Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOuderenzorg

In Zaffelare houden Indiase verpleegkundigen het woon-zorgcentrum draaiende: ‘In het begin was het moeilijk, maar nu zijn we familie’

De Indiase verpleegkundigen Lya (links) en Gouthamy in het woon-zorgcentrum Sint-Vincentius in Zaffelare.Beeld Eric de Mildt

Voor de tweede keer komt een lichting verpleegkundigen uit India bijspringen in Vlaamse woon-zorgcentra. Kan arbeidsmigratie een oplossing zijn voor het schrijnende personeelstekort? ‘Voor hun eigen mening uitkomen tegen dokters waren ze niet zo gewend.’

“In het begin was het lastig om met elkaar te praten. Maar ze hebben zo snel Nederlands geleerd. Ik ben echt blij dat ze er zijn. Ze zijn zo vriendelijk: je kunt er niks verkeerds aan vragen.”

André (84), bewoner van woon-zorgcentrum Sint-Vincentius, is in de wolken over de komst van Gouthamy Krishna Kumar Prasannakumari (31) en Lya Pakktal Joy (33). De twee Indiase verpleegkundigen wonen en werken nu tien maanden in Zaffelare. Ze maken deel uit van de eerste lichting van 22 verpleegkundigen die in maart vanuit India naar België zijn overgekomen om opleiding te volgen en te werken in de ouderenzorg.

“Het was niet makkelijk in het begin”, zegt Gouthamy. “Uiteraard miste ik mijn familie, en hier liep het contact moeizaam. Maar ik heb altijd steun van de collega’s en bewoners gevoeld. Zij zijn nu ook mijn familie.” Recent kreeg ze ook het gezelschap van een Indiaas familielid. Haar zus, ook een verpleegster, maakt nu deel uit van de tweede lichting van het Aurora-project, dat arbeidsmigratie van Indiase zorgverleners coördineert. 36 verpleegkundigen zijn nu aan de opleiding begonnen, waarna ze in centra van drie Vlaamse woon-zorgaanbieders – Exalta, Mintus en Curando – aan de slag gaan.

Beter leven

Net als hun voorgangers zijn ze allen afkomstig uit Kerala, een zuidelijke deelstaat van India waar te veel zorgkundigen zijn voor het aantal beschikbare jobs. Velen trekken naar andere oorden, in India of naar het buitenland, op zoek naar een job en een beter leven. Belgische woon-zorgcentra hebben dan weer een tekort aan verpleegkundigen, net als de hele zorgsector. Uit de pas gepubliceerde lijst knelpuntberoepen van de VDAB prijkt verpleegkundige opnieuw met stip op één: voor elke vier openstaande vacatures is slechts één beschikbare kandidaat te vinden.

“Ook wij hebben al een paar jaar een tekort aan verplegers”, vertelt Johan Banneel. Hij is de directeur van woon-zorgcentrum Sint-Jozef in Gent, dat meestapte in het Aurora-project. “In een stad als Gent is de concurrentie natuurlijk groot. Woon-zorgcentra, verschillende ziekenhuizen, de thuiszorg: allemaal zoeken ze naar verpleegkundigen. De laatste jaren konden we niet anders dan projectverpleegkundigen en interimmedewerkers inschakelen, maar dat wordt stilaan onbetaalbaar.”

De komst van drie Indiase verpleegkundigen vorig jaar was dus meer dan welkom. “Het voordeel is dat je hen op het vlak van verpleegkunde weinig hoeft te leren. Het zijn zeer goed opgeleide professionals, met heel wat ervaring in ziekenhuizen. Alleen met ouderenzorg hadden ze minder ervaring, maar daar krijgen ze in dit project de nodige opleiding voor.”

Ook in 2019 was er een project waarbij zo’n 200 Indiase verpleegkundigen via een verkort traject aan een Vlaams graduaatsdiploma geholpen werden en in woon-zorgcentra aan de slag gingen. Het was een traject dat door de Indiase recruiter Babu Abraham werd opgezet samen met vier Vlaamse HBO5-scholen verpleegkunde, maar vorig jaar stilgelegd werd door de Vlaamse overheid na een kritische doorlichting van de Vlaamse onderwijsinspectie. Het niveau van de opleiding bleek ondermaats en de kandidaten moesten tot 4.000 euro betalen aan de recruiter om de vooropleiding te volgen.

Nu loopt het anders, verzekert Wouter Sonneville, voorzitter van Aurora, dat losstaat van het vorige project. De opsporing en selectie verlopen deze keer rechtstreeks met ODEPC, de Indiase tegenhanger van de VDAB. Voor elke Indiër die aangeworven wordt, voorziet het Aurora-project 1.000 euro om ter plaatse een zinvol project mee op te starten. En waar kandidaten bij het project in 2019 zelf moesten betalen om de vooropleiding te volgen, krijgen ze tijdens de vooropleiding in India een beurs ter grootte van een lokaal loon. In die zes maanden durende opleiding krijgen ze intensieve lessen Nederlands en een inleiding tot de Belgische cultuur en het zorglandschap. “Dat was nodig”, zegt Gouthamy. “Buiten chocolade en wafels wist ik eigenlijk niks over België.”

