Direct naar artikelinhoud

Na twintig jaar neemt ‘Lange Polle’ afscheid van Triggerfinger: ‘Dit leven leid je niet ongestraft’

‘Concerten met het vliegend schijt, een keelontsteking, zelfs gebroken ledematen... Ik kan ze niet meer tellen.’Beeld ID / Fred Debrock

Paul Van Bruystegem, beter bekend als Lange Polle of Monsieur Paul, neemt na twintig jaar afscheid van Triggerfinger. Het rocktrio speelt in juni zijn laatste drie shows met de bassist in de rangen. ‘Dit leven leid je niet ongestraft.’

Het einde van een tijdperk noemen wij het. Lange Polle lacht ons nét niet uit. “Niet te dramatisch doen, hè. Het is maar een rock-’n-rollgroep. Een héél goeie weliswaar. (lacht) Maar toch: ik schrik van alle aandacht dat dit nieuws krijgt. Mijn opstap is een fait divers in het licht van alles wat er in de wereld speelt op dit moment. Waarmee ik absoluut geen afbreuk wil doen aan mijn tijd bij Triggerfinger. De voorbije twintig jaar voelen aan als een once in a lifetime experience. Ik weet ook nu al dat ik nooit meer mensen om me heen zal vinden zoals hen. Mario Goossens en Ruben Block? Dat blijven mijn broers, mijn soulmates.”

“Maar mijn aandeel in Triggerfinger was minder groot dan iedereen zou denken. Ruben schreef zo goed als alle nummers. Mario en ik gaven vooral feedback. De eerste keer dat ik me bewust werd van mijn relatieve belang, was toen ik in rehab ging. Renaud Majeur, een motherfucking goeie muzikant, verving me na de release van What Grabs Ya? (2008). Ik ben toen in het geniep naar een concert van hen gaan kijken. Die gast speelde verdomme de sterren van de hemel na amper één repetitie. (lacht) Als ik nu ook zie dat drummer Charlie Watts na zijn dood door Steve Jordan is vervangen bij de Rolling Stones, die dat meesterlijk doet, besef ik dat geen huisje heilig is. Je moet dus niet te lang in het verleden blijven hangen. Dat heb ik door de jaren heen geleerd: hoed je altijd voor een overschot aan nostalgie.”

Van Arno tot Zjef Vanuytsel

Monsieur Paul heeft nochtans heel wat om op terug te blikken. Op Jean Blaute na hebben weinig muzikanten zo’n impressionante en lange staat van dienst in de belpopgeschiedenis. Als gitarist, bassist of producer hoorde je hem bij The Wolf Banes, BJ Scott, The Pop Gun, Arno, Clouseau, Will Tura, Zjef Vanuytsel en talloze andere grote of kleinere namen. Maar met de grootste voldoening kijkt hij terug op zijn tijd bij Triggerfinger.

“Toch is het tijd om het het schip te verlaten”, liet hij dinsdag weten via sociale media. Wanneer we hem diezelfde middag thuis opzoeken in Lier hangt “de Wladi” net aan de lijn: Wladimir Geels, de bassist die Polle voorging in Triggerfinger. Die kan zijn oren nauwelijks geloven en wil het uit de mond van de boomlange bassist horen. “Sommigen denken dat het een vroege aprilgrap is”, grinnikt Van Bruystegem. Maar het afscheid is wel degelijk finaal. Geoffrey Burton, de gitarist die al een tijdje fungeert als extra groepslid, ruilt zijn gitaar in voor de bas bij de komende zomerconcerten. Met uitzondering van de drie afscheidsconcerten dan, die Monsieur Paul uitgeleide zullen doen.

'Ruben (m.) en Mario (l.) ga ik natuurlijk missen. Er is nooit frictie geweest tussen ons gedrieën, wat vrijwel uniek is.'Beeld Ans Brys

Never change a winning team, klinkt het weleens. Maar zelfs voor een imposante gigant als Lange Polle – twee meter hoog, ruwweg 130 kilo droog aan de haak – kan trop plots te véél worden. “Ik wist al langer dat er iets aan het veranderen was in mijn gevoel bij de groep. Maar ik hield dat angstvallig geheim. Ik heb het Ruben en Mario ook verteld in etappes. Tijdens een interview had ik bijvoorbeeld al eens gesproken over de zware tol van het touren, en toen schrokken ze even. Ze wisten niet dat het zó diep zat. Het oordeel van de buitenwereld kan me weinig schelen. Maar wat mijn twee broers – mijn soulmates eigenlijk – dachten, was echt wel belangrijk voor me. Ik heb dan ook ruim de tijd genomen om hen te zeggen wat er scheelde, en wat er steeds meer begon te wringen. Ik wilde hen niet voorliegen, of de zaken onnodig verbloemen. Maar ik heb ook een klein hartje, dus heeft mijn bekentenis lang op zich laten wachten.”

