaamse regering sprak vorig jaar in haar klimaatplan de ambitie uit om de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor vanaf het einde van dit decennium uit te faseren.
De verordening maakt deel uit van het Europese klimaatpakket Fit for 55. Dat pakket moet de uitstoot van broeikasgassen in de EU tegen 2030 met minstens 55 procent in te dijken ten opzichte van 1990 en de EU op langere termijn op koers houden om tegen 2050 een klimaatneutraal continent te worden.