Veldhospitaal van Belgische BFAST-team in Turkije kan vanaf vandaag slachtoffers van aardbeving verzorgen

Het BFAST-team, waarvoor vier departementen (Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken, Defensie en Volksgezondheid) samenwerken, heeft sinds vorig weekend in Kirikhan een veldhospitaal volledig van de grond af opgebouwd. 

"Op een groot grasveld hebben we tenten gezet, we hebben ervoor gezorgd dat er  water gezuiverd kan worden, er zijn generatoren en er is een elektriciteitsnet aangelegd, de keuken is opgebouwd en we zijn nu nog bezig met de douches en het sanitair", legt Bastiaan Ruys, kapitein bij de Civiele Bescherming en verantwoordelijke van het logistiek team, uit in "De ochtend" op Radio 1. 

Het veldhospitaal zal vanaf vanmiddag verschillende soorten zorg kunnen verlenen. "Wij hebben een operatiekwartier, een spoeddienst, doen gynaecologie. We kunnen twintig patiënten ontvangen die kunnen blijven overnachten en daarnaast is het een daghospitaal waar mensen kunnen langskomen voor kleine verwondingen. We zitten naast een lokaal ziekenhuis waarvan de infrastructuur door de aardbeving grotendeels onbruikbaar geworden is."

"Wij kunnen hier niet aansluiten op het elektriciteitsnet omdat er te veel storingen zijn, het leidingwater is ook vervuild. Er komen nu vrachtwagens met water, dat door ons gezuiverd wordt." 

Zuiver water is essentieel in de getroffen regio om te vermijden dat er grote uitbraken van ziektes ontstaan. Dat bevestigt ook Hans Kluge, directeur Europa van de wereldgezondheidsorganisatie WHO. "In het noordwesten van Syrië staan de waterreservoirs vooral boven de grond", legde hij uit in "De ochtend". "Die zijn ook vernietigd en dan krijg je cholera-uitbraken." De topprioriteit van de WHO is dan ook om nog veel meer hulp in het noordwesten van Syrië te krijgen.

Het medisch team van BFAST blijft voorlopig een maand in Kirikhan. "Het idee is om in shiften te werken, na twee weken wordt dit medisch team afgelost. Maar langzaamaan wordt er dan ook een samenwerking met de lokale hulpverleners opgebouwd. Maar dat moet allemaal nog bekeken worden." 

Intussen is onze reporter Steven Decraene ook nog steeds in Turkije. Hij is onderweg naar het veldhospitaal van het BFAST-team. Gisteren was hij al in een klein bergdorp waar zo goed als alle gebouwen vernield waren. 

"De Turkse mensen zijn heel bij dat er media-aandacht is voor deze ramp", benadrukt hij. "Je merkt dat het hun leed iets kan doorbreken, ze voelen: we worden niet vergeten. Dat geeft hen hoop, het gevoel "ze zijn met ons bezig, we krijgen tenten, we kunnen misschien weer een huis hier bouwen". Die gedachte houdt mensen op de been. Los daarvan is de situatie quasi uitzichtloos. Je ziet hier dat de mensen ook eerder tenten opzetten voor hun dieren dan voor henzelf, dan weet je hoe erg het is." 

Bij de aardbeving zijn in Turkije en Syrië samen intussen al meer dan 40.000 doden gevallen.