Belgische normen

Eenmaal in België krijgen ze deels opleiding in ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg, en werken ze deels in een woon-zorgcentrum. Ze worden betaald naar Belgische normen in de sector. “Dat maakt voor ons uiteraard een groot verschil”, zegt Lya, die ook in Zaffelare werkt. “In India zouden we voor dezelfde job slechts 200 euro per maand verdienen. Met het geld dat we hier verdienen, proberen we onze familie thuis te helpen.”

Toch geven alle verpleegkundigen aan dat de combinatie werk en opleiding hen in de eerste maanden zwaar viel. “In het begin was de regeling zo dat ze twee dagen per week opleiding hadden en de overige drie in het woon-zorgcentrum stonden”, zegt Sonneville. “Maar die constante afwisseling tussen werk en leren was erg belastend. Dat hebben we inmiddels aangepast, zodat ze beurtelings een week werk en een week opleiding hebben.”

Ook de moeilijke communicatie maakte het begin er niet makkelijker op. De cursisten hadden er dan wel een intensieve stoomcursus Nederlands op zitten, in de Vlaamse woon-zorgcentra kwamen ze er al snel achter dat de taal van de gemiddelde bewoner net iets anders klinkt. “Als die verpleegkundigen in een woon-zorgcentrum in Gent, Oostende of Brugge terechtkomen, dan zijn dat bij manier van spreken drie andere talen”, zegt Sonneville. “Vandaar dat we ook snel ingezien hebben dat er nood was aan dialectcoaching, helemaal toegespitst op het leven in het woon-zorgcentrum.”

Bovendien verschilt de Belgische werkcultuur nogal van die in India. Hilde Van Hecke, directeur van woon-zorgcentrum Sint-Vincentius, stelde bijvoorbeeld vast dat Gouthamy en Lya steeds gingen staan als ze de kamer of eetzaal binnenkwam. “Dat is voor hen een normaal teken van respect. Ik heb hen verteld dat dat hier absoluut niet nodig is, maar dat was voor hen toch even wennen.”

Ook op andere vlakken stelt Van Hecke vast dat de twee verpleegkundigen opgeleid zijn in een meer hiërarchische werkomgeving. “Ik merkte ook dat ze in het begin alleen durfden uit te voeren wat de dokters zeiden”, zegt Van Hecke. “Vragen stellen, eens ‘nee’ durven zeggen of voor hun mening uitkomen tegen dokters bleken ze niet zo gewend, maar dat wordt hier wel van verpleegkundigen verwacht. Toch zie je dat ze ook daarin veel progressie maken.”

Buiten het werk was het voor de verpleegkundigen al even vaak aanpassen. Aan de kou bijvoorbeeld, want in Kerala zakt het kwik nooit onder de 20 graden. “Wat ik ook gek vind, is dat alles hier zo vroeg gesloten is”, zegt Shalu George, die in woon-zorgcentrum Sint-Jozef werkt. “In India blijven de winkels tot 22 uur ’s avonds open, maar hier sluit alles al om 18 uur. Dat is lastig als je een late shift hebt.” Het voordeel is dan weer dat ze zich hier ook tot in de late uurtjes veilig voelt op straat. “Ook als ik tot 21 uur moet werken, durf ik hier de bus naar huis te nemen. In Kerala zou ik dat nooit durven.”

In België blijven

Het is een van de redenen waarom ze zich in België ziet blijven. Nu ze samen met de andere 21 verpleegkundigen van de eerste lichting pas haar diploma in de HBO5-opleiding op zak heeft, kreeg ze een vast contract als voltijds verpleegkundige. En dat is niet het enige goede nieuws: haar man Gijo, ook een verpleegkundige, is als lid van de tweede lichting van het Aurora-project net in België gearriveerd. Haar kinderen van 8 en 3 maken binnenkort ook de oversteek. “Daar kijk ik enorm naar uit. België is voor hen gewoon een veel beter land om op te groeien.”

Shalu (links) en Arunima aan het werk in Sint-Jozef in Gent.Beeld Eric de Mildt

Dat ook Gouthamy haar zus met de tweede lichting is overgekomen, is geen toeval. “Dit is een andere situatie dan de vele Indiërs die naar de Golfstaten vertrekken om enkele jaren veel geld te verdienen en dan terug te keren”, zegt Sonneville. “Veel van de mensen die naar België komen, zijn hier ook met de bedoeling om hier op langere termijn te blijven en een aanvraag voor gezinshereniging te doen. Bij de selectie van de tweede lichting hebben we daar ook rekening mee gehouden, want sommigen van die verpleegkundigen hebben nog familie in de zorg.”