“Met Triggerfinger hielden we al jarenlang vast aan het procedé ‘plaat maken, dan op tour’, en daarnaast had ik ook steeds een paar andere projecten lopen. Maar dat dubbelleven kon ik niet meer volhouden: na elke tour was ik kapot. Helemaal leeggezogen. Dus was ik uiteindelijk alléén nog met Triggerfinger bezig. Dat werd me te eenzijdig. Ik had de rit misschien wel braaf kunnen uitzitten, ook al omdat ik de laatste jaren goed mijn kost verdiende bij Triggerfinger. Maar dat kán ik niet. We hebben ook een stilzwijgende afspraak binnen de groep dat we ons honderd procent geven. Voor minder doen we het niet. En ik was er niet meer honderd procent bij. It felt like cheating. Zes maanden voor corona namen we een sabbatperiode, en toen voelde het al aan als het einde van de rit. De lockdowns hebben alles alleen maar versneld: thuis zat ik me als een klein kind te amuseren in mijn studio, en ik wilde niet meer terug naar de routine van vroeger.”

Mentale gymnastiek

“Dat speelde vooral mee: ik doe dat niet graag, touren. Ik zie er altijd tegenop, alsof ik de Himalaya moet trotseren. Dat was vroeger al zo bij BJ Scott. Eenmaal op de bus vind ik die routine wel fijn, maar dan wil ik weer niet meer terug naar het normale, dagelijkse leven. (lacht) Dat vergde te veel mentale gymnastiek op den duur. En hoewel ik de living in onze tourbus mocht ombouwen tot mijn plaatselijke studio, omdat ik niet meer ging meefeesten na elk concert, en een koersfiets meenam om de stad te verkennen, bleef touren eigenlijk vrij saai. Niet in verhouding met dat ene uurtje dat je op een podium mag staan. Zolang je drinkt en feest, valt zo’n tour redelijk goed mee. Maar voor mij ging dat al lang niet meer op.”

“Ruben en Mario ga ik natuurlijk missen. Thuis repeteerden we zo’n drie keer per week en soms zaten we gewoon urenlang aan tafel te keuvelen met elkaar. Na twintig jaar raakten we nog niet uitgepraat. (lacht) Er is ook nooit frictie geweest tussen ons gedrieën, wat vrijwel uniek is. Ik heb in genoeg andere groepjes gespeeld om te weten dat het vroeg of laat misloopt tussen verschillende karakters. Gedoe met geld is evenmin een punt geweest. Zelfs nu niet. Mijn uitstap is feilloos verlopen. Ik ben er de laatste naar om me te bekommeren om financiële zaken, maar zij hebben alles op de meest hoffelijke manier geregeld voor me.”

Verrot binnenoor

Gezondheidsredenen speelden ook een rol in zijn beslissing, moet Polle toegeven. De laatste jaren zijn niet altijd even mals geweest voor de reus. “Toen we vier keer in de Roma zouden spelen, zat ik de hele dag in mijn peignoir te rillen van de koorts. Ik zweer het: dat was een griep zoals ik nooit eerder had meegemaakt. De laatste jaren waren sowieso redelijk zwaar voor mijn gestel. Eerst raakte ik half verlamd aan mijn linkerhand: géén geschenk voor een beroepsmuzikant. Daarna heb ik drie, vier maanden in het ziekenhuis gelegen met gehoorproblemen. Alles was ontstoken: mijn binnenoor bleek langs één kant helemaal verrot. Ik had al enig gehoorverlies – risico van het vak – maar dit was een oorontsteking going really bad. Mijn schedelbasis, tot mijn kraakbeen was zwaar aangetast.”

“Ik heb ook diabetes en een hartziekte. Mijn hart? Dat heeft niet veel gescheeld. Indertijd hebben we dat gelukkig kunnen stilhouden, maar zo’n zeven jaar geleden was ik er bijna geweest. Mijn hart werkte nog voor amper 16 procent, en iedereen was overtuigd: nu is het over and out. Nochtans rookte of dronk ik niet eens op dat ogenblik. Of beter gezegd: ik ben pas opnieuw beginnen te roken en drinken op de dag dat ik me zo onpasselijk voelde. Vraag me niet waarom, maar omdat mijn hart kuren kreeg, vond ik er niets beter op dan een fles wijn open te trekken en om een pak sigaretten te gaan. (lacht) Is dat dom? Natuurlijk! Maar dat was een paniekreactie. In stresssituaties durf ik al eens teruggrijpen naar drank, maar ik kan er gelukkig ook altijd weer snel mee stoppen.”

“Kwalen en kwaaltjes hebben me nooit tegengehouden om te blijven spelen. Maar het moordende tempo en die intense concerten, dat voelde ik wel steeds heviger. Ik ben intussen bijna 64 jaar. Dat is weliswaar geen 90, maar ik ben ook duidelijk geen springveulen van zestien meer.”