Na een jaar een woning met Lya te hebben gedeeld, woont Gouthamy nu samen in een woning met haar zus. Dat is een opsteker. Haar man die bij de luchtmacht werkt, mag de komende jaren niet naar België afzakken. Ze krijgt het moeilijk als ze erover vertelt. “Dat is heel lastig. Ik weet niet wanneer we weer kunnen samenwonen. Ik probeer nu vooral uit te kijken naar maart, als ik hem even kan bezoeken.”

Dat komt Nancy Sturtewagen, directeur van woon-zorgcentrum Veilige Have in Aalter, bekend voor. Zo’n tien jaar geleden pionierde haar woon-zorgcentrum met de aanwerving van zes verpleegkundigen uit Spanje, voor wie er toen weinig werk te vinden was. “Het werk zelf was niet moeilijk voor hen. Maar al snel vertrok eentje terug naar Spanje omdat ze heimwee had. Ook de anderen hadden het daardoor vaak lastig. Ik herinner me hoe sommige bewoners pralines voor hen kochten om hen te troosten. Je mag dat niet onderschatten wat dat is, je hele land en familie achterlaten om in het buitenland te gaan werken.”

Ze onthoudt dan ook dat dergelijke initiatieven veel eisen, zowel van de buitenlandse verpleegkundigen als het eigen personeel. “Het is belangrijk dat je als instelling daarop goed voorbereid bent. Nu zou het voor ons onbegonnen werk zijn om nieuwe mensen te rekruteren.” Ook de directeurs die in het Aurora-project betrokken zijn, geven aan dat ondanks de welkome hulp van de zorgverleners er heel wat bij komt kijken. Alleen al financieel. “We betalen die mensen zoals een Belgische werknemer, maar we moeten hen veel vaker missen door hun opleiding”, zegt Banneel. “Dat is dus zeker een investering die wellicht niet elk centrum kan doen.”

Buitenlands diploma? Geen erkenning

Kan arbeidsmigratie een reële oplossing bieden voor het personeelstekort in de zorg? Meer en meer zorginstellingen en organisaties zien het in elk geval als een mogelijke piste. Zo werken nu ook ziekenhuis Noorderhart in Pelt, UZ Leuven en het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) aan een proefproject om verpleegkundigen uit Kerala (India) te laten overkomen.

En op dit moment onderzoekt de VDAB de mogelijkheid om verpleegkundigen uit Togo naar Vlaanderen te halen. Daar zitten ze, net als in Kerala, met een overschot aan gekwalificeerde verpleegkundigen. “Er zijn wel nog heel wat voorwaarden die onderzocht moeten worden”, zegt VDAB-topman Wim Adriaens. “We willen inderdaad zeker zijn dat we de lokale arbeidsmarkt niet ontwrichten, en de diploma’s moeten voldoende overeenstemmen. Maar de overheid is al zeker een betrouwbare partner om mee samen te werken.”

Lya: 'Met het geld dat we hier verdienen, proberen we onze familie thuis te helpen.'Beeld Eric de Mildt

Ook het Aurora-project is om die redenen niet van plan om bij de volgende lichting fors uit te breiden. “Afgaande op de interesse van woon-zorgcentra zouden we moeiteloos kunnen opschalen. Maar het is niet de bedoeling dat we in India een braindrain organiseren”, zegt Sonneville. Hij ziet in arbeidsmigratie slechts een van de vele antwoorden op het schrijnende personeelstekort. Meer inzetten op mensen met beperkingen, zijinstromers en anderzijds de huidige werknemers in de sector houden, zijn daarom net zo belangrijk.

Volgens Zorgnet-Icuro is het wel een piste die meer aandacht verdient. Al moeten er volgens gedelegeerd bestuurder Margot Cloet wel nog enkele belangrijke obstakels uit de weg geruimd worden. Zo kan er vandaag voor Vlaanderen alleen een aanvraag voor erkenning van een buitenlands diploma aangevraagd worden als de kandidaten zicht hebben op werk. Maar werkgevers willen zich pas engageren als ze eenmaal zeker zijn dat het diploma erkend zal worden. “Dat is een vicieuze cirkel”, zegt Cloet. “Bovendien stelt men vaak gigantisch hoge voorwaarden, of vraagt men documenten op die in het land van herkomst niet eens beschikbaar zijn.”

Door al dat papierwerk duurt zo’n gelijkwaardigheidserkenning vandaag vier maanden. “Het gebeurt ook alleen op individuele basis. Bij Oekraïense vluchtelingen is die procedure nu versneld. Waarom kan dat ook niet voor andere migranten?”, zegt Cloet.

Bij het Aurora-project hebben ze daarvoor een oplossing gevonden, door de verpleegkundigen na een jaar deeltijdse opleiding een Belgisch diploma uit te reiken. Toch betreurt Sonneville dat het buitenlandse diploma van de verpleegkundigen niet sneller erkend wordt. “Dit zijn mensen met een uitstekende opleiding. Je zou die veel makkelijker kunnen inschakelen, als je hen daarnaast een cursus geriatrie en geestelijke gezondheidszorg laat volgen. Het is jammer dat er zo moeilijk beweging te krijgen is in de sector.”