'Vraag me niet waarom, maar omdat mijn hart kuren kreeg, vond ik er niets beter op dan een fles wijn open te trekken en om een pak sigaretten te gaan.'Beeld ID / Fred Debrock

“Ik heb al gespeeld met een appendix die op springen stond en dat ook effectief deed op de operatietafel. Ook na het overlijden van mijn grootouders en enkele goede vrienden stond ik – half wenend – op het podium. Concerten met het vliegend schijt, een keelontsteking, zelfs gebroken ledematen... Ik kan ze niet meer tellen. Het rock-’n-rollbeest in me zegt steeds: niet zagen, Polle. Maar het malse jongetje in me voelt wel dat jarenlang touren zijn sporen heeft nagelaten. In lijf en leden, maar ook in mijn geest. Mijn moeder is in het midden van een tour met Triggerfinger gestorven, tussen een concert in Utrecht en Pinkpop in. Ik ben toen met de BMW van onze lichtman met 180 per uur naar het ziekenhuis gestoven. Ze blies haar laatste adem uit, terwijl ze in mijn armen lag. Nadien ben ik metéén teruggereden om een concert te spelen. Aan een tankstation heb ik tien minuten geblèt, maar dat was het dan ook. Ik heb een videoboodschap vanuit Moskou gestuurd voor haar begrafenis. Ik kon er niet bij zijn. Dat zou ze ook niet gewild hebben trouwens. Op dat ogenblik voelde het verstandig aan, maar achteraf heb ik mijn klop gekregen. Dit leven leid je niet ongestraft, hè. De druk op hoofd en ziel is soms immens groot.”

Legendarische avonden

Terugkijkend op zijn jaren met Triggerfinger, had hij toch nooit iets anders gewild. “Ruben en ik leerden elkaar kennen toen we eind jaren negentig maandelijks afspraken in Lier,” herinnert Van Bruystegem zich. “Op café, uiteraard. (lacht) Dat was steeds met Wimmeke Punk van The Wolf Banes en Dirk Jans van De Mens. Best wel legendarische avonden. Dat begon met een pintje en eindigde… Ja, wáár precies? (lacht) Mario zag ik voor het eerst toen hij in een covergroepje drumde en een paar liedjes zong. Een erg verlegen tiener, maar ineens zette die een nummer van Rage Against the Machine in en ontpopte hij zich tot een monster! Ik zag die zot op de toog springen, alle pinten tegen de grond kletsen… What the fuck is déés, dacht ik toen. Een betere manier om iemand te leren kennen, kan ik me nog steeds niet voorstellen.”

“We hebben samen even mogen snuiven aan de enkels van succes,” vervolgt hij. “Met de cover van Lykke Li’s ‘I Follow Rivers’ (die een Europese hit werd; GVA) zijn heel veel deuren opengegaan. Maar ook een paar gesloten: voor sommige rockfans en getatoeëerde beren waren we ineens verbrand. Het heeft een paar jaar touren gekost om de puntjes weer op de i te zetten. Misschien komt het omdat ik al een dag ouder word, maar ik merk daardoor hoe relatief alles is. Succes, wat betekent dat eigenlijk? Voor mij houdt dat vandaag in dat ik mijn verduivelde goesting mag doen, zonder concessies. Geld interesseert me dan ook niet bijzonder: voor het succes van Triggerfinger was leven tegelijk een beetje overleven. Daar gaf ik geen fluit om. Nu ik bijna op pensioengerechtigde leeftijd ben gekomen, zal dat ook niet ineens veranderen.”

“Het zal me ook aan mijn reet roesten wat er over mijn volgende projecten wordt gezegd. Binnenkort komt de vinyl uit van Lowriders, ik werk aan een latinplaat, gisteren nam ik een videoclip op voor een chachacha-nummer en een andere plaat van me klinkt als heel vroege Pink Floyd. Zolang ik het zelf goed vind, is alles prima. Ik ben te oud geworden om commerciële toegevingen te doen, om de grote gemene deler naar de mond te praten. Ik amuseer me te pletter. Voor je zit een tevreden mens.”

Is dat ook de reden waarom hij op Facebook al even geen tirades meer afsteekt tegen alle “slappe selders”, rechtse pezewevers en louche luitjes die hem mateloos irriteren? “Ik herinner me dat ook wij ooit een aanvaring hebben gehad”, monkelt Van Bruystegem. “Jij hebt me nadien op de man af gevraagd waarom ik altijd zo kwaad ben, terwijl ik toch alles had om een contente mens te zijn. Daar had je een punt. Alleen: ik bén een kwaaie mens. Een driftkikker zoals mijn vader dat was. En de rush van het touren deed indertijd niet veel goeds aan die mentale toestand. Sinds corona is wel iets veranderd. Ik heb een degout gekregen van alle domme opinies en bullshit, die allemaal onder de vlag van vrije meningsuiting gespuid worden. Al is het nog steeds niet makkelijk om stil te blijven wanneer ik de commentaarsectie van nieuwssites bekijk. (lacht) Dan word ik weer een straatvechter. Ik besef alleen dat ik mezelf belachelijk maak wanneer ik stevig van leer trek tegen elke fascistische zot. Daarom heb ik iemand onder de arm genomen die mijn Facebook-pagina zal beheren. (grinnikt) Dat moet ervoor zorgen dat het schuim niet dagelijks op mijn lippen staat.”

Triggerfinger speelt drie afscheidsconcerten met Paul Van Bruystegem: Paradiso, Amsterdam (5/6), SPOT, Groningen (7/6) en AB, Brussel (10/6).